Pensioenkloof tussen mannen en vrouwen: hoe doet België het ten opzichte van andere EU-landen? In vergelijking met EU-landen zit België in de middenmoot op het vlak van de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen. Ook is het geslachtsverschil bij 65-plussers zonder eigen pensioen groot in België, waarmee ons land op een vierde plaats staat in de EU. Ongelijkheden op de arbeidsmarkt verklaren de pensioenkloof, al kunnen pensioensystemen met een herverdelende werking deze verkleinen. Dat blijkt uit onderzoek van het Federaal Planbureau op vraag van de FOD Sociale Zekerheid in het kader van het Belgische voorzitterschap van de EU.
In alle EU-landen is het gemiddelde pensioen van vrouwen lager dan dat van mannen. In België bedraagt het verschil 25%, net onder het Europese gemiddelde (26%). Ter vergelijking: voor de meeste lidstaten in Centraal en Oost-Europa, evenals voor de Baltische landen worden relatief lage genderpensioenkloven geregistreerd, terwijl veel landen in West- en Zuid-Europa een pensioenkloof hebben die boven het EU-gemiddelde ligt. In de EU als geheel vertoont de genderpensioenkloof tussen 2010 en 2022 een consistente daling, en ook in België is deze kloof kleiner geworden.
In vergelijking met andere EU-landen hebben oudere vrouwen in België vaker geen pensioen
Verder blijkt dat onder de 65-plussers vrouwen in veel Europese landen in vergelijking met mannen vaker geen eigen pensioen ontvangen. België is daarmee na Spanje, Griekenland en Italië een van de lidstaten waar de grootste kloof wordt genoteerd. Een verklaring hiervoor in ons land is het gezinspensioen: bij koppels krijgt de persoon met het hoogste pensioen een hoger pensioen als de persoon met het laagste pensioen afstand doet van zijn of haar pensioenrechten. Het gaat hier nagenoeg altijd over vrouwen die daarvan afstand doen.
Een verklaring voor deze genderpensioenkloof in alle lidstaten zijn de vroegere genderongelijkheden op de arbeidsmarkt. Veruit de belangrijkste factor is de tewerkstellingskloof tussen vrouwen en mannen in de periode dat de huidige gepensioneerden op werkzame leeftijd waren. Een bijkomende factor is de genderkloof in deeltijds werk: in lidstaten waar vrouwen veel vaker deeltijds werken dan mannen heeft dit een impact op het latere pensioen.
Pensioensystemen kunnen de genderpensioenkloof verkleinen
In sommige lidstaten wordt in de pensioenwetgeving expliciet een verschil gemaakt tussen mannen en vrouwen, wat de genderpensioenkloof kan verdiepen maar ook kan verkleinen. Sommige pensioensystemen hebben een sterk herverdelende werking, zowel tussen personen met lagere en hogere lonen als tussen diegene met kortere en langere loopbanen, dankzij onder meer minimum- en maximumpensioenen en gelijkgestelde perioden. Die herverdeling kan de genderpensioenkloof sterk verminderen.
De pensioenkloof tussen mannen en vrouwen is één van de aandachtspunten van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie gedurende de 1ste helft van 2024. Om deze reden heeft de FOD Sociale Zekerheid aan het Federaal Planbureau (FPB) gevraagd om een onderzoek uit te voeren naar de link tussen pensioensystemen, vroegere genderongelijkheden op de arbeidsmarkt en de huidige pensioenkloof tussen mannen en vrouwen in de EU-landen. Daarvoor baseerde het FPB zich zowel op de laatste cijfers van het EU-statistiekbureau Eurostat als op eigen onderzoek van de EU-SILC-data.
Bron: Federaal Planbureau