Demografische vooruitzichten 2019-2070 van het Federaal PlanBureau tonen relatief lage vruchtbaarheid en stabiele jaarlijkse migratie die wordt gekenmerkt door grotere migratiestromen uit de niet EU-landen. Deze oefening toont de impact van alternatieve vruchtbaarheidsscenario’s op de demografische groei. In het licht van de evolutie van de vruchtbaarheid en de vergrijzing, bevestigt deze oefening ook de drijvende kracht van de internationale migratie voor de bevolkingsgroei.
In de projectie, op basis van de besprekingen met verschillende experten, convergeert het vruchtbaarheidscijfer in België op lange termijn naar 1,7 kinderen per vrouw (1,6 in 2018). Sommige vrouwen, in het bijzonder die jonger dan 30 jaar, zouden momenteel het moederschap uitstellen en de vruchtbaarheid zou geleidelijk herstellen in de komende jaren. Dat herstel zou evenwel beperkt zijn doordat het opleidingsniveau van vrouwen blijft stijgen samen met hun grotere deelname aan de arbeidsmarkt, maar ook door de eventuele impact van maatschappelijke veranderingen op het aantal gewenste kinderen.
Van de babyboomgeneratie naar de babybuggeneratie?
Deze hypothese wordt gesteld in een context waarin de vruchtbaarheid sinds 2009 fors daalt. Die daling is gedeeltelijk te wijten aan de gevolgen van de economische en financiële crisis van 2008: door de onzekerheid op de arbeidsmarkt en de strengere voorwaarden voor toegang tot een eigen woning of huurwoning kan het voornemen om een gezin te stichten worden uitgesteld. Momenteel zijn de economische indicatoren minder ongunstig dan tijdens de crisis, maar de vruchtbaarheid heeft zich nog altijd niet hersteld. Hoewel het nog te vroeg is voor een volledige analyse, kunnen evenwel bepaalde elementen worden aangehaald om de omvang en het aanhoudende karakter van de daling van de vruchtbaarheid te verklaren. Die elementen (zie kader) hebben eerder een grotere impact op het aantal gewenste kinderen dan op de moederschapsleeftijd.
Gezien de onzekerheid rond de verklarende elementen van de aanhoudende daling van de vruchtbaarheid, werd de impact van twee alternatieve vruchtbaarheidsscenario’s op de bevolkingsgroei ook geanalyseerd:een scenario met een daling (1,6 kinderen per vrouw over de volledige projectieperiode) en een scenario met een stijging (1,8 kinderen per vrouw op lange termijn).
De immigratie en emigratie blijven hoog.
De netto-impact op de demografische groei blijft positief, maar gematigd. In de projectie schommelt het aantal immigranten in België rond 150 000 personen per jaar. Met jaarlijks ongeveer 130 000 personen blijft de emigratie ook hoog. De netto-impact van de internationale migratie (migratiesaldo) bedraagt dus 20 000 personen per jaar.
De jaarlijkse immigratie in België blijft stabiel in de projectie, maar weerspiegelt tegengestelde evoluties op basis van de nationaliteit van de immigranten:
- De immigratie uit de niet-EU-landen neemt toe, gestimuleerd door de verwachte demografische groei in die landen.
- De immigratie uit de EU-lidstaten neemt daarentegen af door de verwachte lagere bevolkingsgroei in die landen. Het aanzuigeffect als gevolg van de toetreding van de nieuwe lidstaten in de loop van de jaren 2000 valt ook weg.
Merk op dat het aandeel van de personen met de Belgische nationaliteit in de totale Belgische bevolking relatief stabiel blijft (84 %).
Toekomstige bevolkingsevolutie.
De migratiestromen hebben sinds enkele decennia een invloed op de demografische groei in België en dat zal zo blijven. Algemeen genomen verminderen de migratiemaatregelen m.b.t. de grenscontroles de instroom op het grondgebied niet. Ze leiden eerder tot veranderingen in de wettelijke migratiemotieven en migratieroutes, of tot een toename van de illegale migratie.
België vergrijst (en telt vanaf 2040 2,5 personen op arbeidsleeftijd voor één 67-plusser). Naast de houdbaarheid van de overheidsfinanciën brengt een vergrijzende bevolking nieuwe uitdagingen met zich mee op het gebied van huisvesting, mobiliteit, levenskwaliteit, gezondheidszorg, enz.
Wat het geboortecijfer betreft, kampt het publieke debat met een zekere dualiteit. De klimaatproblematiek brengt sommigen ertoe om te pleiten voor een laag geboortecijfer, terwijl de vergrijzing anderen ertoe aanzet om te pleiten voor een hoger geboortecijfer.
Het is belangrijk om over deze verschillende kwesties maatschappelijke debatten te voeren, gevoed door objectieve analyses.
Bron: Federaal PlanBureau