NL | FR | LU
Peoplesphere

De Belgische economie zou met 1,4 % groeien en 53.000 nieuwe jobs creëeren in 2020.

De groeivooruitzichten voor de Belgische economie in 2020 zijn in vergelijking met onze vooruitzichten van september vorig jaar opwaarts herzien van 1,1% tot 1,4%. De raming voor de kwartaalgroei in 2020 blijft onveranderd, maar een gunstiger overloopeffect – de sterker dan verwachte groei in de tweede helft van 2019 – doet de groei op jaarbasis hoger uitkomen. De werkgelegenheid zou dit jaar met 53 000 personen toenemen, terwijl de inflatie afkoelt tot 1,1%.

Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de minister van Economie. Deze macro-economische vooruitzichten houden enkel rekening met de maatregelen waarvan de toepassingsmodaliteiten met voldoende precisie gekend zijn.

Net als in 2019 zouden de internationale handelsconflicten dit jaar de groei van de wereldeconomie drukken. De Amerikaanse economie verliest aan dynamiek, deels door de geschillen met China, maar ook door het uitdoven van het expansief begrotingsbeleid. De bbp-groei zou er dit jaar vertragen tot 1,9% (t.o.v. 2,3% in 2019).

Onzekerheid over de internationale handel treft vooral de eurozone, die veel opener is dan de Amerikaanse en de Chinese economie. De bbp-groei viel er terug van 1,9% in 2018 tot 1,2% in 2019. De recente stabilisering of voorzichtige herneming van een aantal vertrouwensindicatoren geeft aan dat de neerwaartse risico’s op korte termijn afgenomen zijn, mede door een recent akkoord tussen de VS en China en door de toegenomen kans op een geordend verloop van de brexit. Tegen die achtergrond zou de bbp-groei in de eurozone zich in 2020 nagenoeg stabiliseren op 1,1%.

Dit scenario houdt geen rekening met de negatieve impact van het coronavirus op de Chinese economie en op de internationale handel. De gevolgen zijn momenteel moeilijk in te schatten, maar de epidemie kan het vertrouwensherstel aantasten.

De groei van de Belgische economie zou zich handhaven dankzij de uitvoer en de particuliere consumptie.

De Belgische economie deed het in 2019 beter dan verwacht met een groei van 1,4%. De internationale conjunctuurvertraging remde de uitvoergroei af en het aangetaste consumentenvertrouwen woog op de dynamiek van de particuliere consumptie, maar de groeibijdrage van de netto-uitvoer was minder negatief dan in 2018. De uitvoer en de particuliere consumptie zouden in 2020 aan kracht winnen, maar ook de invoer herneemt fors, waardoor de economische groei zich zou stabiliseren op 1,4%.

De minder gunstige internationale omgeving deed de volumegroei van de Belgische uitvoer in 2018 en 2019 terugvallen tot resp. 1,2% en 1,1%. De uitvoergroei zou in 2020 ietwat hernemen tot 1,9%. Voor het derde jaar op rij zou de dynamiek van de binnenlandse vraag ervoor zorgen dat de invoer sterker groeit dan de uitvoer, wat leidt tot een negatieve bijdrage van de netto-uitvoer tot de economische groei. Het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans zou dit jaar evenwel iets lager uitkomen dan in 2019 dankzij de lagere energieprijzen.

Het reëel beschikbaar inkomen van de particulieren steeg in 2019 met 2,5% en zou dit jaar verder toenemen met 1,9%. Beide jaren worden gekenmerkt door een afkoelende inflatie die lager is dan de indexering van de lonen en van de sociale uitkeringen. Bovendien werd de koopkracht in 2019 ondersteund door verlagingen van de personenbelasting (in het kader van de laatste fase van de taxshift) en door een aanzienlijke toename van de werkgelegenheid. In 2020 worden geen bijkomende maatregelen voorzien ter verlaging van de personenbelasting en vertraagt de jobcreatie. De volumegroei van de particuliere consumptie bleef vorig jaar beperkt tot 1,1% door een aangetast consumentenvertrouwen, waardoor de spaarquote sterk toenam. Tijdens de afgelopen maanden liet het consumentenvertrouwen echter een voorzichtig herstel optekenen. Met een stijging van 1,8% zouden de consumptieve bestedingen de sterkhouder zijn van de binnenlandse vraag in 2020 en zou de particuliere spaarquote zich nagenoeg stabiliseren. De investeringen van de particulieren worden in 2019 en 2020 ondersteund door de lage rente. Ze stegen aanzienlijk in 2019 (5,5%) en zouden zich op een hoog niveau handhaven in 2020 met een verdere toename van 1%.

