Loonkostenontwikkeling 2015-2016

Dit ontwerpakkoord gaat uit van een indexsprong die nu zo snel mogelijk zal worden gerealiseerd en die in alle sectoren een impact zal hebben van 2%. In onze drie buurlanden en in andere concurrerende landen zullen loonakkoorden worden gesloten waarin ondanks de lage olieprijzen over de komende twee jaar toch een inflatiecompensatie van 1,5 à 2% zal worden ingecalculeerd. Dankzij de indexsprong zal de loonkostenhandicap dus al stevig worden afgebouwd.

Naast de indexsprong worden ook de reële loonstijgingen uiterst beperkt gehouden. Zo wordt het moeilijke jaar 2015 maximaal ontzien door het aanhouden van de reële loonblokkering (0%-norm). Slechts vanaf 2016 zijn er zeer beperkte enveloppes voor loononderhandelingen.

Voor de eventuele invulling van de eerste enveloppe (0% tot maximaal 0,5%) wordt aanbevolen deze te besteden aan toekomstgerichte maatregelen, zoals bijvoorbeeld de tweede pijler, langer werken, mobiliteit en vorming, en/of een beroep te doen op financiële elementen die voordelig zijn voor werkgevers en werknemers. De tweede enveloppe (0% tot maximaal 0,3%), voor zover deze wordt besteed, zet in op nettokoopkracht.

Al die elementen samen maken dat de kosten van het ontwerpakkoord op het vlak van de loonkostenontwikkeling, zelfs in de veronderstelling dat alle sectoren en bedrijven de enveloppes maximaal zouden toekennen, minder dan 0,6% van de loonkosten bedragen.

De reële loonstijgingen zullen daarmee beduidend lager liggen dan het reële stijgingsritme van de lonen in onze drie buurlanden dat realistischerwijze kan worden verwacht (1 à 1,5%), zodat ook langs die kant een positieve impact op het concurrentievermogen te verwachten valt.

Bovendien zal er in 2016 een substantiële algemene lastenverlaging worden doorgevoerd van ongeveer 900 miljoen euro, naast de impact van de indexsprong die tegen 2016 sterker voelbaar zal worden.

Door het effect van de indexsprong in combinatie met de uiterst beperkte reële enveloppes in 2016 en de lastenverlaging is de weg naar een verdere inperking van onze loonkostenhandicap ingezet. De concurrentiehandicap sinds 1996 zal daarmee zo goed als volledig worden weggewerkt. Deze afspraken rond de loonkostenontwikkeling zullen op interprofessioneel niveau zo snel mogelijk worden omgezet in regelgeving.

Welvaartsvastheid 2015-2016

Op vraag van de regering spreken de betrokken organisaties zich in het ontwerpakkoord ook uit over de verdeling van de enveloppe voor de welvaartsaanpassing van de sociale en bijstandsuitkeringen voor de periode 2015-2016 (319,5 miljoen euro in 2015 en 627,2 miljoen euro in 2016).

Daarbij hebben zij erover gewaakt dat, conform de vraag van de regering, maximaal werd ingezet op armoedebestrijding en op de laagste en de oudste pensioenen, geen afbreuk wordt gedaan aan de degressiviteit in de werkloosheidsuitkeringen en het systeem niet nog complexer wordt gemaakt, en de factuur voor maatregelen inzake arbeidsongevallen niet wordt doorgeschoven aan de verzekeraars of de werkgevers. De enveloppe voor de werkloosheidsuitkeringen werd overigens niet volledig uitgegeven.

Uitvoering van het akkoord van 17 december 2014

Het akkoord van 17 december 2014 van de Groep van Tien handelde over enkele ‘losse eindjes’ van de eerste fase van het dossier arbeiders-bedienden (compensatiemaatregelen voor de meerkost voor werkgevers als gevolg van de nieuwe ontslagregels en het afschaffen van de carenzdag) en over een aantal bijsturingen rond de maatregelen van de regering op het vlak van de eindeloopbaanstelsels (brugpensioen/SWT en landingsbanen) en het tijdskrediet.

De betrokken organisaties vragen dat de regelgevende teksten rond de losse eindjes inzake het dossier arbeiders-bedienden (o.m. 40 miljoen euro in 2015 en 80 miljoen euro vanaf 2016 voor de afschaffing van de carenzdag, 56 miljoen euro op kruissnelheid voor de compensatie van de meerkosten van de nieuwe opzeggingstermijnen voor arbeiderssectoren, evenals de compensatie van de meerkosten van het ontslag van arbeiders i.k.v. herstructureringen) zo spoedig mogelijk worden uitgevaardigd, wat door de regering werd bevestigd.

Wat de bijsturingen van de regeringsmaatregelen inzake brugpensioen/SWT en landingsbanen betreft, zullen binnen de Nationale Arbeidsraad enkele kadercao’s worden gesloten en enkele bestaande cao’s inzake brugpensioen/SWT worden afgestemd op de koninklijke besluiten die de uitkeringsregelingen bepalen en die recent in uitvoering van de regeringsbeslissingen werden aangepast.

De ontwerpen van cao’s zullen pas in de Nationale Arbeidsraad worden ondertekend op het ogenblik waarop de hogervermelde regelgeving inzake de loonkostenontwikkeling en de regelgeving inzake de ‘losse eindjes’ worden uitgevaardigd.

De besprekingen rond de nieuwe tariefregeling voor de financiering van de externe preventiediensten, enerzijds, en rond de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt en het outplacement van bruggepensioneerden en oudere werklozen, anderzijds, zullen in de komende dagen op het niveau van de Groep van Tien worden voortgezet.

Verlengingen

Ten slotte spraken de betrokken organisaties af om een aantal bestaande afspraken en regelingen te verlengen voor de periode 2015-2016. Het gaat hierbij om:
– de werkgeversbijdrage van 0,10% voor de inspanningen ten voordele van de personen die behoren tot de risicogroepen;
– het systeem van innovatiepremie;
– de vrijstelling van de startbaanverplichting indien de sector een werkgeversbijdrage van 0,15% voorziet bij risicogroepen;
– de financiering en verduurzaming van de overheidstussenkomst in het kader van het 80/20-systeem (tussenkomst werkgever in de kosten voor openbaar vervoer in het woon-werkverkeer via een overeenkomst derde betaler), met een open enveloppe;
– het behoud van de totale boete voor het niet-aanbieden van een outplacementbegeleiding op 1.800 euro.

Sociale vrede en stabiliteit

Met dit ontwerpakkoord geven de betrokken organisaties zuurstof aan de economie en de tewerkstelling in ons land zonder werkgevers op extra kosten te jagen en met vnl. nettokoopkracht voor de werknemers. Zij bieden op die manier tevens een eenduidig, rechtszeker en afdwingbaar kader voor de komende loononderhandelingen op sectoraal en ondernemingsniveau, wat overschrijdingen en onrust in de sectoren en bedrijven moet voorkomen. Dit ontwerpakkoord moet bijdragen tot een duurzame sociale vrede en een stabiele economische situatie.