De ministerraad keurt op voorstel van minister van Werk Kris Peeters in tweede lezing een voorontwerp van wet goed rond werkbaar en wendbaar werk, dat uitvoering geeft aan de structurele hervormingen van de arbeidsmarkt die door de regering op 9 april 2016 werden goedgekeurd. Het voorontwerp werd aan het advies van de Raad van State aangepast.
Arbeidsduur
De ondernemingen die een onregelmatige activiteit kennen, kunnen werknemers tewerkstellen boven en onder de dagelijkse of wekelijkse arbeidsduurgrens door de arbeidsduur aan te passen volgens de schommelingen van het arbeidsvolume. Om deze regeling van flexibele uurroosters nog aantrekkelijker te maken, wordt de referteperiode voor de berekening van de arbeidsduur verplicht op een jaar of twaalf opeenvolgende maanden gebracht. Een regeling van flexibele uurroosters kan worden ingevoerd via arbeidsreglement of collectieve arbeidsovereenkomst.
Er wordt eveneens voorzien dat een werknemer op vrijwillige basis 100 overuren kan presteren per kalenderjaar. Om het vrijwillige karakter van het systeem te vrijwaren, moet een geschrift worden opgesteld waarin de vraag van de werknemer om deze overuren te presteren, wordt vastgesteld. Dit geschrift is 6 maanden geldig en kan worden vernieuwd. Deze overuren kunnen uiteraard slechts worden gepresteerd indien de werkgever hiertoe een aanbod doet. Deze overuren geven recht op de
betaling van overloon.
Opleiding
Er werd beslist om vanaf 1 januari 2017 de huidige interprofessionele doestelling van de besteding van 1,9 % van de totale loonmassa aan opleiding te vervangen en om te zetten naar een nieuwe interprofessionele doelstelling van gemiddeld vijf opleidingsdagen per voltijds equivalent en per jaar. Het huidig systeem inzake de verhoging van de opleidingsinspanningen en de hieraan verbonden sancties worden bijgevolg volledig vervangen door de nieuwe bepalingen.
Occasioneel telewerk
Een wettelijk kader wordt voorzien voor het occasioneel telewerk. De werknemer die geconfronteerd wordt met een moeilijke of onvoorziene situatie zal aan zijn werkgever kunnen vragen om occasioneel telewerk te verrichten. Wanneer het voor de werkgever niet mogelijk is om te voldoen aan die vraag, moet hij zijn werknemer hierover schriftelijk informeren. Wanneer het occasioneel telewerk wordt aanvaard, komen de partijen in onderling overleg de modaliteiten en voorwaarden hiertoe overeen. Een collectieve arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement kan het occasioneel telewerk omkaderen.
Uitbreiding van het plus minus conto
Het plus minus conto, dat op dit ogenblik in de automobielindustrie, wordt uitgebreid tot andere sectoren, zowel in de industrie als in de diensten, die op de internationale markt worden geconfronteerd met een sterke concurrentie. Via een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst zullen deze sectoren de mogelijkheid hebben om te voorzien dat de berekening van de gemiddelde werkweek van 38 uur wordt gespreid over verschillende jaren (maximum 6).
Uitzendarbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Voortaan zal een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid voor onbepaalde tijd afgesloten kunnen worden. Uitzendarbeid blijft enkel mogelijk voor het uitvoeren van een door de wet van 24 juli 1987 toegelaten tijdelijke arbeid. Wel is het de bedoeling om in de wet op de uitzendarbeid de mogelijkheid te voorzien om uitzendarbeid te laten verrichten binnen het kader van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt gesloten tussen het uitzendbureau en de uitzendkracht.
Loopbaansparen
Een stelsel van loopbaansparen wordt ingevoerd. Met dit stelsel kan de werknemer tijd opsparen om later tijdens de duur van zijn dienstbetrekking op te nemen als verlof. Op die manier krijgt de werknemer de gelegenheid om zijn loopbaan voor een stuk zelf te sturen en om adempauzes te nemen in zijn professionele leven. Het initiatief voor de invoering en omkadering van het loopbaansparen wordt bij de sectoren en/of de ondernemingen gelegd, maar de werknemer kan niet verplicht worden om er aan deel te nemen.
Schenking van conventioneel verlof
Het voorontwerp voert een kader in waarbinnen de werknemers een schenking van hun conventionele verlofdagen zullen kunnen doen aan collega’s die een ernstig ziek kind hebben.
Hervorming werkgeversgroepering
Voortaan is voorzien dat de werkgeversgroepering niet meer dan 50 werknemers kan tewerkstellen. De koning kan deze drempel evenwel verhogen. Bovendien werd de procedure voor het verlenen van de ministeriële toelating om te functioneren als een werkgeversgroepering vereenvoudigd. In dit verband kan de minister van Werk, indien nodig, het advies vragen van de Nationale Arbeidsraad.
Vereenvoudiging van de deeltijdse arbeid
Het voorontwerp voorziet in een vereenvoudiging en modernisering van een aantal aspecten van de deeltijdse arbeid met het oog op de verlichting van de administratieve lasten voor de werkgevers, zonder evenwel afbreuk te doen aan de rechten van de deeltijdse werknemers en de bescherming van hun arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden en zonder te raken aan de bestaande garanties tegen mogelijke misbruiken en de bestaande controlemiddelen in de strijd tegen de sociale fraude.
Glijdende werktijden
Een wettelijk kader wordt ingevoerd om glijdende uurroosters in de onderneming in te stellen op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement. Een regeling van glijdende uurroosters laat de werknemer toe om het begin en het einde van zijn arbeidsprestaties te bepalen, met respect voor de stam- en glijtijden die werden bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement.
Uitbreiding palliatief verlof en tijdskrediet
Het voorontwerp van wet brengt de totale duur van het recht op palliatief verlof van twee maanden op drie maanden. Daarnaast voorziet het in een uitbreiding van het recht op tijdskrediet met een zorgmotief naar 51 maanden indien de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 niet tijdig wordt aangepast in deze zin.
E-commerce
Een wettelijke afwijking op het verbod van nachtarbeid zal ingevoerd worden voor het uitvoeren van alle logistieke en ondersteunende diensten verbonden aan de elektronische handel.
Het voorontwerp wordt voor ondertekening aan de Koning voorgelegd en wordt nadien bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers ingediend.