Advocatenkantoor Laga kondigt vandaag de resultaten aan van een vergelijkend onderzoek over de ontslagregels dat het in nauwe samenwerking met de partners van haar internationale netwerk heeft uitgevoerd. De studie onderzocht de ontslagprocedures in 31 landen en toont aan dat België, na Italië en Zweden, voor alle scenario’s het land blijft met de hoogste ontslagkosten voor werkgevers.
België is het 7e duurste land voor ontslag zonder objectieve reden, maar klimt naar de 2e plaats voor ontslag met een bepaalde reden. België is één van de weinige landen waar de werkgever een absolute ontslagmacht heeft: rechters kunnen de ontslagbeslissing van de werkgever niet ongedaan maken. De studie toont ook aan dat de gemiddelde kost van een ontslag in West-Europa hoger is dan in Centraal-Europese landen. Sommige landen hebben hun ontslagregels onlangs aangepast (bv. België, Nederland en Italië). De studie houdt rekening met de gemiddelde kost die een werkgever in een bepaald land moet betalen om een werknemer te ontslaan én om tot een finale regeling van het ontslagdossier te komen, zonder tussenkomst van een rechter.
In de diverse scenario’s van de studie is België het duurste land na Italië voor ontslag met een objectieve individuele of economische reden. De redenen hiervoor : “Een werknemer ontslaan blijft duur in België. In dat opzicht is de nieuwe wet om het statuut van arbeiders en bedienden te harmoniseren een gemiste kans om België aantrekkelijker te maken voor werkgevers. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat de oude regels grotendeels van toepassing blijven voor contracten afgesloten vóór 1 januari 2014. Bovendien wordt de verworven anciënniteit in België niet in aanmerking genomen om de ontslagvergoeding te bepalen onder de nieuwe regels. Verder wordt rekening gehouden met het totale loonpakket om de ontslagvergoeding te bepalen, terwijl in sommige andere landen het variabel loon en/of de voordelen in natura worden uitgesloten. Dat maakt het ontslag in deze landen goedkoper. Tot slot wordt de duur van de opzegperiode of worden de socialezekerheidsbijdragen in België niet beperkt.”
België staat echter op de 7e plaats voor ontslag zonder een objectieve reden. In dit geval is een ontslag goedkoper omdat de Belgische wetgeving bepaalde limieten heeft vastgelegd voor een duidelijk geval van onredelijk ontslag.
Andere relevante conclusies van deze studie
– In de meeste landen zijn de wettelijke redenen om een werknemer te ontslaan beperkt en onderworpen aan strenge formaliteiten. België, Finland, Zwitserland, het VK, Denemarken en Luxemburg zijn de uitzonderingen op deze regel. In deze landen kan de rechter de werkgever niet dwingen om de werknemer opnieuw in dienst te nemen. De rechter kan alleen de ontslagvergoeding bepalen.
– In meer dan 60% van de onderzochte landen omvat de berekeningsbasis voor de opzeg- en de ontslagvergoeding, wanneer van toepassing, het totale loonpakket (basisjaarloon en variabel loon evenals de voordelen in natura). In een beperkt aantal landen wordt alleen rekening gehouden met het basisjaarloon voor het bepalen van de opzeg (Bulgarije, Kroatië, Italië, Roemenië, Zwitserland, het VK) of de ontslagvergoeding (Bulgarije, Duitsland, Roemenië, het VK).
– In de meeste landen is er geen of slechts een beperkt verschil in ontslagkost tussen een ontslag om individuele reden of om economische reden. Slechts in een beperkt aantal landen, zoals Bulgarije, de Tsjechische Republiek, Estland, Duitsland, Ierland, Polen en Rusland is er een (beperkt) verschil.
– In alle landen vormt anciënniteit (het aantal jaren dienst binnen de onderneming) het belangrijkste element bij de bepaling van de hoogte van de ontslagkost. Maar meer dan 50% van alle deelnemende landen hebben ofwel de opzegperiode, ofwel de ontslagvergoeding, of beide beperkt.
– De ontslagkost is het hoogst wanneer de werkgever een schadevergoeding voor ongerechtvaardigd ontslag verschuldigd is, wanneer een werknemer zonder reden werd ontslagen. De kostenfactor voor een dergelijk ontslag is gemiddeld minstens twee keer hoger dan de kost voor ontslag met een objectieve reden. Er zijn echter grote verschillen per land. In Ierland kan de kostenfactor voor de werkgever tot 10 stijgen, terwijl in andere landen (bijvoorbeeld de Tsjechische Republiek, Griekenland en Portugal) de kost voor ontslag zonder objectieve reden niet hoger oploopt voor de werkgever. Een beperkt aantal landen kan geen kostenbeoordeling voorleggen omdat ze nog geen ervaring hebben met de nieuwe wetgeving (Nederland), of omdat de kost voor de werkgever sterk afhankelijk is van de beslissing van de rechtbank of omdat een dergelijk ontslag niet mogelijk is (Oostenrijk, Kroatië, Letland, Malta, Slovenië).
– In 60 % van de onderzochte landen vallen algemeen directeurs niet onder de arbeidswetgeving en kunnen de partijen een ontslagregeling overeenkomen, indien van toepassing in het kader van de regels voor deugdelijk bestuur. Voor deze ontslagregelingen is meestal geen specifieke reden vereist.
– In meer dan 70 % van de onderzochte landen moet er naast de opzegvergoeding een ontslagvergoeding worden betaald om een definitieve regeling met de ontslagen werknemer te bereiken (bv. de meeste Centraal-Europese landen, Frankrijk, Italië, het VK).