In ons land dalen de Loonkosten per Eenheid Product (LEP) voor het vierde kwartaal na elkaar, hoofdzakelijk dankzij de maatregelen van de regering, in het bijzonder de indexsprong en de loonmatiging waarover de sociale partners voor de periode 2015-2016 hebben onderhandeld.

De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) heeft vorige week de cijfers over de loonkosten per eenheid product (LEP) bekendgemaakt. Dit concept meet de gemiddelde arbeidskosten per eenheid product en kan dus worden uitgesplitst in twee componenten: het arbeidsloon per werknemer en de productie per werkende (of met andere woorden, de productiviteit van de arbeid op basis van de tewerkstelling).

In de eurozone is de groei van de loonkosten per eenheid product tijdens het laatste kwartaal 2015 versneld (+0,5% na +0,2% in het voorgaande kwartaal), terwijl de arbeidsproductiviteit er voor het derde opeenvolgende kwartaal ongewijzigd is gebleven. Zo stijgen de LEP lichtjes in Frankrijk en in Italië (met 0,2%) en sterk in Duitsland (met 1,0%, na 0,5% in het voorgaande kwartaal).
In ons land dalen de LEP voor het vierde kwartaal na elkaar. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van loonkosten die onder controle zijn dankzij de maatregelen van de regering, in het bijzonder de indexsprong en de loonmatiging waarover de sociale partners voor de periode 2015-2016 hebben onderhandeld.

Het VBO is blij maar vindt dat ons land nog een zeer lange weg af te leggen heeft, want onze loonkostenhandicap blijft op 12,5% liggen, zo becijfert het VBO.