Kmo’s en hun zaakvoerders zijn zeer begripvol wanneer hun werknemers vragen om af te wijken van de arbeidsduur bij familiale redenen. Meer dan 90% van de kmo’s laten toe dat hun werknemers dan later beginnen, vroeger stoppen of het werk onderbreken. Wanneer het gaat om sociale redenen, is de bereidheid een pak lager en het uitvoeren van hobby’s zijn voor de werkgever bijna nooit een gegronde reden om af te wijken van de arbeidsuren. Een en ander blijkt uit een onderzoek van SD Worx bij 864 kmo’s.
De overgrote meerderheid (94,5%) van de Belgische kmo’s geeft haar werknemers de toestemming om in bepaalde situaties het werk later te beginnen of vroeger te verlaten.
91% van de Belgische kmo’s geven hun werknemers de toestemming om het werk later te beginnen of vroeger te verlaten om familiale redenen (tandartsbezoek, ziek kind, …). Sociale redenen, zoals een wedstrijd van de Rode Duivels of een buurtfeest, of hobby’s zijn voor de kmo’s minder gegronde redenen om af te wijken van de arbeidsuren: het kan wel bij respectievelijk 39,8% (sociale redenen) en 14% (hobby’s) van de Belgische kmo’s.
Onder welke situaties mogen de werknemers binnen uw organisatie het werk soms later beginnen of vroeger verlaten?
Waalse kmo’s zijn hierin een pak minder flexibel dan hun Vlaamse en Brusselse collega’s. 10,4% van de kmo’s in Wallonië zeggen dat het bij hen niet mogelijk is om af te wijken van de arbeidsuren, ongeacht de reden. In Vlaanderen en Brussel is dit slechts 3,6% en 3,4%. Binnen Vlaanderen is Limburg het meest flexibel: minder dan 1% van de kmo’s geeft haar werknemers nooit de toestemming om later te beginnen of eerder te stoppen, ongeacht de reden. Vlaams-Brabant is met 8,3% de minst flexibele Vlaamse provincie. Jonge en kleinere kmo’s zijn flexibeler wanneer het gaat over sociale redenen. 41,2% van de kmo’s met minder dan vijf werknemers laat haar werknemers eerder vertrekken of later beginnen om sociale redenen.
Meer dan de helft van de Belgische kmo’s ziet telewerk niet zitten.
Opvallend is dat de meerderheid van de kmo’s (58,8%) telewerken niet toelaat: van hen zegt bijna 9 op 10 dat dit praktisch niet mogelijk is.
Toch mogen in 19,7% van de kmo’s alle werknemers telewerken; iets meer dan een op vijf (21,5%) laat telewerken toe, maar dan alleen voor bepaalde functies in het bedrijf. Twee op de drie kmo’s waar telewerk wel mogelijk is, geven aan dat hun werknemers hier regelmatig gebruik van kunnen maken. Minder dan de helft (47%) van de kmo’s legt zelfs geen maximaal aantal dagen op.
“Er zijn opvallende regionale verschillen. Telewerken is het best ingeburgerd bij Brusselse kmo’s. Terwijl slechts 39% van de Vlaamse en Waalse kmo’s telewerken toelaten, is dit bij 55% van de Brusselse kmo’s mogelijk. Brusselse kmo’s geven dit voordeel bovendien vaker dan hun Vlaamse en Waalse collega’s aan alle werknemers binnen hun bedrijf. Dat telewerk vooral kan gedijen in een dienstenomgeving is hier natuurlijk niet vreemd aan.”
Mogen werknemers binnen uw organisatie thuis-of plaatsonafhankelijk werken?
Ook binnen Vlaanderen zijn er opvallende verschillen. West-Vlaanderen is het minst flexibel over telewerk. Bij slechts 29% van de West-Vlaamse kmo’s mogen de werknemers (al dan niet afhankelijk van hun functie) vanop afstand werken, terwijl dit in Vlaams-Brabant bij bijna een op de twee kmo’s toegelaten is.