De historische verdienste van vakorganisaties is enorm. Ze waren in kritieke periode van de geschiedenis de grootste maatschappelijke innovators. Ze liggen mee aan de basis van de verzorgingsstaat. Historisch konden ze hun kritische kracht omzetten in inspiratie, initiatief en innovatie. Dat leverde hen medebeheer op van de sociale zekerheid en in loononderhandelingen. Maar medebeheer betekent ook medeverantwoordelijkheid.Daarom roept Tinera sociale partners op tot verantwoordelijkheidszin.
Die neemt men door te beheren en door, bij moeilijkheden, de toestand uit te leggen aan de bevolking en de maatregelen voor te stellen die nodig zijn. Daarmee zouden de vakorganisaties terug aansluiten bij hun historische verdienste om de toekomst mee vorm te geven, eerder dan het verleden te beschermen tegen de toekomst.
Het middenveld, de veelkleurig geschakeerde civil society, kan een forse factor van maatschappelijke lijm vormen, maar sommigen raakten verkleefd aan uitvoerende taken in de verzorgingsstaat die ze tegen vergoeding verrichten. Ze werden bureaucratische agenten, conservators van een voorbij verleden.
Sociale veranderingen moeten goed en omstandig uitgelegd worden, omdat ze emoties opwekken. De sociale partners – werkgeversorganisaties en vakbonden – beheren de sociale zekerheid: zij kennen beter dan wie ook de cijfers. Ze weten dat een te grote inactieve bevolkingsgroep leeft van steun uit de inkomsten van de arbeid van een te kleine groep actieven. Ze weten dat de pensioenuitgaven dubbel zo snel groeien als de inkomsten uit sociale bijdragen. Ze weten dat de enorme innovatie in gezondheidswetenschap en -technologie niet met steeds meer belastingen kan worden gedekt. Ze weten dat de economische groei van max. 1,5 % te klein is om de stijging van de sociale uitgaven met ongeveer 5% te kunnen financieren.
Vandaag moeten die verantwoordelijken uit het middenveld, zoals hun voorvaders, opnieuw voorvechters worden van veranderingen en bereiders van de toekomst. Ze aarzelen te veel bij elke verandering, ze moeten de moed tonen om de waarheid mee uit te leggen aan de bevolking: aan hun leden, maar vooral aan de kinderen en de kleinkinderen van hun leden – de scholieren die nu maatschappelijke actie voeren voor hun toekomst. De sociale zekerheid moet net hun toekomst borgen, en daar zijn we met de huidige te lage productiviteitsgroei en te lage werkzaamheidsgraad niet toe in staat. We zadelen onze kinderen en kleinkinderen op met toenemende schulden. Weer + 7 miljard €, zegt het Planbureau.
Ambitieuze doelstellingen
Slagen of falen voor het bereiken van de doelstellingen zal vooral afhangen van goed bestuur met een visie op de langere termijn. Formuleer ambitieuze beleidsdoelstellingen waar iedereen beter van wordt en zet de beschikbare expertise van alle kennisinstellingen in voor energie, arbeidsmarkt, pensioenen, zorg, overheidsefficiëntie, onderwijs en gezinsbeleid. De kennis is er, de inzichten zijn er ook, ook inzake klimaatmaatregelen. Itinera vatte de meeste met het oog op de verkiezingen nog eens samen in EEN PLAN VOOR HET LAND.
De voorbije jaren kwamen er ongeveer 200.000 jobs bij. Als we de Nederlandse werkzaamheidsgraad willen halen, ontbreken er nog 500.000, dat is de omvang van de uitdaging. We waren superproductief, maar de OESO geeft aan dat de productiviteitsgroei bij ons 20% achterbleef tegenover vergelijkbare landen. Dat is de ernst van de toestand. En onze economische groei, die tussen 0 en 1,5 % bedraagt, is te klein om de stijging van de sociale uitgaven te kunnen financieren.
Als de groei slechts een half procent lager ligt, verdubbelt de vergrijzingskost, volgens het Planbureau. Een half punt economische groei meer of minder is in staat om ons land te maken of te kraken. We hebben een vooruitstrevend groeibeleid nodig. Daarvoor is cruciaal dat de sociale partners als mede-beheerders opnieuw bij hun historisch vooruitstrevende rol aanknopen, ten bate van het algemeen belang, niet in het minst dat van de volgende generaties.
Bron : Itinera