Meer Belgen beslissen om hun bijberoep uit te bouwen tot een fulltime zelfstandige carrière. Elk jaar maken gemiddeld 3,7% van de mensen die een bijberoep uitoefenen de overstap; hier is een stijging van 23% te merken sinds 2011. Deze trend wijst erop dat de Belgen meer risico durven te nemen en hun job in dienstverband opzeggen voor een zelfstandige carrière.
De hr-dienstengroep Acerta schrijft dit toe aan het economisch herstel. Bijna een kwart van alle starters vorig jaar waagden de sprong. De gemiddelde leeftijd waarop de beslissing genomen wordt, is 33 jaar.
In ons land zijn er zo’n 237.513 zelfstandigen in bijberoep, becijferde het ministerie van Middenstand eind 2015. Uit een onderzoek van Acerta blijkt nu dat er in 2011 3,3% van de mensen met een bijberoep de overstap naar zelfstandige in hoofdberoep maakte; vorig jaar was dit 4,3%. De laatste vijf jaar zien we aldus een licht stijgende tendens.
In het Vlaams Gewest werd de grootste stijging waargenomen: er zijn in 2015 28% meer mensen met een bijberoep die er hun hoofdactiviteit van maakten ten opzichte van 2011. Het Waals Gewest registreerde een stijging van 19%, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was er een lichte daling van 5%.
De gemiddelde leeftijd om een activiteit in bijberoep te starten is 31 jaar. Dat ze pas op de relatief late leeftijd van 33 jaar de effectieve stap zetten naar volledig zelfstandige is echter vrij logisch: “In bijberoep werken is een interessant statuut om een zelfstandige carrière te starten. Pas tussen je dertigste en veertigste neemt je carrière een vlucht, ook als werknemer in een bedrijf. Terwijl je in loondienst echt het beroep leert, expertise opdoet, competenties aanleert, kan je tegelijkertijd doorheen een langere periode een klantenbestand opbouwen in bijberoep. Eenmaal je dan effectief zelfstandige wordt, kan je een vliegende start maken,” zegt Els Schellens, director bij Acerta.
Begin 2015 veranderde ook de wetgeving van het zelfstandige statuut. Vroeger werden de sociale bijdragen van zelfstandigen berekend op het inkomen van het huidige jaar -3, waardoor deze bijdragen vaak niet meer overeen kwamen met het inkomstenjaar. Vanaf 2016 worden de bijdrages betaald op het jaar van prestatie. Els Schellens: “Het statuut leunt nu veel beter aan bij de financiële situatie van zelfstandigen, en dat heeft ook een positief effect op het aantal starters.”
Snellere overgang
“We zien ook een opvallende verandering in de duur van de periode waarin men wacht om over te schakelen van bij- naar hoofdberoep. In 2014 merkten we dat het bijna twee jaar en één maand duurde vooraleer er overgestapt werd, in 2015 was dit anderhalf jaar”, aldus Els Schellens. In 2015 zijn ze in Brussel het snelst, daar wachten ze amper 1 jaar voor ze volledig voor hun activiteit in hoofdberoep gaan. In Wallonië doen ze er gemiddeld anderhalf jaar over, Vlamingen zijn iets meer afwachtend met twee jaar.
Een business starten in bijberoep is van alle tijden: het is de ideale formule om te testen of het werkt en tegelijkertijd kan je op een financiële extra rekenen. “Dat er meer en meer mensen de overstap maken naar een zelfstandige carrière in hoofdberoep wijst op een voorzichtig economisch herstel, er is opnieuw vertrouwen om de stap te zetten en dat is alvast hoopgevend voor de toekomst. De stap wordt tegenwoordig administratief ook gemakkelijk gemaakt mede dankzij een goede begeleiding van de sociaal verzekeringsfondsen en ondernemingsloketten.”
Daadkrachtige zelfstandige vrouwen
Vijf jaar geleden zetten dubbel zo veel mannen als vrouwen de stap van bij- naar hoofdberoep, maar de vrouwen hebben ondertussen een serieuze inhaalbeweging gemaakt. Bij mannen steeg het percentage van 3,9 naar 4,6 tussen 2011 en 2015 – een stijging van 15% -, het aantal vrouwen die van hun bijberoep hun hoofdberoep maakten, klom van 2,4 naar 3,9%; een stijging van maar liefst 62%.
Consultants voeren lijst van ‘switchers’ aan
De beroepen die het meest overgaan tot een volwaardig statuut zijn consultants en grafisch ontwerpers. Op de tweede plaats komt de bouwnijverheid. De top vijf wordt vervolledigd door de horecasector, paramedici zoals kinesitherapeuten of logopedisten en kleinhandelaars. Mannen die de overstap maken zijn het meest werkzaam in de bouwsector als metser of vloerder bijvoorbeeld, al staan ook tuiniers hier in het lijstje. Bij vrouwen zien we eerder de paramedische beroepen, en verderop in de vrouwelijke top vijf staan ook kapsters en schoonheidsspecialistes.