In 2014 is de tewerkstelling van de uitzendkrachten toegenomen met meer dan 10%. Dagelijks voerden meer dan 91.000 uitzendkrachten een opdracht uit in verschillende sectoren met een totaal van 181,7 miljoen gepresteerde uren. Voor de arbeiders is de toename groter dan deze voor de bedienden (12% t.o.v. 8%) wat significant is omdat bijna 60% van de groep uitzendkrachten wordt ingezet voor functies met handenarbeid.

Uitzendbureaus erkend voor activiteiten in de bouw nemen 2,54% van de totale uitzendarbeid voor hun rekening terwijl het aandeel tewerkgestelde jobstudent-uitzendkrachten in de uitzendsector 12,4% bedraagt. In 2014 hebben 209.616 jobstudenten een job uitgevoerd via een uitzendkantoor en presteerden samen 22.545.218 uren.

Er waren 7.305 arbeidsongevallen of een toename van 7,6% van het aantal arbeidsongevallen. De groei van tewerkstelling in 2014 betekende dus niet een zelfde groei voor de arbeidsongevallen van de uitzendkrachten. In 2014 is de frequentiegraad1 (Fg) gedaald tot 40,21. Sedert de start van de bevraging van de arbeidsongevallen in 1998 is de frequentiegraad gedaald met meer dan 60%. Een zelfde trend is er bij de jobstudenten waarbij in vergelijking met 1999 het aantal jobstudenten meer dan verdubbeld is, maar de frequentiegraad daalde met 72% en de ernstgraad met 66%. Het aantal verloren dagen door arbeidsongevallen van uitzendkrachten bedraagt 164.478 dagen, d.i. 0,91 dagen per 1.000 gepresteerde uren. Een toename t.o.v. 2013 waar de ernstgraad 0,85 dagen bedroeg. In vergelijking met het jaar 2000 is de ernst van de arbeidsongevallen met meer dan 47% verlaagd of het aantal verloren dagen per 1.000 gepresteerde uren bedroeg toen nog 1,81.

Het in 2014 blijven dalen van Fg toont aan dat de preventiedeskundigen in de sector in staat zijn om ook bij grotere tewerkstelling van uitzendkrachten de eisen voor “veilige arbeidsomstandigheden op de werkplek bij de gebruiker voor de uitzendkracht” te beheersen. In verband met het aantal dagen arbeidsongeschiktheid volgt de uitzendsector de trend, vastgesteld door het Fonds voor Arbeidsongevallen, dat er steeds minder arbeidsongevallen zijn maar dat deze ernstiger zijn en met meer verlet.