Het Federaal Planbureau publiceert zijn demografische vooruitzichten 2018-2070. In deze referentieprojectie stijgt de Belgische bevolking van 11,4 miljoen inwoners op 1 januari 2018 tot 13,2 miljoen inwoners in 2070. Deze oefening is onder meer gebaseerd op de hypothese dat de vruchtbaarheid die sinds 2010 daalt, opnieuw geleidelijk stijgt tot 2030 naar het niveau dat vóór 2010 is waargenomen.
Zullen economie en vruchtbaarheid nog goed samengaan? Het aantal kinderen per vrouw is gedaald van 1,8 in 2009 tot 1,6 in 2017. Die daling wordt vooral verklaard door een daling van de vruchtbaarheid van de vrouwen tussen 20 en 29 jaar. Die evolutie zou deels kunnen worden verklaard door de wens om de geboorte op die leeftijden uit te stellen als gevolg van de financieel-economische crisis die in 2008 losbarstte en in het bijzonder jonge gezinnen heeft getroffen.
De historische reeksen van de vertrouwensindicator van de consumenten en de vruchtbaarheid tonen een positief verband tussen die twee elementen tijdens de periode 1973-2008: wanneer de vertrouwensindicator stijgt, volgt de vruchtbaarheid (en omgekeerd). De financieel-economische crisis van 2008 heeft ook geleid tot een daling van het consumentenvertrouwen in 2008 en 2009, gevolgd door een daling van de vruchtbaarheid. Ondanks het herstel van de vertrouwensindicator (met evenwel een nieuwe terugval in 2012), is de vruchtbaarheid nog niet opnieuw gestegen. Het algemene economische klimaat wordt nog steeds gekenmerkt door een grotere onzekerheid en moeilijkheden bij het vinden van stabiel werk, wat het samenwonen kan vertragen en de toegang tot de huurmarkt of de aankoop van een woning kan bemoeilijken. Dat is nu vaak een eerste vereiste om een kinderwens concreet te maken.
Een trager herstel van de vruchtbaarheid op middellange termijn
De Demografische vooruitzichten 2018-2070 gaan evenwel uit van een herstel van de vruchtbaarheid, maar in een langzamer tempo dan in het verleden. Ondanks de onzekerheid die nog steeds heerst op de arbeidsmarkt en de moeilijkheden bij de toegang tot de woningmarkt, zou de wens om een gezin te stichten de bovenhand krijgen op de economische moeilijkheden. De vruchtbaarheid zou opnieuw geleidelijk stijgen tot 1,88 kinderen per vrouw in 2030. Volgens die hypothese bedraagt het totale aantal geboorten in België 1,5 miljoen over de periode 2018-2030. De vorige vooruitzichten gingen uit van een herstel van de vruchtbaarheid vanaf 2020. Door de nieuwe waarnemingen en de hierboven kort aangehaalde redenen moest die hypothese worden herzien door meer voorzichtigheid aan de dag te leggen over het herstel van de vruchtbaarheid. Die actualisering vermindert het totale aantal geboorten met 100 000 over de periode 2018-2030.
Wat vaststaat: de vergrijzing van de Belgische bevolking en een toename van de éénpersoonshuishoudens.
De babyboomgeneratie verdwijnt geleidelijk uit de bevolking op arbeidsleeftijd. Samen met een steeds hogere levensverwachting is de vergrijzing een zekerheid. In het gekozen scenario stijgt het aandeel 67-plussers van 16 % in 2018 tot 23 % in 2070. Momenteel telt België één 67-plusser voor 3,8 personen tussen 18 en 66 jaar. In 2070 is die verhouding 1 op 2,5. De babyboomgeneratie versnelt de vergrijzing tot 2040, waarna deze stabiliseert. Vanaf 2030 ligt het aandeel van de 67-plussers hoger dan dat van de min-18-jarigen. Het aandeel van éénpersoonshuishoudens stijgt bovendien aanzienlijk (van 34 % in 2017 tot 42 % in 2070), aangezien die evolutie onder meer toe te schrijven is aan de vergrijzing.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het jonge kloppende hart van België
Door zijn relatief jonge bevolking wordt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest minder hard getroffen door de vergrijzing. Die laatste brengt evenwel de verjonging van de Brusselse bevolking tot stilstand. Het aandeel 67-plussers stijgt van 11 % in 2018 tot 16 % in 2070. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt momenteel ook één 67-plusser voor 5,5 personen tussen 18 en 66 jaar. In 2070 is die verhouding één 67-plusser voor 3,8 personen tussen 18 en 66 jaar. Het aandeel van de 0-17-jarigen blijft hoger dan dat van de 67-plussers over de volledige projectieperiode, wat niet het geval is in de andere twee gewesten van het land. Het aantal éénpersoonshuishoudens in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft stabiel in de projectie.
Bron : Federaal PlanBureau