De Vlaamse regering gaf afgelopen vrijdag haar goedkeuring aan de verdere concretisering van het duale leren en werken. Via dat vernieuwde stelsel zullen jongeren in meer studierichtingen dan nu reeds het geval is hun kwalificatie op de werkvloer kunnen behalen.
De Vlaamse regering wil het huidige leren en werken opwaarderen, en van duaal leren en werken een sterke leerweg maken. Duaal leren en werken houdt in dat jongeren naast leren op school, ook leren op de werkvloer. De ambitie blijft om een onderwijskwalificatie te halen, maar ook aparte deelcertificaten of een beroepskwalificatie kunnen uitgereikt worden. Het doel is om beter voorbereid te zijn op de arbeidsmarkt.
In het nieuwe systeem werken onderwijs- en opleidingsinstellingen en ondernemingen samen, zijn de statuten eenvoudiger en zijn de verantwoordelijkheden van alle betrokkenen duidelijk omschreven. In januari maakten de Vlaamse ministers van Onderwijs en Werk Hilde Crevits en Philippe Muyters de krachtlijnen van hun plannen bekend. Intussen werden verschillende adviezen ingewonnen, namelijk van VLOR, SERV en Syntra Vlaanderen. Er bleek een groot draagvlak voor duaal leren en werken. Tegelijkertijd was er de vraag voor enkele verfijningen.
Een aantal termen en definities wordt concreter ingevuld. Zo zal het systeem van leren en werken kunnen bestaan als een volwaardige leerweg naast het voltijds secundair onderwijs. Het grote verschil is dat de competenties bij duaal leren en werken voor het grootste deel op de werkvloer verworven worden (er wordt gestreefd naar 60%). Bovendien wordt de doelgroep bepaald op de definitie van de deeltijdse leerplicht, wat concreet wil zeggen dat ook jongeren vanaf 15 jaar in aanmerking kunnen komen.
Duaal leren en werken moet bovendien een positieve keuze zijn. Vandaar dat het initiatief vanuit de jongere en de ouders komt, met een niet-bindend advies van de klassenraad en de trajectbegeleider. Daarop volgt het intakegesprek bij de leerwerkplek. Er wordt daarbij sterk ingezet op de begeleiding van de jongere, door te voorzien in trajectbegeleiding doorheen het leerproces, vanuit de school tot op de werkplek.
De focus van het duaal leren en werken ligt bij arbeidsmarktrijpe jongeren, of jongeren die met relatief beperkte inspanningen tot dat punt gebracht kunnen worden. Via het duaal leren en werken kunnen zij hun onderwijskwalificatie halen. Indien dat niet haalbaar blijkt, zullen zij beroepskwalificaties of deelcertificaten kunnen krijgen. Jongeren die niet kiezen voor duaal leren en werken, kunnen in het voltijds onderwijs terecht. Voor jongeren met specifieke problematieken die vandaag naar leren en werken worden doorverwezen, wordt via het plan ‘Samen tegen Schooluitval’ voorzien in projecten op maat, in samenwerking met werk en welzijn.
Syntra, het ministerie van Onderwijs en sectoren zullen via sectorale partnerschappen werk maken van kwantitatieve, maar vooral ook zo kwalitatief mogelijke leerwerkplekken. Bovendien gaan Werk en Onderwijs een geïntegreerd systeem van kwaliteitszorg ontwerpen dat garandeert dat de studiebekrachtiging aan dezelfde normen voldoet, ongeacht de aanbieder. Het zal ook afgestemd zijn op de cultuur en aanpak in de ondernemingen.
Vlaams minister van Werk Philippe Muyters: “Net zoals we bij het activeren van werkzoekenden zoveel mogelijk maatwerk leveren, is ook dezelfde manier van opleiden niet voor iedereen de beste weg. Wij willen die jongeren de kans geven om iets te doen wat ze graag doen, én hen tegelijk heel goed voorbereiden op hun later professioneel leven. Het bedrijfsleven zoekt goed geschoolde mensen met de juiste attitude. Ik ben ervan overtuigd dat ons nieuw geïntegreerd systeem van duaal leren en werken topkwaliteit kan leveren.”