De economische werkloosheid in ons land zakte in het eerste kwartaal van 2018 historisch laag: arbeiders werden nog slechts 0,83 % van de werkbare uren tijdelijk werkloos geplaatst wegens economische redenen. In 2018 duikt het percentage van de om deze reden niet gepresteerde arbeidsuren onder 1 op 100.
In het eerste kwartaal van 2018 werd 0,40 % van alle werkbare uren wegens economische werkloosheid niet gepresteerd. Akkoord, dat resultaat is ietwat geforceerd optimistisch omdat hier arbeiders en bedienden worden samengenomen, terwijl economische werkloosheid tot 2012 enkel op arbeiders toepasbaar was. Maar zelfs onder enkel de arbeiders wordt economische werkloosheid haast een rariteit. Volgens de cijfers van ACERTA van het eerste kwartaal van 2018 zit een arbeider gemiddeld 1,6 dagen per jaar thuis door economische werkloosheid. In 2017 was dat nog 2,4 dagen en dat was op zich al een daling ten opzichte van de jaren ervoor.
Dirk Vanderhoydonck, Director Acerta Consult: “Economische werkloosheid is een oplossing die toelaat om – voornamelijk – arbeiders in dienst te houden als er tijdelijk minder werk is. Vandaag zien we dat onze economie sterk presteert en dat de vraag naar arbeidskrachten groot is. Uit de dalende cijfers voor economische werkloosheid kunnen we besluiten dat de reserves aan arbeidskrachten die binnen de ondernemingen bestonden quasi nihil zijn. Ondernemingen die hun productie verder willen opvoeren, zullen dus dringend bijkomende arbeidskrachten moeten aanwerven, moeten investeren in een verhoging van de arbeidsproductiviteit of hun arbeiders moeten vragen om meer extra-uren te presteren.”
1 uur economische werkloosheid per Brusselse arbeider per jaar
De cijfers leren ons dus dat zelfs voor arbeiders economische werkloosheid ondertussen iets is waar zij nog nauwelijks mee te maken krijgen. Dat is bij uitstek zo in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het nationale percentage voor economische werkloosheid onder arbeiders mag dan nog 0,83 % bedragen, in Brussel is dat percentage gekelderd tot 0,06 %, dat is goed voor gemiddeld 1 uur economische werkloosheid per arbeider per jaar! Ter vergelijking: in het Vlaams Gewest wordt een arbeider gemiddeld nog 2,2 dagen economische werkloos gesteld per jaar, en voor een Waalse arbeider is dit gemiddeld 2,4 dagen per jaar.
Nu ook textiel en confectie mee met de dalende trend
Bepaalde sectoren moeten nog meer beroep doen op economische werkloosheid dan andere. “De daling van economische werkloosheid zet zich in alle sectoren door en dat is goed nieuws. Uiteraard zijn niet alle sectoren gezakt tot het nationale gemiddelde van 0,83 % of lager. Enkele belangrijke sectoren kennen nog altijd meer economische werkloosheid dan gemiddeld: de bouwsector 1,90 %, de metaalsector 1,07 % en de transportsector 0,88 %. In de voedingsindustrie zakt de economische werkloosheid onder het gemiddelde, namelijk tot 0,59 %. En waar we in het eerste kwartaal van 2017 voor de confectie en textielindustrie tegen de trend in nog een stijging van de economische werkloosheid moesten vaststellen, gaan die sectoren nu mee in de neerwaartse trend, van respectievelijk 5,89 % naar 5,06 % en van 7,21 % naar 6,09 % economische werkloosheid in het eerste kwartaal van 2018.”
Ook de kleintjes doen mee
Kijken we ook nog naar de economische werkloosheid in verhouding tot de ‘maat’ van de ondernemingen. De economische werkloosheid was de voorbije jaren al het laagst in grote ondernemingen en ook daar zet de daling zich verder door. Arbeiders zijn gemiddeld slechts 0,58 % van hun arbeidstijd economisch werkloos als ze in dienst zijn van ondernemingen met meer dan 500 werknemers. In alle ondernemingen met meer dan 100 werknemers bedraagt de economische werkloosheid in het 1e kwartaal van 2018 minder dan 1 % van het aantal arbeidsdagen van de arbeiders. Maar ook de kleinere ondernemingen tonen de dalende trend. Zo hebben ondernemingen met 5 tot 10 werknemers nog het hoogste aandeel economische werkloosheid: hun percentage economische werkloosheid is gelijk aan 1,56 %. Maar ook bij hen is de economische werkloosheid de laatste 4 jaren structureel gedaald met ruim 40 %, “Ook dat is een belangrijk, vermeldenswaardig resultaat: de economische bloei is niet voorbehouden voor grote ondernemingen. Ook de KMO’s genieten hier duidelijk van. En dit vertaalt zich ook bij hen in een belangrijke daling van de toepassing van het stelsel van werkloosheid om economische redenen.”
Over de cijfers – De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren.