NL | FR | LU
Peoplesphere

Matige groei en aanhoudend tekort: België blijft worstelen met zijn overheidsfinanciën.

Volgens de laatste economische projecties van de NBB zou de Belgische economische groei tussen 2025 en 2028 stabiel maar matig blijven op ongeveer 1%. Deze prognoses houden al zo goed mogelijk rekening met de eind november aangekondigde begrotingsmaatregelen, die vooral een invloed zouden hebben op de inflatie en de begroting, maar in mindere mate op de reële bbp-groei.

De inflatie zou blijven afnemen tot eind 2027, ondanks de btw-wijzigingen en hogere accijnzen op gas, benzine en stookolie. Zelfs met deze nieuwe besparingen zou het begrotingstekort niet afnemen ten opzichte van 2024 en zou het tussen 2025 en 2028 stabiel blijven rond 5% van het bbp. Met een dergelijk tekort blijft de overheidsschuld verder oplopen.

Gematigde bbp-groei

Ondanks externe schokken hield de Belgische economie het afgelopen jaar stand, net als de wereldeconomie en die van het eurogebied. De bbp-groei wordt geraamd op 1,1% in 2025 en dat groeitempo zou relatief stabiel blijven tot in 2028. De economische bedrijvigheid zou zo toenemen met 1% in 2026 en 2027 en met 1,2% in 2028. Dat sluit grotendeels aan bij onze projecties van juni 2025.

Het Amerikaanse beleid bracht in de loop van 2025 de nodige onzekerheid en volatiliteit teweeg, maar de wereldeconomie en -handel bleken uiteindelijk heel schokbestendig. Hoewel dit invoertarief uiteindelijk hoger ligt dan tijdens de projecties van juni 2025 werd aangenomen, is de handelsonzekerheid sindsdien wat afgenomen. Bepaalde producten zijn bovendien vrijgesteld van tarieven, met name sommige farmaceutische producten, waarvan België er veel uitvoert.

Nieuwe begrotingsmaatregelen

Op 24 november kondigde de federale regering in het kader van het meerjarige begrotingsakkoord een aantal aanvullende besparingsmaatregelen aan. Deze maatregelen werden al zo goed mogelijk verwerkt in deze nieuwe projecties, die volgens een tijdschema van de ECB op 1 december werden afgesloten. Er moesten wel bepaalde aannames worden gemaakt over de precieze tenuitvoerlegging.

De maatregelen hebben een duidelijke impact op de vooruitzichten voor inflatie en loonkosten en zouden wat wegen op de reële bbp-groei. Over de periode 2026 tot 2028 zou de totale inflatie met 0,4 procentpunt stijgen door de btw-maatregelen en de hogere accijnzen op gas en stookolie. De hogere inflatie zal later ook zorgen voor een hogere indexering van de lonen. Deze indexeringseffecten worden gemiddeld evenwel grotendeels tenietgedaan over de prognoseperiode (2026-2028) omdat de indexering van de lonen tijdelijk wordt begrensd.

Vertraging van de consumptie van de huishoudens

De gezinsconsumptie nam fors toe in 2024 maar zal geleidelijk vertragen, ook omdat de koopkracht duidelijk minder snel groeit. Dat kan gedeeltelijk worden verklaard door de beperking van de werkloosheidsuitkeringen en de hervorming van de pensioenen. Deze nieuwe prognoses nemen ook de plafonnering van de automatische indexering voor brutolonen boven € 4000 en uitkeringen boven € 2000 in 2026 en 2028 in aanmerking [1]. Deze nieuwe maatregelen zullen meer bepaald de groei van de koopkracht van gezinnen met een relatief hoger inkomen afremmen, maar zouden vooral leiden tot een lagere spaarquote en niet zozeer de consumptie sterk doen afzwakken. Doorgaans sparen deze gezinnen immers een deel van hun inkomen.

Herstel van de private investeringen

De groei van de bedrijfsinvesteringen trok in de loop van 2025 weer aan. Niettemin leggen de bedrijven nog altijd de nodige voorzichtigheid aan de dag. Volgens onze ramingen zou de investeringsgroei bijdragen aan de toekomstige groei, maar wat lager blijven dan het langetermijngemiddelde.

