Van alle Vlaamse gemeentes kiezen werknemers in de provincie West-Vlaanderen het minst vaak voor de wagen om zich naar het werk te verplaatsen. En dat terwijl de wagen nog steeds sterk heerst onder Vlaamse werknemers.

Dat blijkt uit de tweede Mobiliteitsbarometer van hr-dienstverlener Acerta. 70% van de Vlaamse werknemers koos in 2016 voor de wagen terwijl dat in West-Vlaanderen 67% was. Het wagengebruik in het West-Vlaamse woon-werkverkeer bleef in 2016 wel stabiel ten opzichte van 2015. Het openbaar vervoer daarentegen verloor zwaar aan populariteit met een daling van 5,6% op één jaar tijd. De fiets zit dan wel weer in de lift.

Een doorsnee West-Vlaamse werknemer legt dagelijks gemiddeld 18,5 kilometer af tussen werk- en woonplaats. Een afstand die mooi aansluit op het nationale gemiddelde. Bovendien gaat de provincie ook mee in de nationale tendens: tegenover 2015 daalde de afstand lichtjes. 88% van de West-Vlamingen verlaat bovendien de provinciegrenzen niet om te gaan werken.

Minste autogebruik van alle Vlamingen

Over het algemeen heerst de auto in het Vlaamse woon-werkverkeer met maar liefst 70% van de werknemers die kiezen om zich geregeld met de auto naar het werk te verplaatsen. In West-Vlaanderen is de auto ook het populairste vervoermiddel, echter ligt het aantal werknemers dat zich hier met de auto naar het werk verplaatst opvallend lager op 67%.

Ook het aantal bedrijfswagens ligt in West-Vlaanderen onder het Vlaamse gemiddelde van 9,9%. 7,4% van de West-Vlamingen rijdt met een bedrijfswagen. Het aantal bedrijfswagens in de provincie nam wel toe ten opzichte van 2015 toen nog 7,1% van de werknemers zich met de bedrijfswagen verplaatste.

Gebruik openbaar vervoer daalt in West-Vlaanderen

Tussen 2015 en 2016 nam het gebruik van het openbaar vervoer over het algemeen af. West-Vlaanderen volgt deze tendens. 5% minder werknemers koos er voor de trein. Het busgebruik daalde met 6% ten opzichte van 2015.

West-Vlaanderen kent dan ook een lager gebruik van het openbaar vervoer dan de rest van Vlaanderen. Waar in Vlaanderen 5,1% van de werknemers kiest voor trein of bus, is dat in West-Vlaanderen slechts 3,4%. Ook meteen het laagste percentage van alle Vlaamse provincies. Bovendien daalt het aantal werknemers dat het openbaar vervoer gebruikt voor de woon-werkverplaatsing tegenover vorig jaar.

Fiets in de lift in West-Vlaanderen

Het fietsgebruik in het woon-werkverkeer nam met 3,2% toe in 2016. 21,2% van de West-Vlaamse werknemers koos er geregeld voor om zich naar het werk te verplaatsen met de fiets. Ondanks deze stijging bevindt de West-Vlaanderen zich nog steeds onder het Vlaamse gemiddelde van 23%. Maar de provincie haalt haar achterstand op de rest van Vlaanderen in.

De cafetariaplannen hebben er mede toe geleid dat de bedrijfsfiets een belangrijkere plaats inneemt. Het afgelopen jaar investeerden heel wat bedrijven in leasingmogelijkheden voor fietsen en elektrische fietsen. Die laatste zorgen er ook meteen voor dat afstand een minder belangrijke rol speelt wanneer een werknemer de keuze moet maken tussen de fiets en een ander vervoersmiddel.

Gepersonaliseerd mobiliteitsplan als troef in ‘war for talent’

Een werkgever onderscheidt zich als hij inzet op de individuele behoeften van zijn werknemers. Dit levert hem een voordeelpositie op op de arbeidsmarkt en in de ‘war for talent’. Werknemers zijn steeds meer vragende partij om meer inspraak te hebben in hun compensatiepakket, afhankelijk van hun persoonlijke voorkeuren, heeft voorgaand onderzoek van Acerta al uitgewezen. Thijs Deklerck:

Opgelet voor addertjes onder het gras bij uitwerking mobiliteitsbudget door regering

België zal blijvend geconfronteerd worden met structurele uitdagingen zoals een verzadigd wegennetwerk en een krappe arbeidsmarkt. Voor de werkgever is het dan ook van cruciaal belang creatief om te springen met mobiliteitsoplossingen zodat bestaand en potentieel talent niet enkel in de buurt moet gezocht worden. In april zou er een voorstel voor het mobiliteitsbudget op tafel liggen bij de federale regering. Een goede uitwerking van dit voorstel kan leiden tot een oplossing voor heel wat mobiliteitsuitdagingen.