Op 8 maart 2017 was het naar jaarlijkse gewoonte Internationale Vrouwendag. Die dag staat in het teken van de emancipatie van de vrouw, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt.
Hr-dienstverlener Acerta, analyseerde voor deze gelegenheid de cijfers omtrent vrouwelijke vertegenwoordiging in typische mannelijke sectoren zoals de bouwsector, metaalbouw en transport.
In totaal bracht Acerta zeventien zware sectoren in kaart en dit voor de periode 2011 tot en met 2017. Niettegenstaande de technologische vooruitgang en het feit dat vrouwen honkvaster zijn dan mannen in deze ‘zware’ sectoren, daalt hun vertegenwoordiging over de jaren heen. Terwijl 10% van de vrouwen meer dan 43 jaar werkt voor éénzelfde werkgever, blijven 10% van de mannen slechts 23 jaar werken voor één bedrijf. In 2011 waren nog 11% van het personeelsbestand vrouwen, in 2017 is dit niveau gedaald tot 9%.
Meer mannen in mannensectoren dan vroeger
Uit een analyse van meer dan 70.000 arbeiders blijkt dat er nog altijd zoiets bestaat als mannensectoren. In bepaalde sectoren, zoals de metaal- of houtindustrie, of onder de elektriciens en garagisten, vallen nauwelijks vrouwen te bespeuren. Meer zelfs, het aantal mannen ten opzichte van het aantal vrouwen neemt er steeds meer toe. Daar waar in 2011 11% van de werknemerspopulatie in deze sectoren vrouwelijk was, daalt deze tot 9% in 2017 in de onderzochte sectoren.
Bouwsector is uitzondering op de regel
Een opvallende uitzondering hierop ziet men in de bouwsector. In 2011 vormden vrouwen slechts 1,14% van het totaal aantal arbeiders tewerkgesteld in de sector. Hoewel het percentage ook in 2017 heel laag is (1,38%) stellen we toch een stijging vast van het aantal vrouwen die in het PC Bouw actief zijn met 20% terwijl de globale tewerkstelling van arbeiders stabiel bleef. Acerta licht toe: “Diversiteit is belangrijk in een organisatie, ook in deze sectoren. Onderzoek toont ook aan dat mannen en vrouwen andere kwaliteiten hebben. Een onderneming een afspiegeling laten worden van de maatschappij blijkt te werken. Werknemers leren elkaar aanvullen in de minder sterke competenties. Idealiter is dus een mix van al deze eigenschappen aanwezig door zowel mannen als vrouwen aan te werven in dezelfde beroepen. In het rekruteringsproces wordt hier dus best rekening mee gehouden.”
Regionale kloof
Er zijn eveneens opvallende regionale verschillen. In Wallonië werken beduidend minder vrouwen in deze sectoren dan in Vlaanderen. De vrouwelijke vertegenwoordiging in deze sectoren in Wallonië tegenover Vlaanderen is respectievelijk 4% en 10%, een zeer belangrijke kloof dus.