Het gaat de goede kant op met de kwaliteit van jobs in Vlaanderen. Meer dan de helft (51,8%) van de Vlaamse werknemers heeft geen werkbaarheidsknelpunten, blijkt uit de meest recente werkbaarheidsmeting (2023) van de SERV|Stichting Innovatie & Arbeid. Achter de globale cijfers voor de Vlaamse arbeidsmarkt schuilen opvallende verschillen tussen sectoren.

Dat tonen drie nieuwe rapporten die inzoomen op de financiële sector, de groot- en kleinhandel en de sector van de dienstenchequebedrijven. Deze sectorrapporten geven informatie en duiding bij de evolutie van werkbaar werk. Een werkbare job is een job waarvan je niet overspannen of ziek wordt, die werkplezier verschaft en motiverend is, voldoende kans biedt om bij te leren en de nodige ruimte laat voor gezin en privéleven.

Sector dienstencheques

Minder dan één op de drie (30,2%) werknemers in de dienstenchequebedrijven heeft werkbaar werk. Dat is aanzienlijk minder dan het gemiddelde van de Vlaamse arbeidsmarkt (51,8%).

Voor leermogelijkheden doen dienstenchequebedrijven het opvallend slecht. Het aandeel werknemers met onvoldoende leermogelijkheden (51,7%) ligt vele malen hoger dan het gemiddelde in Vlaanderen (13,6%).

Het ziekteverzuim in deze sector is bijna dubbel zo hoog als de rest van de Vlaamse arbeidsmarkt. 21,8% van de werknemers was in 2023 3 of meer keer afwezig, 21,5% was meer dan twintig dagen afwezig tegenover respectievelijk 12,3% en 11,3% voor de volledige Vlaamse arbeidsmarkt.

De werk-privébalans (10,6%) correspondeert met het Vlaamse gemiddelde van 12,9%. Daar hoort wel de kanttekening bij dat slechts één op de vier (27,2%) van de werknemers er voltijds werkt tegenover twee derde (67,9%) op de gehele Vlaamse arbeidsmarkt.

Sector groot- en kleinhandel

In 2023 heeft de helft (50,6%) van de werknemers in de groot- en kleinhandel een werkbare job. De sector doet het daarmee ongeveer even goed als het Vlaamse gemiddelde (51,8%). De werkbaarheidssituatie van deze sector sluit al sinds het begin van de werkbaarheidsmetingen vrij goed aan bij het Vlaamse gemiddelde. Enkel de leermogelijkheden zijn in deze sector beperkter. In 2004 had 30,8% van de werknemers te weinig opleidingskansen, nu is dat nog één op de vijf (20,8%). Dat is een verbetering in de sector maar nog steeds significant meer dan het Vlaamse gemiddelde van 13,6%.

Financiële sector

47,4% van de werknemers in de financiële sector heeft werkbaar werk. Deze sector doet het merkelijk beter voor leermogelijkheden. Slechts één op de twintig (6,1%) werknemers heeft te weinig opleidingskansen om de competenties op peil te houden en verder te ontwikkelen. Vier op de tien (41,3%) werknemers in de financiële sector heeft werkstressklachten. De sector doet het daarmee minder goed dan het Vlaamse gemiddelde van 36,1%. Voor werk-privébalans is er voor het eerst een significant verschil met het Vlaamse sectorgemiddelde. Terwijl 12,9% van de Vlaamse werknemers problemen heeft om werk en privé te combineren, is dat in de financiële sector 16,7%.

Bron: SERV