De versombering van de internationale conjunctuur tastte het Belgisch ondernemersvertrouwen aan in 2018 en tijdens de eerste drie kwartalen van 2019. De bedrijfsinvesteringen bleven niettemin vrij dynamisch, met een volumegroei van resp. 3,9% en 3,1% in 2018 en 2019. Voor dit jaar wordt een minder uitgesproken toename van 2,4% verwacht. Enerzijds wordt het investeringsklimaat nog steeds ondersteund door de hoge rendabiliteit en gunstige financieringsvoorwaarden, terwijl de conjunctuurbarometer duidelijk is verbeterd sinds september 2019. Anderzijds bevindt de industriële capaciteitsbezettingsgraad zich sinds het vierde kwartaal van 2019 net onder zijn historisch gemiddelde, waardoor de behoefte aan uitbreidingsinvesteringen verkleint.

De overheidsconsumptie zou dit jaar met 1,4% toenemen in reële termen, net als in 2019. De overheidsinvesteringen lieten in 2019 een lichte krimp optekenen in volume (-1,1%) doordat de lokale investeringen sterk werden teruggeschroefd. Dit jaar zouden de totale overheidsinvesteringen hernemen met 2,9%. Ze worden geschraagd door de gewesten, terwijl de lokale investeringen verder worden teruggeschroefd, maar minder sterk dan in 2019.

De werkgelegenheidsgroei koelt enigszins af, maar blijft aanzienlijk

Ook vorig jaar nam de binnenlandse werkgelegenheid fors toe (+73.000 personen), wat de globale toename sinds 2014 op 313.000 personen brengt. De werkgelegenheid in de marktsector groeide gemiddeld met 1,5% per jaar tijdens die periode. De zwakke productiviteitsgroei (0,3% per jaar gemiddeld sinds 2014; -0,2% vorig jaar) wordt mee verklaard door de sedert 2015 genomen maatregelen ter vermindering van de arbeidskosten, die een arbeidsintensieve groei in de hand werken. Bovendien bleef ook de werkgelegenheid bij de overheid toenemen tijdens die periode (+19.000 personen sinds 2014). Het aantal werklozen (met inbegrip van de niet-werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen) daalde sinds 2014 met 169.000 personen, terwijl de geharmoniseerde Eurostat-werkloosheidsgraad gevoelig afnam, van 8,5% tot 5,4%.

Dit jaar stabiliseert de groei van de marktactiviteit zich nagenoeg, maar hernemen de productiviteitswinsten (van -0,2% tot 0,4%), in het zog van sterker groeiende reële arbeidskosten. De toename van de binnenlandse werkgelegenheid valt daardoor enigszins terug, tot 53.000 personen. Terzelfdertijd blijft de beroepsbevolking aanzienlijk toenemen (+33.000 personen). De groei van de beroepsbevolking wordt nog nauwelijks ondersteund door demografische factoren, maar berust sinds enkele jaren op een meer dynamische evolutie van de activiteitsgraden. De afname van het aantal werklozen zou dit jaar dus beperkter zijn (-20.000 personen) dan in het recente verleden. De Eurostat-werkloosheidsgraad zou uitkomen op 5,3%.

De inflatie koelt verder af dankzij lagere energieprijzen.

Net zoals in 2019, zou de onderliggende inflatie dit jaar een bescheiden toename laten optekenen die samenhangt met de groeiversnelling van de arbeidskosten sinds 2017. Niettemin zou de totale inflatie verder afkoelen van 1,4% in 2019 tot 1,1 % in 2020. De prijzen van olie, aardgas en elektriciteit zouden in 2020 immers beduidend lager blijven dan vorig jaar.

De groei van de gezondheidsindex, die niet wordt beïnvloed door de prijsdaling van benzine en diesel, zou eveneens terugvallen, van 1,5% in 2019 tot 1,2% dit jaar. Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex, zou de huidige spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen (107,20) worden overschreden in februari 2020.

Bron: Federaal Plan Bureau

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.