Acerta onderzocht wanneer werknemers beslissen ontslag te nemen en welke invloed factoren als anciënniteit en statuut hierop hebben. Opvallend is dat de categorie van werknemers met 2 tot 5 jaar dienst samen meer dan 38% van het totaal aantal ontslagnames voor zijn rekening neemt.

Acerta merkt dat arbeiders sneller beslissen dan bedienden om een andere job te zoeken: veel bedienden beslissen ontslag te nemen op het ogenblik dat ze tussen 2 en 5 jaar dienst hebben; bij arbeiders ligt de ontslagpiek voornamelijk tijdens hun eerste jaar dienst.

Constant afbreukrisico

Wanneer we kijken naar de periode van het jaar waarin de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt, zien we een relatief gelijke spreiding over de verschillende maanden. Dit wil zeggen dat werkgevers het hele jaar door aandacht moeten hebben voor hun werknemers.

Grootste kans op vertrek na 2 tot 5 jaar

Het moment dat een werknemer zijn ontslag indient, blijkt veel te maken te hebben met het aantal jaren dat hij op dat moment in dienst is.

In 2016 had 11% van de ontslagnemende bedienden minder dan 1 jaar dienst. 21% heeft één tot twee jaar dienst en liefst 41% heeft op dat ogenblik een anciënniteit tussen 2 en 5 jaar. De bedienden met een hogere anciënniteit maken slechts een fractie uit van alle ontslagen door de werknemer.
Arbeiders beslissen sneller om andere horizonten op te zoeken: 16% van de arbeiders die ontslag nemen doet dit in het eerste jaar van de tewerkstelling; 20% van hen vertrekt zelf terwijl ze 1 tot 2 jaar dienst hebben en nog eens 37 % van de arbeiders die ontslag nemen hebben op dat moment een anciënniteit tussen 2 en 5 jaar (of gemiddeld ongeveer 11%/anciënniteitsjaar).

Retentie is echter geen doel op zich. Wanneer de onderneming het nodige gedaan heeft om de inzetbaarheid van zijn werknemer in de onderneming te bevorderen en om hem de kans te geven zich betrokken te voelen bij de organisatie is het beter, als de medewerker toch wil vertrekken, dat hij tevreden vertrekt en zich elders kan ontwikkelen. Hij kan een belangrijke ambassadeur zijn van zijn gewezen werkgever en diens (werkgevers)merk. Eerder onderzoek leert ons bovendien dat bijna 1 op 2 werknemers die vrijwillig vertrokken zijn nadien overweegt om terug te keren. Een goeie kracht die terugkeert met extra opgedane kennis heeft voor de werkgever alleen maar voordelen.

7% van bedienden verlaat werkgever binnen eerste 5 jaar na aanwerving

Als we kijken naar het aandeel van de ontslagnemers ten opzichte van het totaal aantal werkenden komen we tot onthutsende cijfers.

Wat de bedienden betreft neemt 9,5% van de nieuw aangeworvenen al het initiatief om zijn werkgever terug te verlaten in het eerste jaar dienst; bij de bedienden met 1 tot 2 jaar dienst is dit cijfer nog indrukwekkender: bijna 10% beslist om op te stappen. Bij de werknemers met 2 tot 5 jaar dienst daalt het afbreukrisico: nog slechts 6,5% van deze werknemers beslist om de onderneming te verlaten (of gemiddeld slechts 2% van de werknemers met een anciënniteit van respectievelijk meer dan 2, meer dan 3 of meer dan 4 jaar). Het afbreukrisico daalt verder met de anciënniteit: bij een anciënniteit van 30 jaar of meer neemt zelfs minder dan 1 % van het aantal bedienden zelf ontslag.

Arbeiders vertrekken vooral tijdens eerste twee jaar

Arbeiders beslissen duidelijk sneller dan bedienden om een andere job te zoeken en de arbeidsovereenkomst met hun werkgever te beëindigen: 10% van alle arbeiders met minder dan 1 jaar dienst beslist zelf om dan reeds terug te vertrekken; als ze reeds meer dan 1 jaar dienst hebben beslist nog slechts 7,5% om zelf naar een andere uitdaging toe te gaan en van de arbeiders met meer dan 2 maar minder dan 5 jaar dienst neemt slechts 4% (of ongeveer 1,4% per anciënniteitsjaar gemiddeld) zelf ontslag. Ook bij de arbeiders worden de percentages voor ontslag door de werknemer na 5 jaar dienst beduidend kleiner. Van 1000 arbeiders met meer dan 30 jaar dienst ten slotte is er gemiddeld nog slechts 1 die zelf ontslag zal nemen.