Je mag een werknemer niet ontslaan omwille van haar of zijn geslacht, ook niet onder het mom van een streven naar een divers personeelsbestand. In een rechtszaak van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen tegen een winkel werd voor het eerst uitdrukkelijk bevestigd dat een medewerkster ontslaan met het oog op een evenwichtiger personeelsbestand een vorm van discriminatie is. De eigenaar van de winkel werd veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van bijna 9 000 euro maar gaat in beroep.
In 2016 ontving een medewerkster van een sportwinkel haar C4. Als motivatie voor het ontslag stond vermeld “evenwichtige verdeling dames-heren in de winkel”. De vrouw diende klacht in bij haar vakbond en deze contacteerde het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Op 11 oktober 2018 oordeelde de arbeidsrechtbank van Gent dat het geslacht van de werkneemster de reden vormde voor haar ontslag en dat de ontslagbeslissing dus een vorm van discriminatie uitmaakt. De eigenaar van de winkel werd veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de vrouwelijke medewerker.
De winkel probeerde zich te verdedigen door te stellen dat een evenwichtige verdeling van vrouwelijke en mannelijke werknemers op de werkvloer noodzakelijk is omdat vrouwen nu eenmaal beter zijn in presentatie en etalage en dat de klanten soms liever door een man of een vrouw worden bediend. De rechtbank oordeelde dat deze argumenten discriminatoir zijn en hieruit niet alleen blijkt dat het individuele ontslag van de vrouw in strijd was met de Genderwet, maar ook het volledige aanwervingsbeleid van de winkel. De rechtbank veroordeelde de winkel daarom niet alleen tot het betalen van een schadevergoeding aan de vrouw, maar ook tot een morele schadevergoeding van 1 300 euro aan het Instituut.
“Het geslacht van een werknemer heeft geen invloed op haar of zijn professionele vaardigheden. Het is achterhaald om te denken dat sommige taken automatisch beter uitgevoerd zullen worden door vrouwen dan wel door mannen. Dat idee berust op genderstereotypen en vooroordelen”, benadrukt Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut.
De eigenaar van de winkel gaat in beroep tegen het vonnis.
Bron : Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen