Wijk-werken, het nieuwe activerend werkgelegenheidsinstrument dat in de plaats komt van het bestaande PWA-statuut, zal op 1 januari 2018 van start gaan. Dat is een half jaar later dan oorspronkelijk voorzien. Alleen zo kan Vlaams minister van Werk Philippe Muyters meer tijd nemen voor voldoende consultatie, en in één beweging de ongerustheid die hier en daar leeft op het terrein zoveel mogelijk wegnemen.

Voor sommige werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt is deeltijds werk niet onmiddellijk haalbaar. Het nieuwe wijk-werken biedt hen de kans om een zeer beperkt aantal uren te presteren in een laagdrempelige werkomgeving en zo stapsgewijs competenties bij te leren. Binnen of na 6 maanden moeten ze dan de volgende stap in een traject naar werk kunnen zetten. Dat kan een stage zijn, een opleiding, een IBO of een van de andere instrumenten.

Het nieuwe wijk-werken is de omvorming van het bestaande PWA-systeem naar een activerend werkgelegenheidsinstrument. Aanvankelijk was het de bedoeling dat het nieuwe systeem op 1 juli 2017 in werking zou treden, maar het gaat om een ingrijpende hervorming voor zoveel mensen, organisaties en lokale besturen, dat beslist werd meer tijd te nemen voor de praktische organisatie. Door het nieuwe wijk-werken op 1 januari 2018 van start te laten gaan is er meer ruimte om iedereen grondig te informeren over de nieuwe visie en kan iedereen zich sterker voorbereiden op de nieuwe rol die zij daarin hebben.

Vlaams minister Philippe Muyters: “De timing wijzigt, de visie doet dat niet. In plaats van mensen eeuwigdurend in een statuut te plaatsen, kiezen we ervoor om hen sterker te maken en competenties aan te reiken zodat ze op een dag hun weg kunnen vinden naar een andere job. Door meer tijd te nemen voor de praktische uitwerking krijgen de lokale besturen, die in dit nieuwe systeem nog steeds vertrouwen en verantwoordelijkheid krijgen, ook meer tijd om zich te organiseren en hun rol met succes op te nemen.”