De vergoede werkloosheid – zowel de volledige als de tijdelijke werkloosheid – is in 2014 gedaald.
De volledige werkloosheid
Voor de volledige werkloosheid moeten 2 groepen worden onderscheiden, namelijk de uitkeringsgerechtigde werkzoekenden (hun aantal (458.642) is in 2014 gelijk gebleven) en de uitkeringsgerechtigde niet-werkzoekenden (hun aantal is in 2014 zowel gedaald bij de oudere vrijgestelde werklozen (-17,6%) als bij de vrijgestelde werklozen met een bedrijfstoeslag (-4,3%)).
Het totale aantal uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, werkzoekenden en niet-werkzoekenden, is bijgevolg gedaald met 2,7%.
Die evolutie is hoofdzakelijk te verklaren door 3 factoren:
Na 2 jaar van bijna nulgroei kende België in 2014 opnieuw een matige groei van 1%. Er speelt ook een demografisch effect. De beroepsbevolking en de bevolking op arbeidsleeftijd groeien minder dan voorheen. Tot slot is er het effect van sommige hervormingen, vooral inzake activering.
De tijdelijke werkloosheid
Voor de tijdelijke werkloosheid werd in 2014 een forse daling van 27,8% vastgesteld.
De evolutie van de tijdelijke werkloosheid is te verklaren door de gunstigere economische conjunctuur en door de zeer milde winter in 2014.
Het aantal werknemers dat onderbrekingsuitkeringen ontvangt, is met 2,5% gestegen, vooral onder invloed van de thematische verloven (ouderschapsverlof en verlof voor medische bijstand).
In 2014 werd voor het eerst minder gebruik gemaakt van het dienstenchequestelsel (-0,9% gebruikte cheques).
De globale uitgaven van de RVA zijn in 2014 met 451 miljoen euro gedaald.