Van alle leeftijdsgroepen binnen onze actieve bevolking, zijn de 65-plussers kampioen in het uitvoeren van een flexi-job. Bijna één op de vijf 65-plussers (19,3%) die nog actief zijn op de arbeidsmarkt, heeft zo’n flexi-job. De meeste flexi-jobs vinden we in absolute hoeveelheden bij de 25- tot 35-jarigen, omdat er binnen die groep nog meer mensen actief zijn dan bij de 65-plussers. In de verschillende sectoren waar flexwerk mogelijk is, heeft in totaal zo’n 16% van de werknemers een flexi-job.

Dat blijkt uit een analyse van hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van de gegevens van 45.000 werknemers actief in deze sectoren. “Nu flexi-jobs binnen het begrotingsakkoord ook in extra sectoren mogelijk wordt, verwachten we in 2023 nieuwe records voor flexwerk”, aldus Acerta.

In sectoren met flexwerk is 16% van werknemers flexi-jobber

Uit recente cijfers van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van het tweede kwartaal van 2022, blijkt dat flexi-jobs populairder zijn dan ooit. In het federale begrotingsakkoord, dat in oktober werd afgeklopt, is bovendien een uitbreiding voorzien van de sectoren die een beroep kunnen doen op flexi-jobs. De recentste cijfers van Acerta, die ook het derde kwartaal van 2022 in rekening brengen, tonen dat in de sectoren waar flexwerk toegestaan is intussen 16% van het personeelsbestand een flexi-jobber is. De horeca, waarvoor het concept van de flexi-job initieel in het leven werd geroepen, is nog steeds koploper in het aantal flexi-jobs: zo’n 21,4% van de werknemers werkt er op dit moment volgens het flexibele statuut.

Leen Smeets, juridisch experte van Acerta Consult : “De recentste cijfers zijn duidelijk: waar flexi-jobs momenteel al kunnen, maken ondernemingen er volop gebruik van. Nu de federale regering het aantal sectoren met flexwerk uitbreidt, verwachten we in 2023 nieuwe records voor flexi-jobs. In de traditionele sectoren waar flexi-jobbers aan de slag zijn – horeca, kleinhandels, bakkerijen, warenhuizen, enz. – zien we het aandeel flexi-jobs ook nog jaar na jaar toenemen. Voor ondernemingen is de flexi-job een manier om de moeilijke match van vraag en aanbod op onze Belgische arbeidsmarkt opgelost te krijgen. Voor werknemers is het een interessante manier om een centje bij te verdienen. Het brutoloon van flexi-jobbers is ook het loon dat ze netto op hun rekening zien verschijnen. Er is wel een belangrijke voorwaarde voor flexi-jobbers: naast hun flexi-job, moeten ze drie kwartalen daarvoor ook een andere (hoofd)job van minstens 80% gedaan hebben, waarvoor ze wel sociale bijdragen betalen. Bij gepensioneerden zijn de voorwaarden soepeler en volstaat de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben of twee kwartalen in het pensioenkadaster staan.”

Bijna 20% van actieve 65-plussers doet flexi-job

Als we de verschillende leeftijdsgroepen onder de loep nemen die flexi-jobs doen, valt op dat 17% van het flexwerk ingevuld wordt door 65-plussers. Daarmee zijn ze na de 25-35-jarigen (33%) de grootste groep flexwerkers.

Leen Smeets: “Een flexi-job is een interessante manier om nog een extra centje bij te verdienen bovenop een andere (deeltijdse) job of een pensioen. Heel wat 65-plussers die actief willen blijven zien bovendien in een flexi-job aan het einde van hun loopbaan nog de kans om eens iets anders te doen dan wat ze voorheen deden.”

Bron: de verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de gegevens van werknemers actief bij 8300 werkgevers uit de sectoren waar flexijobs zijn toegestaan, die samen meer dan 45.000 mensen tewerkstellen.