In de tweede mobiliteitsbarometer van hr-dienstenverlener Acerta, waarin gepeild wordt naar het woon-werkverkeer van de Belgische werknemer, is de fiets de grote winnaar. Het aantal fietsgebruikers steeg vorig jaar met 13,1% ten opzichte van 2015.
Flexibele mobiliteitsoplossingen doen het bovendien ook goed: meer en meer mensen kiezen voor een combinatie van de fiets en de wagen, of de fiets en het openbaar vervoer. Een doorbraak bij het openbaar vervoer kwam er hoegenaamd niet in 2016. In 2016 is de afstand tussen woonplaats en job weer iets kleiner geworden. Hij bedraagt nu gemiddeld 18,50 km.
Kernpunten tweede Acerta-Mobiliteitsbarometer:
– De populariteit van de fiets zet stevig door met een stijging van het aantal gebruikers van 13,1% in 2016 ten opzichte van 2015.
– De mobiliteitscombinaties waarbij de werknemers twee of meerdere vervoermiddelen gebruiken, krijgen meer en meer aandacht. Vooral de fiets wordt vaak afgewisseld met de privéwagen.
– Een doorbraak bij het openbaar vervoer kwam er niet in 2016: het busgebruik steeg licht, het treingebruik daalde lichtjes het laatste jaar.
– De wagen blijft het populairste vervoermiddel: 71,1% verplaatst zich met de auto van en naar het werk.
– 10% van de werknemers gaat met de bedrijfswagen werken vandaag. In 2016 steeg het aantal bedrijfswagens met 3,6% tegenover 2015.
Populariteit van fiets blijft sterk stijgen
De fiets kent sinds 2011 een gestage opmars als vervoermiddel van en naar het werk. Dat was in 2016 niet anders: het aantal werknemers dat regelmatig kiest voor de fiets nam opnieuw opmerkelijk toe met 13,1% ten opzichte van 2015. In 2016 opteerde 20,6% van de werknemers voor de fiets als vervoermiddel.
De cafetariaplannen hebben er mede toe geleid dat de bedrijfsfiets een belangrijkere plaats inneemt. Het afgelopen jaar investeerden heel wat bedrijven in leasingmogelijkheden voor fietsen en elektrische fietsen. Die laatste zorgen er ook meteen voor dat afstand een minder belangrijke rol speelt wanneer een werknemer de keuze moet maken tussen de fiets en een ander vervoermiddel.
Ook de combinaties van de fiets en een ander vervoermiddel zijn een optie. 0,5% van de werknemers combineren de fiets met de trein. 0,2% gebruiken zowel fiets als bus. De combinatie tussen fiets en privéwagen blijkt veruit de populairste mix van vervoermiddelen (7,8%): naargelang de weersomstandigheden maakt de werknemer ’s morgens zijn keuze.
Auto blijft heersen
Ondanks de sterke opkomst van de fiets, bleef de wagen ook in 2016 het meest gebruikte vervoermiddel. Uit de barometer blijkt dat liefst 71,1% van de werknemers zich naar het werk verplaatst met de wagen, waarvan 7,8 % afwisselt met de fiets. Het gebruik van de wagen is zelfs nog licht gestegen (0,3%) in vergelijking met 2015.
In 2016 ging 9,9% van de werknemers naar het werk met een bedrijfswagen, wat een stijging is met 3,6% t.o.v. 2015. Vooral bedienden (17,7%) krijgen een bedrijfswagen ter beschikking gesteld. Arbeiders zullen natuurlijk heel dikwijls met een camionette van de werkgever rijden. Maar slechts zeer uitzonderlijk (0,8% van de arbeiders) krijgen zij een wagen ter beschikking gesteld specifiek voor hun verplaatsing tussen woon- en werkplaats. Hoewel in beide beroepscategorieën er in 2016 een stijging was, is deze meer opvallend bij arbeiders (13,2%) dan bij bedienden (2,3%).
Minder de trein, meer de bus
Het gebruik van het openbaar vervoer is vaak sterk afhankelijk van de locatie waar de werkgever gevestigd is en biedt dus niet altijd een geschikt alternatief voor de wagen. Uit de nieuwe cijfers over 2016 blijkt een opmerkelijke daling van het gebruik van het openbaar vervoer. We zien de sterkste daling bij het gebruik van de trein: dit daalde ten opzichte van 2015 met 4,4%. Het busgebruik daarentegen steeg wel licht met 1,4%.
Gepersonaliseerd mobiliteitsplan als troef in ‘war for talent’
Een werkgever onderscheidt zich als hij inzet op de individuele behoeften van zijn werknemers. Dit levert hem een voordeelpositie op op de arbeidsmarkt en in de ‘war for talent’. Werknemers zijn steeds meer vragende partij om meer inspraak te hebben in hun compensatiepakket, afhankelijk van hun persoonlijke voorkeuren, heeft voorgaand onderzoek van Acerta al uitgewezen.
Opgelet voor addertjes onder het gras bij uitwerking mobiliteitsbudget door regering
België zal blijvend geconfronteerd worden met structurele uitdagingen zoals een verzadigd wegennetwerk en een krappe arbeidsmarkt. Voor de werkgever is het dan ook van cruciaal belang creatief om te springen met mobiliteitsoplossingen zodat bestaand en potentieel talent niet enkel in de buurt moet gezocht worden. In april zou er een voorstel voor het mobiliteitsbudget op tafel liggen bij de federale regering. Een goede uitwerking van dit voorstel kan leiden tot een oplossing voor heel wat mobiliteitsuitdagingen.