Hoe kleiner de onderneming waarin je werkt, hoe minder kans op afwezigheid door ziekte. Dat blijkt uit een onderzoek van hr-dienstenverlener Acerta. Een preventief ziekteverzuimbeleid vanuit de onderneming en een snellere re-integratie van langdurig zieken kunnen ziekteverzuim daadwerkelijk terugdringen.
Voor werkgevers wordt preventie essentieel als het recente voorstel van minister De Block, waarbij bedrijven tot 10 procent van de ziekte-uitkering zouden moeten betalen, erdoor komt. De kans op een effectieve re-integratie wordt bovendien bevorderd als de gesprekken met de werknemer reeds starten tijdens de eerste maand ziekte.
In het onderzoek van Acerta worden de verschillende ziekteverzuimepisodes belicht. Omdat de verschillende lengtes van ziekteperiodes een andere impact hebben op de collega’s, op de onderneming en de economie, is een aparte belichting van korte, middellange en lange afwezigheden noodzakelijk. Sinds begin oktober 2016 krijgen langdurig zieken bovendien officieel, een maand na het begin van hun afwezigheid, een vragenlijst toegestuurd. Op basis daarvan wordt uitgemaakt, in samenwerking met de adviserend geneesheer, of en hoe ze opnieuw aan het werk kunnen gezet worden.
Dubbel zo veel arbeiders als bedienden ziek
In 2011 waren er dagelijks gemiddeld 6,41% werknemers in een Belgisch bedrijf afwezig door ziekte, in 2015 was dit 7,17%. Dit percentage kent jaarlijks een structurele stijging van 3%. Over alle ziekteverzuimepisodes heen zijn er dubbel zo veel arbeiders afwezig als bedienden: vorig jaar waren dagelijks 10 op 100 arbeiders binnen een onderneming afwezig, terwijl dit bij bedienden 5 op 100 was. Tegenover 2011 betekent dit een stijging van 10% bij arbeiders, bij de bedienden noteert men zelfs een stijging van 12%.
Mannen zijn minder afwezig dan vrouwen: vorig jaar waren mannen gemiddeld 5,9% van hun arbeidsuren ziek, terwijl dit bij vrouwen 8,6% was. Hier wordt een stijging van respectievelijk 10 en 13% opgetekend ten opzichte van 2011.
Dagelijks 10% ziek in ondernemingen met 1000 werknemers
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat, onafhankelijk van de duur van alle ziekteverzuimperiodes, de grootte van de organisatie een belangrijke factor is. Hoe minder het aantal werknemers in een bedrijf, hoe minder absenteïsme ten gevolge van ziekte. “Bij bedrijven met minder dan 5 werknemers merken we een dagelijkse afwezigheid van 4% van het aantal werkenden. Dit stijgt structureel naar 7,5% voor werkgevers met 50 tot 100 werknemers, en piekt op 9,5% voor ondernemingen met meer dan duizend werknemers.”
Opvallend meer jongeren kortstondig afwezig
Het korte ziekteverzuim is de periode minder dan een maand waarvoor de werknemer een gewaarborgd loon uitbetaald krijgt door de werkgever. Een bediende wordt gedurende een maand uitbetaald door de werkgever, bij arbeiders is dit twee weken maar wordt er een aanvulling gegeven bij de ziekte-uitkering van de mutualiteit tot het normale loon. Het absenteïsme op korte termijn is vrij stabiel bij arbeiders – Acerta merkt zelfs sinds 2011 een minieme daling van 2,66% naar 2,57% op – terwijl de bedienden een licht stijgende trend markeren in 2015. Algemeen zien we een minieme stijging van afwezigen op korte termijn: in 2011 waren dagelijks 2,10% van de werknemers voor een korte periode afwezig, in 2015 was dat 2,16%.
“De meest dramatische evolutie in de kortstondige ziekteafwezigheden komt vanuit onverwachte hoek. De voorbije vier jaar zien we een sterke stijging van het kortstondig ziekteverzuim in de leeftijdscategorie van 23- tot 28-jarigen. We zien een toename van 20%. Dit betekent dat, terwijl jongeren in 2011 gemiddeld bijna 4 arbeidsdagen afwezig zijn, dit gestegen is tot quasi 5 arbeidsdagen gemiddeld per jaar in 2016.” De traditionele risicogroepen blijven zich echter situeren in de leeftijdscategorie van 28- tot 53-jarigen, al blijft dit beeld quasi ongewijzigd doorheen de jaren. De afwezigheid tijdens de eerste maand stijgt met de leeftijd tot 48 jaar. Na deze leeftijd daalt het kortstondig ziekteverzuim van deze werknemers.
Meer arbeiders dan bedienden langer afwezig
Bij ziekte tussen 1 en 12 maanden zien we een stijging van 20% gedurende de laatste vijf jaar: in 2011 spreken we over 1,68% van de werknemers, in 2015 was dit al 2,05%. Ook hier stijgt het absenteïsme naargelang de omvang van het bedrijf groter wordt. “Van alle bedrijven met minder dan 5 werknemers was 1,3% van de werknemers langer dan een maand afwezig in 2015 – maar minder lang dan een jaar. Voor de ondernemingen met 50 tot 99 werknemers is dit 2,1%, en dit stijgt tot 2,7% in bedrijven met meer dan duizend werknemers.” Bij bedienden is dit type ziekteverzuim vandaag maar de helft zo hoog als bij arbeiders: 3% van de arbeiders was middellang ziek in 2015 tegenover zo’n 1,4% bij bedienden.
Preventie op langdurige ziekte zal extra belangrijk worden voor werkgevers, als het recente voorstel van minister van Sociale Zaken en Gezondheidszorg Maggie De Block goedgekeurd wordt; werkgevers zouden dan een deel van de ziekte-uitkering moeten betalen tussen de tweede en de zevende maand ziekte.
Re-integratie coaching bij langdurige afwezigheid
Het Riziv test sinds oktober langdurig zieken, die langer dan een jaar afwezig zijn, strenger om na te gaan of ze echt arbeidsongeschikt zijn. Deze wijziging kadert in het voorstel van Minister De Block om via een re-integratietraject mensen na een lange afwezigheid weer aan het werk te helpen. Langdurig zieken die volgens artsen nog kunnen werken zullen in de toekomst bijvoorbeeld naar (aangepast) werk worden begeleid.
Uit het onderzoek van Acerta blijkt dat voornamelijk meer arbeiders langer dan een jaar afwezig zijn, en werknemers van grote ondernemingen. Bij arbeiders zien we een stijging van 17% over de voorbije vier jaar, waardoor in 2015 4,13% langdurig ziek was. Bij bedienden is dit type ziekteverzuim maar liefst 60% lager dan bij arbeiders. De overkoepelende percentages voor langdurige afwezigheid bij alle werknemers stijgen van 2,33% in 2011 naar 2,68% in 2015, een stijging dus van 13% in vergelijking met 2011.
Ondernemingen met meer dan 1000 werknemers tekenen een langdurig ziekteverzuim van 3,8% van de werknemers op. Bij de kleinste bedrijven (minder dan 5 werknemers) is dit slechts 1,4% in 2015, en bij bedrijven met 50 tot 99 werknemers is dit 2,5%.