Een nieuw rapport van de IAO en Eurofound toont dat moderne communicatievormen het evenwicht tussen werk en privéleven kunnen verbeteren, maar tegelijkertijd ook de grens tussen beide vervagen.
Het toenemend gebruik van digitale technologieën zoals smartphones, tablets, laptops en desktopcomputers voor thuiswerk of werk op locatie zorgt voor een snelle omvorming van het traditionele arbeidsmodel. Dergelijke toepassingen kunnen het evenwicht tussen werk en privé verbeteren, de pendeltijd inkorten en de productiviteit doen stijgen, maar kunnen ook meer werkuren of een hogere werkintensiteit met zich meebrengen, en werk en privé meer in elkaar doen overlopen, stelt een nieuw rapport van de IAO en Eurofound.
Het rapport Working anytime, anywhere: The effects on the world of work omvat onderzoek in 15 landen, waaronder tien EU-Lidstaten (België, Frankrijk, Finland, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk), Argentinië, Brazilië, India, Japan en de Verenigde Staten. Het maakt een onderscheid tussen verschillende types werknemers die gebruik maken van nieuwe technologieën om buiten de onderneming te werken, waaronder werknemers die geregeld of occasioneel van thuis werken en ICT-mobiele werknemers.
Het rapport benadrukt een aantal positieve effecten van dergelijke werkvormen. Het geeft werknemers meer autonomie over hun arbeidstijd, waardoor ze hun tijd beter kunnen organiseren, en verkort de pendeltijd, wat zorgt voor een betere werk-privé balans en de productiviteit verhoogt. Er zijn echter ook een aantal nadelen, zoals de neiging om langer te werken, en de overlapping tussen betaald werk en vrije tijd, wat stress met zich meebrengt. Het rapport maakt een duidelijk onderscheid tussen thuiswerkers, die een betere werk-privé balans lijken te hebben, en erg mobiele werknemers, die meer risico lopen op gezondheidsproblemen.
“Dit rapport toont aan dat het gebruik van moderne communicatietechnologieën kan leiden tot een betere werk-privébalans, maar tegelijkertijd de grens tussen werk en privé vervaagt, afhankelijk van waar men werkt, en welk beroep men heeft,” zegt Jon Messenger, co-auteur van het rapport.
Om dit verschil aan te pakken doet het rapport een aantal aanbevelingen, zoals het bevorderen van formeel deeltijds telewerk, dat het welbevinden verhoogt en ervoor zorgt dat telewerkers de band met collega’s kunnen behouden. Informeel en bijkomend tele/mobiel werk, die leiden tot langere werkuren, zou daarentegen moeten beperkt worden.
“Het is noodzakelijk om het bijkomende werk dat men presteert door het gebruik van moderne communicatietechnologieën aan te pakken. Het gaat bijvoorbeeld om bijkomend thuiswerk, dat soms beschouwd wordt als onbetaald overwerk. De minimum rustperiodes moeten gerespecteerd worden, om te vermijden dat dergelijk werk een negatieve impact heeft op gezondheid en welzijn,” zegt Oscar Vargas van Eurofound.
Enkel de EU heeft een kaderovereenkomst inzake telewerken, die rekening houdt met de nieuwe organisatie van werk dankzij informatietechnologie. De meeste initiatieven focussen echter op formeel telewerk door thuiswerkers, terwijl de problemen zich vaker voordoen in informeel, occasioneel tele/mobiel werk.
Nu telewerken meer ingeburgerd raakt, is er de nood om offline te zijn om werk en privé gescheiden te houden. Frankrijk en Duitsland overwegen al om hierover afspraken te maken op bedrijfsniveau, en bekijken de huidige en nieuwe wetgeving. Frankrijk nam recentelijk een wet aan die werknemers het recht geeft om offline te zijn na de werktijd. In de toekomst kan dit leiden tot concrete maatregelen, zoals het blokkeren van de toegang tot de mailserver buiten de werkuren, zodat er geen e-mails worden verstuurd na de werktijd en tijdens vakanties. Sommige bedrijven doen dit al.