Bijna negen op de tien kmo’s geven hun medewerkers de vrijheid om buiten de werkuren offline te gaan. De meeste werkgevers rekenen op het gezond verstand van de werknemer, ondersteund door concrete richtlijnen via arbeidsreglement of ander schriftelijk document (58%) en technische hulpmiddelen zoals automatische meldingen of instelbare agenda-uren (46%). Een op zes kmo’s (16%) maakt het zelfs technisch onmogelijk om buiten de werkuren nog e-mails te versturen.
Toch blijft formele verankering uit. Kmo’s worstelen met klantverwachtingen (40%) en een werkcultuur waarin medewerkers zelf moeilijk offline gaan (31%). Slechts 10% hanteert een ‘always-on’ bedrijfscultuur. Dat blijkt uit een recente bevraging van SD Worx bij 503 Belgische kmo’s.
Meer dan enkel het arbeidsreglement aanpassen
Bijna een op de drie kmo’s heeft het recht op deconnectie nog niet formeel geregeld. In de praktijk nemen kmo’s wel (een combinatie van) maatregelen en acties:
- Werknemers mogen e-mails en berichten buiten werkuren negeren (87%)
- Bewustwording creëren bij leidinggevenden, zonder specifieke regels (71%)
- Leidinggevenden aanmoedigen om het goede voorbeeld te geven (50%)
- Vergaderingen beperken buiten kantooruren (41%)
- Apps en notificaties uitschakelen buiten werktijd (41%)
- Deconnectie bespreken in team- en individuele gesprekken (31%)
- Vaste tijdsblokken zonder digitale communicatie (16%)
Anneleen Verstraeten, kmo-specialist bij SD Worx, licht toe: “Kmo’s zetten al heel wat stappen om deconnectie te bevorderen, meestal op basis van gezond verstand en soms ondersteund door de technologie. Leidinggevenden spelen een sleutelrol: zij zetten de toon voor een gezonde balans tussen bereikbaarheid en welzijn. Door het goede voorbeeld te geven, creëren ze ruimte voor medewerkers om echt offline te gaan.”
Grootste obstakels voor deconnectie
Hoewel 43% van de kmo’s aangeeft geen obstakels te ervaren, blijkt uit de bevraging dat de rest wel degelijk struikelt over een aantal terugkerende uitdagingen. De meest genoemde hindernissen zijn:
- Hoge verwachtingen van klanten en externe partijen (40%)
Veel kmo’s opereren in een context waarin snelle respons en continue bereikbaarheid als vanzelfsprekend worden beschouwd. Vooral in klantgerichte sectoren is het moeilijk om duidelijke grenzen te trekken rond werkuren. - Medewerkers die moeilijk offline blijven (31%)
Werknemers leggen zichzelf vaak een hoge lat op. Sommigen willen flexibel werken op momenten die hen best uitkomen; anderen voelen druk om altijd beschikbaar te zijn. Dat maakt het recht op deconnectie complex: het is niet alleen een kwestie van beleid, maar ook van een mindset. - Een ‘always-on’ werkcultuur (10%)
Bij één op de tien kmo’s is er sprake van een cultuur waarin permanente bereikbaarheid de norm is. In zulke omgevingen is deconnectie moeilijk in te voeren, zelfs als er technische of beleidsmatige maatregelen bestaan. - Thuiswerk als extra uitdaging
De grens tussen werk en privé vervaagt bij telewerk. Zonder duidelijke afspraken of voorbeeldgedrag van leidinggevenden, is het voor medewerkers moeilijker om echt los te koppelen.
“Deconnectie is een gedeelde verantwoordelijkheid”, zegt Anneleen Verstraeten van SD Worx. “Zeven op de tien kmo’s vinden dat de medewerker zelf de balans werk-privé moet bewaken. Maar ook hier kunnen duidelijke afspraken helpen, bijvoorbeeld bij uitzonderingssituaties zoals ziekte of vervanging. Tenslotte is het verplicht bij organisaties met meer dan 20 werknemers om afspraken over deconnectie op te nemen in het arbeidsreglement of een ondernemings-cao.”
Conclusie: deconnectie leeft, maar vraagt om meer dan goede wil
Deconnectie is geen randthema meer — het leeft bij kmo’s. De meeste werkgevers willen hun medewerkers ondersteunen, en nemen al heel wat initiatieven. Toch blijft het vaak bij informele afspraken, en botsen ze op verwachtingen van klanten, interne werkcultuur en individuele gewoontes.
Wie deconnectie écht wil verankeren, moet verder gaan dan technische tools of losse richtlijnen. Het vraagt om een duidelijk beleid, voorbeeldgedrag van leidinggevenden, en een cultuur waarin offline zijn geen uitzondering is, maar een recht.
“Het recht op deconnectie ligt vandaag moeilijk bij ongeveer één op de tien kmo’s door een cultuur van permanente bereikbaarheid. Zij kunnen inspiratie vinden in de combinatie van maatregelen die andere kmo’s al toepassen”, besluit SD Worx.
Bron: SD Worx