In 15 jaar tijd is het aantal werknemers dat vier vijfde werkt meer dan verdubbeld. Ook de mannen hebben het viervijfdewerk ontdekt. Hun aantal is zelfs verdrievoudigd. Maar ook de kleine deeltijdse jobs zitten in de lift. Dat blijkt uit een enquête van de FOD Economie.
Het onderscheid tussen voltijds en deeltijds werken is wat achterhaald, zegt arbeidsmarktspecialist Jan Denys die de cijfers van de FOD Economie analyseerde. “Je ziet in dat het typische profiel dat we associëren met deeltijds werken, dus halftijds, twee drie dagen per week, of enkel de voor- of namiddag, niet meer bestaat. Vier vijfde werken is stilaan het nieuwe voltijds werken aan het worden.”
Binnen het deeltijds werk zijn er grote verschillen. Zo heb je werknemers die 70 tot 90 procent werken, het vier vijfde werk zeg maar. Daarnaast is er het klassieke halftijds werken (46-60 procent) en nu komen ook de kleine contracten van 10 tot 30 procent werken, de bijbaantjes, zeg maar, sterk op. “Je ziet vooral dat die twee andere profielen, zeg maar het grote deeltijds werken en de kleine bijbaantjes, sterk toenemen.”
“Vier vijfde werken een mooi compromis”
Vooral het viervijfdewerk is de laatste jaren sterk toegenomen. In 15 jaar tijd gingen drie keer méér mannen vier vijfde werken en dubbel zoveel vrouwen. Er zijn nu zelfs meer vrouwen die vier vijfde werken dan vrouwen die halftijds aan de slag zijn, wat 15 jaar geleden net andersom was.
“Dat is vooral sociologisch te verklaren“, zegt Denys. “Er zijn meer en meer hooggeschoolden, er zijn ook meer vrouwen die werken, meer en meer mensen die voor hun carrière willen gaan. Daarnaast is er ook een grote behoefte aan het afstemmen van de combinatie werk en privé. Vier vijfde werken is dan ook een mooi compromis voor wie zijn werk belangrijk vindt, maar toch wat tijd wil voor het gezin of een andere passie.”
En niet te vergeten: de overheid ondersteunt ook het deeltijds werken via het tijdskrediet wat het financieel ook aantrekkelijk maakt. Het is ook makkelijk om van een viervijfdejob weer over te stappen naar een echte voltijdse job. Want vaak kiezen mensen maar tijdelijk voor viervijfdewerk. En waar het 15 jaar geleden het nog taboe was om als leidinggevende vier vijfde te werken, is dat nu helemaal aanvaard in sommige bedrijven.
“Kleine contracten” komen sterk op
Maar ook de kleine contracten van 10 tot 30 procent werk komen sterk op. In 15 jaar tijd kiezen twee keer zoveel mannen daar nu voor. Maar ook bij de vrouwelijke werknemers is er een stijging met bijna de helft. Ook vaak een gevolg van het deeltijds werken, zegt Denys.
Wie halftijds werkt, zoekt soms noodgedwongen een bijbaantje om financieel rond te komen. “Maar dat is slechts een minderheid“, weet Denys. “We zien toch vooral dat er veel meer hooggeschoolden zijn die vier vijfde werken, maar er dan een baantje voor één dag bij nemen om ook andere talenten te ontwikkelen of andere netwerken op te zetten en zo ook de werkzekerheid te vergroten.”
De 38-urige werkweek loslaten, zoals de federale regering nu overweegt, vindt Jan Denys globaal gezien wel een goed idee. “Het komt tegemoet aan een vraag van de bedrijven die bijvoorbeeld seizoensgerelateerd werken. Het is wel zaak om er een goed model voor uit te werken, telkens in overleg met de sociale partners. Het moet goed ingekaderd zijn en mag zeker niet opgedrongen worden.”
In elk geval zijn er voor de werknemers nu meer mogelijkheden dan vroeger om hun loopbaan zelf creatief in te vullen, besluit Denys.
Bron: deredactie.be