Ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag publiceert het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) het rapport ‘Over gender en taboes – iedereen aan zet’. Het rapport, gebaseerd op een grootschalig onderzoek in samenwerking met onderzoeksbureau iVOX en vijf open dialoogsessies georganiseerd door het VBO, focust op onderbelichte uitdagingen rond gender op het werk. Daaruit blijkt onder andere dat 1 op de 4 werknemers al eens getuige was van een ongepaste, gendergerelateerde situatie op het werk.
Uit de enquête blijkt dat 1 op de 4 Belgen (25%) op het werk al een situatie heeft meegemaakt waarin ze getuige waren van gendergerelateerde kwesties die ongepast waren en waarbij ze zich ongemakkelijk voelden. Meestal ging het om opmerkingen (62%) en blikken (38%). Discriminatie (26%), ongepaste aanrakingen (24%) en intimidatie (20%) werden ook aangehaald. Van dat kwart van de respondenten geven meer dan 2 op de 5 (43%) aan dat ze in minstens één situatie niets deden om de ‘dader’ terecht te wijzen. In een kwart van die situaties ging het om een persoon hoger in de hiërarchie, waardoor ze die niet durfden aanspreken.
Daarnaast geeft 1 op de 7 Belgen (15%) aan al eens het mikpunt te zijn geweest van gendergerelateerde kwesties die ongepast waren en hen ongemakkelijk maakten. In driekwart van de gevallen werd de ‘dader’ in minstens één situatie door ‘het mikpunt’ op de ongepastheid van hun gedrag gewezen. De meerderheid deed dat face to face.
In 3 op de 5 gevallen werd de ‘dader’ in minstens één situatie niét op de ongepastheid van hun gedrag gewezen.
“Ongepaste gendergerelateerde situaties op het werk komen nog steeds vaak voor en nemen verschillende vormen aan. Het blijkt bovendien moeilijk om er altijd iets van te zeggen. Wat ook opvalt, is dat een groot deel van de getuigen ervoor kiest om niet in te grijpen, vaak uit angst of onzekerheid over de gevolgen. Dat toont nog eens aan hoe uitdagingen rond gender te vaak onbesproken blijven, en waarom inzetten op een cultuur waarin medewerkers zich bewust zijn van hun eigen gedrag en elkaar respectvol aanspreken op ongepast gedrag belangrijk is.” verklaart Elisabet Lenaerts, adjunct-adviseur Werk & Sociale zekerheid voor het VBO
Genderuitdrukking en zelfexpressie op het werk
Verder geven meer dan 8 op de 10 Belgen aan dat ze helemaal zichzelf durven te zijn op het werk. Hoe ouder men is, hoe meer dat het geval is. En hetero’s hebben het er doorgaans makkelijker mee. Qua genderbeleving is er weinig verschil. Verschillen zien we dan wel weer bij het gevoel van waardering of kansen in vergelijking met mensen van een ander gender: daar zijn mannen een stuk resoluter dan vrouwen in hun gevoel dat ze gelijk worden behandeld.
Wel geeft 1 op de 5 Belgen (20%) aan zich aan te passen op het werk om opmerkingen rond hun gender(expressie) te vermijden. Hoe jonger de respondent, hoe meer men geneigd is zich aan te passen. Niet-heteroseksuele mensen zijn vaker geneigd zich aan te passen (31%, versus 18%). Ze geven daarbij significant vaker aan hun kledij aan te passen (17%, versus 10%). Sommigen passen (ook) hun gedrag aan om niet te flamboyant (12%, versus 6%) of niet te flirterig over te komen (8%, versus 4%). Transpersonen passen zich het meest aan (66%).
“Internationale Vrouwendag staat elk jaar op 8 maart in het teken van de erkenning van de sociale, economische, culturele en politieke prestaties van vrouwen wereldwijd. Voor het VBO is dit een uitgelezen moment om aandacht te vragen voor gendergelijkheid in het algemeen en in een ruimere context. De uitdagingen rond gender komen immers veel voor, maar blijken desondanks vaak subtiel, onbesproken, of moeilijk aan te kaarten. We hopen met dit rapport het gesprek te starten op plaatsen waar het nu nog te vaak wordt doodgezwegen.” aldus Pieter Timmermans, CEO van het VBO en Monica De Jonghe, Bestuurder-directeur-generaal & Executive Manager van het competentiecentrum Werk & Sociale zekerheid
Bron & Methodologie : in opdracht van het VBO voerde onderzoeksbureau iVOX tussen 25 september 2024 en 4 oktober 2024 een onlineonderzoek uit bij 2.000 actieve Belgen en studenten. Het staal is representatief inzake taal, gender, leeftijd en diploma. De maximale foutenmarge bij 2.000 actieve Belgen en studenten bedraagt 2,19%.