Steeds meer werkgevers doen een beroep op flexi-jobs en ook steeds meer mensen kiezen voor het statuut. Een trend die zich duidelijk in de zomermaanden verderzet, zo blijkt uit een analyse van hr-dienstengroep Liantis op basis van gegevens bij meer dan 8.000 werkgevers. Maar liefst 36,4% van de werkgevers die flexi-jobbers mag inschakelen, deed dat ook effectief in juli. In de horeca was dat zelfs 58,3%.

Een flexi-job geeft mensen de kans om op een voordelige manier bij te klussen naast hun hoofdbaan. Er hangen wel strikte voorwaarden aan vast. Zo moet je bijvoorbeeld in het derde kwartaal voor de flexi-job minstens vier vijfde gewerkt hebben bij één of meerdere werkgevers of je moet al gepensioneerd zijn.

Voor veel werkgevers is het in de zomer – naast het inschakelen van jobstudenten – een welkome, flexibele hulp. Uit gegevens van hr-dienstengroep Liantis blijkt dat in de maand juli van dit jaar maar liefst 36,4% van de werkgevers die flexi-jobbers mag inschakelen dat ook effectief deed. Gemiddeld stelden ze 3,8 flexi-jobbers te werk. Het merendeel van hen (56%) is vrouw. Ze verdienen bruto gemiddeld 13 euro per uur. “Daarvan moeten ze niks afgeven: hun brutoloon is in dit geval dus gewoon hun nettoloon. Enkel de werkgever betaalt een werkgeversbijdrage van 25% bovenop dit loon”, vertelt expert Matthias Debruyckere van Liantis

Arbeidsmarkt en dure winkelkar

“De populariteit van het statuut is volgens mij te wijten aan enkele aspecten”, vervolgt Matthias Debruyckere. “Enerzijds is er het feit dat heel wat mensen door de inflatie en de stijgende kosten van pakweg de winkelkar en elektriciteit op zoek gaan naar een manier om zonder al te veel administratie en gedoe flexibel iets bij te verdienen. Anderzijds is het zo dat veel werkgevers op zoek zijn naar manieren om het personeelstekort in hun onderneming op te vangen. Dat personeelstekort is soms structureel, maar soms ook te verklaren door uitval of omdat medewerkers genieten van vakantie.”

Uitbreiding sectoren

Een flexi-job uitoefenen is enkel mogelijk in bepaalde sectoren. Oorspronkelijk konden alleen werkgevers uit de horecasector (PC 302) een beroep doen op het flexi-statuut om bijkomende werknemers aan te nemen. Maar doorheen de jaren kwamen er op verschillende momenten uitbreidingen. Zo kunnen werkgevers sinds dit jaar bijvoorbeeld ook flexi-jobs inschakelen in de zorgsector, PC223 voor de sport en de bioscoopsector.

“Vooral de horecasector is een minnaar van het statuut, natuurlijk ook omdat ze er al het langst mee werken”, licht Matthias Debruyckere toe. “In de afgelopen maand juli schakelde 58,3% van de horecaondernemers flexijobbers in. In juli 2022 ging het om 60,3% van de ondernemers. Een cijfer dat dus ongeveer stabiel blijft, al speelt het slechte weer van de afgelopen maand hier natuurlijk een rol. Als we kijken naar de zorg – die sinds dit jaar voor bepaalde functies een beroep mag doen op flexi-jobbers – zien we dat ‘slechts’ 3,5% er een beroep op doet.”

Laatste opvallende vaststelling: heel wat van de flexi-jobbers zijn ofwel twintigers ofwel zestigers 21,7% van hen is tussen de 25 en de 30 jaar oud, terwijl 10,6% tussen de 64 en de 68 jaar oud is. “Wellicht is de verklaring hiervan dat die leeftijdscategorieën wat meer tijd hebben om bij te werken. De jongere generatie heeft vaak nog geen eigen gezin, terwijl ze wel geconfronteerd worden met hoge kosten bij bijvoorbeeld de huizenjacht. Bij gepensioneerden zijn de kinderen ondertussen al het huis uit. Voor de laatste categorie speelt, naast het bijverdienen op het soms beperkte pensioen, allicht het zinvol bezig zijn ook een rol”, oppert Matthias Debruyckere.

Bron: Liantis