Volgens de meest recente cijfers van het Riziv werken bijna 88.000 Belgen in het buitenland, goed voor 63% van alle grensarbeiders. Dit is een daling van bijna 4% t.o.v. 2019, vóór de coronacrisis. Daarnaast komen er ook heel wat buitenlandse grensarbeiders naar ons land om te werken. Een goede 52.000 grensarbeiders uit onze buurlanden maken dagelijks de omgekeerde beweging. Tijdens de coronapandemie konden deze werknemers thuiswerken, zonder dat dit een impact had op hun sociale zekerheid of belastingen. Dit zal vanaf 30 juni veranderen…
Ongeveer de helft van de Belgische grensarbeiders werkt in Luxemburg (53%), gevolgd door Nederland (30%) en Frankrijk (10%).
Grensarbeiders betalen doorgaans belasting in het land waar ze werken. Door de opgelegde COVID-19 maatregelen, zagen vele werknemers zich verplicht om van thuis uit te werken. Wanneer ze voor het telewerken in hun thuisland belast zouden worden, zouden ze mogelijk negatieve fiscale gevolgen ondervinden. Tijdens de corona werden thuiswerkdagen van grensarbeiders beschouwd als gewerkte dagen in het buurland. Deze regeling stopt op 30 juni voor Nederland en Duitsland (met resp. 39.009 en 7.838 betrokken grensarbeiders), en ook voor Frankrijk en Luxemburg (met respectievelijk mogelijk 46.403 en 46.808 betrokken grensarbeiders) komt er binnenkort een einde aan.
Véronique Boeva, International Employment Manager van SD Worx: “Na 30 juni tellen weer de internationale dubbelbelastingverdragen voor grensarbeiders. Dit is een aandachtspunt voor werkgevers die werknemers gedeeltelijk van thuis willen laten werken. Er ontstaan situaties van gelijktijdige tewerkstelling met mogelijk de verplichting om een loonverwerking te doen in twee landen, met inhouding van belasting in meerdere landen en extra formaliteiten. Ook het sociaal zekerheidsregime en het arbeidsrecht dat van toepassing is, kan vanaf 30 juni wijzigen. Werkgevers nemen best voor 30 juni hun internationale tewerkstellingssituaties en thuiswerk onder de loep, zodat ze deze zomer niet voor verrassingen komen te staan.”
“De RSZ hanteert vanaf 30 juni weer de gebruikelijke tolerantie tot 25% van de arbeidstijd. Dat is de reden waarom sommige werkgevers tot max. 1 dag thuiswerk per week toestaan. Maar daarmee zijn de fiscale vraagtekens niet van de baan. De fiscaliteit verschilt naargelang het land en het aandeel thuiswerk. Met Luxemburg is er bijvoorbeeld wel een verdrag dat fiscaal 34 dagen thuiswerk per jaar toestaat. Maar ook voor alle andere situaties wil je in orde zijn”, stelt Bart Hollebekkers van SD Worx.
Fransen komen meest naar ons land om te werken
Wat de inkomende grensarbeiders betreft, zijn de cijfers nauwelijks gedaald t.o.v. 2019 (daling van minder dan 0,4%). Ten opzichte van 10 jaar geleden (2011) is de inkomende grensarbeid met bijna 12% gestegen. De uitgaande grensarbeid met bijna 6%. De Fransen zijn in de meerderheid; meer dan de helft van hen werkt in de provincie Henegouwen. Daarna volgen de provincies Luxemburg en West-Vlaanderen.Oost-Vlaanderen en Antwerpen stellen dan weer de meeste Nederlanders tewerk. Limburg volgt als derde.
Welke thuiswerkende grensarbeiders zijn betrokken?
Zowel inkomende als uitgaande grensarbeiders kunnen vanaf 30 juni betrokken zijn.: Nederland en Duitsland hebben reeds beslist dat er geen verlenging van de fiscale gunstmaatregelen volgt. Ook voor Frankrijk en Luxemburg lijkt een verdere verlenging van deze akkoorden niet aan de orde.
Bart Hollebekkers van SD Worx: “We hebben tijdens de coronacrisis gemerkt dat telewerk welgekomen is voor bepaalde taken en medewerkers. Wie rekening wil houden met de voorkeuren van deze medewerkers, ook al wonen ze over de grens, brengt dit best voor 30 juni in kaart. Zo is alles ook goed geregeld en duidelijk op voorhand. Is meer dan 1 dag per week telewerk in het thuisland wenselijk, dan herbekijken we niet alleen de fiscaliteit maar ook de Sociale Zekerheid (SZ), ziekteverzekering en pensioenopbouw. Anders enkel de fiscaliteit.”
Bron: SD Worx – RIZIV 2021 ( meest recente cijfers 30 juni 2021)