Opeenvolgende dagcontracten zijn een belangrijk economisch instrument voor ondernemingen om onvoorzienbare pieken en dalen in het werkvolume op te vangen. Op vraag van minister van Werk Kris Peeters hebben de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad een grondige evaluatie gevoerd van het systeem van de opeenvolgende dagcontracten in de uitzendsector.
Gezien het gebrek aan zekerheid voor de betrokken uitzendkrachten, moet het gebruik ervan beperkt worden tot dit beoogde doel. Om oneigenlijk gebruik tegen te gaan, engageren de gebruikers en de uitzendkantoren zich dan ook om over een periode van 2 jaar (2018-2019 ) te komen tot een macro-economische vermindering met 20% van het aandeel van opeenvolgende dagcontracten in het totale aantal uitzendcontracten.
De voorwaarden en modaliteiten om gebruik te kunnen maken van opeenvolgende dagcontacten, die reeds vervat zijn in de cao 108, worden verder verfijnd. De gebruiker moet “de nood aan flexibiliteit” aantonen. Dit is niet nieuw. Maar de cao specifieert nu bijkomend dat deze wordt bewezen voor zover en in de mate dat het werkvolume afhankelijk is van externe factoren of het werkvolume sterk fluctueert of gekoppeld is aan de aard van de opdracht.
De bestaande informatieverplichtingen bij gebruik van opeenvolgende dagcontracten worden uitgebreid. Bij het begin van elk semester moet voortaan aan de ondernemingsraad of bij afwezigheid hiervan, aan de vakbondsafvaardiging, het volgende worden bezorgd:
– Gedetailleerde informatie m.b.t. het aantal opeenvolgende dagcontracten in het voorgaande semester en het aantal uitzendkrachten dat in het voorgaande semester met opeenvolgende dagcontracten werd tewerkgesteld;
– Het bewijs van de nood aan flexibiliteit;
– Op uitdrukkelijk verzoek van de werknemersvertegenwoordigers het aantal uitzendkrachten per schijf van opeenvolgende dagcontracten.
Is er geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging in het bedrijf, dan moet deze informatie volgens dezelfde periodiciteit door het uitzendkantoor aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten worden bezorgd. Wij benadrukken dat de gebruiker op ieder moment zijn flexibiliteitsbehoefte moet kunnen aantonen, ook in ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging.
Deze uitgebreidere informatieverstrekking zal voor het eerst worden toegepast voor het vierde kwartaal van 2018.
Daarnaast wordt de ondernemingsraad, en bij afwezigheid de vakbondsafvaardiging, jaarlijks geraadpleegd over het gebruik van opeenvolgende dagcontracten en de motivatie om hiervan blijvend gebruik te maken.
Bron : Competentiecentrum Werk & Sociale Zekerheid – VBO