De investeringen in woningen bleven verder inkrimpen en zouden pas vanaf 2026 een bescheiden herstel inzetten. Dat herstel zal weliswaar niet volstaan om de inkrimping van de afgelopen jaren weg te werken. Eind 2028 zouden de woninginvesteringen in reële termen nog ruim 10% lager liggen dan eind 2019.

Voorzichtige opleving van de uitvoer

De Belgische uitvoer bleef de afgelopen jaren duidelijk achterop bij de groei van de uitvoermarkten die relevant zijn voor België, met grote verliezen aan marktaandeel tot gevolg. Deze achteruitgang kan grotendeels worden toegeschreven aan een reeks specifieke producten, zoals gas, vaccins en diamanten. Sommige van deze producten worden echter eerst ingevoerd en daarna opnieuw door België uitgevoerd, waardoor de netto-impact van dit verschijnsel voor de Belgische economie beperkt blijft. Er wordt niet verwacht dat de achteruitgang zal aanhouden en in de loop van 2026 zou de groei van de Belgische uitvoer geleidelijk weer meer aansluiten bij die van de uitvoermarkten. De invoer zal naar verwachting sneller groeien dan de uitvoer, als gevolg van de robuuste binnenlandse vraag en de zeer invoerintensieve investeringen in defensie. De netto-uitvoer zou dus gedurende de hele projectieperiode de activiteit negatief blijven beïnvloeden.

Toenemende jobcreatie

De nieuwe federale regering zet in op arbeidsmarkthervormingen, waarvan de belangrijkste instrumenten binnen de projectieperiode de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd en de re-integratie van langdurig zieken zijn. Dat moet meer mensen ertoe aanzetten om werk te vinden, maar brengt wellicht ook een wat lagere productiviteitsgroei met zich mee.

Al met al worden tussen 2025 en 2028 naar verwachting zowat 135 000 jobs gecreëerd en zou de werkloosheidsgraad zeer laag blijven, nabij 6%. Daarbij moet worden opgemerkt dat dit percentage niet noemenswaardig zal dalen. Het aantal uitkeringsgerechtigden zal weliswaar sterk dalen, maar een groot deel van hen zal werkzoekende blijven. Op korte termijn zal de succesvolle activering van langdurig werklozen en zieken naar verwachting beperkt zijn tot minder dan een kwart over de projectieperiode.

De inflatie neemt af ondanks de nieuwe overheidsmaatregelen

De inflatie, gemeten volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex, bedroeg in 2025 gemiddeld nog 3%. Hoewel ze vanaf 2026 wordt opgedreven door de nieuwe overheidsmaatregelen inzake indirecte belastingen, zou ze geleidelijk blijven dalen tot 1,7% in 2027. De introductie van het ETS2-emissiehandelssysteem, met onder meer een weerslag op de brandstofprijzen, werd met een jaar uitgesteld. Het zal pas in 2028 van kracht worden, waardoor de inflatie dat jaar weer zou opveren tot boven 2%.

Effect op de loonkosten

Bovendien zal de gezondheidsindex, die als basis dient voor de berekening van de indexering van de lonen, pensioenen en sociale uitkeringen, dezelfde tendens volgen als de inflatie. Het opwaartse effect van deze maatregelen op de loonkostengroei zou evenwel worden gemilderd door de tijdelijke begrenzing van de automatische indexering voor brutolonen vanaf € 4000. Volgens de huidige prognoses, die gebaseerd zijn op de geraamde stijging van de loonkosten in de drie buurlanden, zou de bestaande loonkloof in 2026 gedicht moeten zijn. Daarom verwachten we de mogelijkheid van een licht positieve groei van de conventionele lonen in de periode 2027-2028.

Stabilisering van het begrotingstekort op een hoog niveau

Het begrotingstekort zal in 2025 toenemen tot 5,1% van het bbp. De komende jaren zou het rond de 5% blijven schommelen, ondanks de nieuwe begrotingsmaatregelen. Tussen 2026 en 2028 zou het primair tekort afnemen, maar zouden de rentelasten verder oplopen. Volgens onze voorspellingen zou de schuldratio in 2028 113,8% van het bbp bedragen.

 

Bron: NBB

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.