Het aandeel werknemers met een mobiliteitsbudget is in 2022 bijna verdubbeld: van 0,10% in 2021 naar 0,18% in 2022? Dat betekent dat één op 500 werknemers ondertussen voor het mobiliteitsbudget kiest. Met het federale mobiliteitsbudget ruilen medewerkers hun (recht op een) wagen in voor een budget, waarmee ze zelf hun mobiliteit duurzaam invullen. Voorlopig gaat het enkel over bedienden met een bedrijfswagen: één op 80 bedienden met een bedrijfswagen of 1,23%. Vorig jaar was dit de helft.
Gezien de beperkte absolute aantallen, blijft het mobiliteitsbudget een differentiator in de war for talent. Brusselse werkgevers zijn koploper. Dat blijkt op basis van de analyse van SD Worx bij meer dan 36.000 werkgevers en meer dan 1,1 miljoen werknemers.
Op 1 maart 2023 bestaat het mobiliteitsbudget vier jaar.
De Vlaamse werkgevers met mobiliteitsbudget zijn in de meerderheid maar als je rekening houdt met het aantal werkgevers per regio, dan omarmen de Brusselse werkgevers het snelst het mobiliteitsbudget: één op veertig Brusselse werkgevers heeft het ondertussen ingevoerd.
- 2,46% van de Brusselse werkgevers, terwijl dit in 2021 nog maar 1,5% was.
- 0,58% van de Vlaamse werkgevers (blijft stabiel). Vlaams-Brabant ligt hier aan kop (met 1,2%).
- 0,35% van de Waalse werkgevers (tov 0,25% in 2021); Waals-Brabant ligt aan kop met 0,87%.
Annelies Rottiers van SD Worx België verduidelijkt: “2022 betekende bijna een verdubbeling van het mobiliteitsbudget (MOB). Dat het budget ook kan ingezet worden voor de afbetaling of huur van de woning bij meer dan 50% thuiswerk (ook als je verder woont dan 10 km) draagt hier zeker toe bij. Het inruilen van de bedrijfswagen heeft nu het meeste succes bij medewerkers tussen 25-40 jaar. Vooral als de medewerker de auto niet echt nodig heeft of als er voldoende alternatieven voorhanden zijn, zoals in de steden. Natuurlijk moet de werkgever eerst deze mogelijkheid invoeren. Bij Brusselse werkgevers vindt het mobiliteitsbudget het snelst ingang. Ergens wel logisch: in Brussel werken er veel bedienden en het openbaar vervoer is er een alternatief voor het woon-werkverkeer. Wie de bedrijfswagen niet perse nodig heeft privé, zal die sneller kunnen missen. In het algemeen geldt: hoe groter het bedrijf, hoe meer kans dat het mobiliteitsbudget ingevoerd wordt. Werkgevers bieden meer flexibiliteit en kunnen met het MOB inspelen op individuele behoeften: een winner in de war for talent.”
Een paar sectoren die opvallen: Reclamewezen en marktonderzoek, ICT-sector (programmeren van software), Activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer, Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen, maar ook gas-en elektriciteit (PC 326) en de metaalbouw (PC 209) en de chemie (PC 207).
Amaury Gérard, CEO en medeoprichter van Mbrella voegt toe: “Ook wij zien de exponentiële groei in het gebruik van het mobiliteitsbudget. Dit is deels te danken aan de werknemers die er actief naar vragen, waardoor de werkgevers een tandje bijsteken in het kader van de war for talent. Populair is de mogelijkheid om de huur of de hypothecaire lening te financieren met het mobiliteitsbudget, wat werknemers extra comfort biedt in onzekere tijden zoals vandaag. Daarnaast is er ook een stijgende motivatie om de ecologische voetafdruk naar beneden te halen bij werkgevers, wat uiteraard onze missie is.”
Hoe groter de organisatie, hoe meer kans op mobiliteitsbudget
Meer dan 85% van de werkgevers met een mobiliteitsbudget zijn kmo’s (tot 250 werknemers). Maar als je rekening houdt met het aantal bedrijven per segment dan heeft het mobiliteitsbudget het meest succes bij de grootste organisaties. Zo heeft bv. bij de organisaties met 100-250 werknemers één op 24 werkgevers een mobiliteitsbudget (of 4,15%). In organisaties met meer dan 1000 werknemers verdubbelt de kans: 8,25% heeft daar het Mobiliteitsbudget al ingevoerd. In het algemeen geldt: “hoe groter, hoe meer kans dat een werkgever het mobiliteitsbudget kan aanbieden.”
Bron: SD Worx