Precies 14 landen moet België laten voorgaan, als het op beste pensioensystemen aankomt. Dat blijkt uit de nieuwe ‘Global Pension Index’ die onderzoeksinstituut Mercer lanceert, samen met CFA Institute. Het jaarlijkse rapport belicht ook de kansen en uitdagingen die gepaard gaan met bepaalde trends, zoals de wereldwijde verschuiving van een vaste prestatie pensioenregelingen (DB) naar vaste bijdrageregelingen (DC).
“In België ligt het voornaamste risico voor de werknemer in de periode na pensionering als het ontvangen aanvullend pensioenkapitaal zelf belegd moet worden, ongeacht het type pensioenplan tijdens de loopbaan. Een Belgische DC-regeling bezorgt de werkgever duidelijk extra verantwoordelijkheid om een langetermijnrendement te behalen wat minimaal het wettelijk rendement volgt”, stelt Dirk Kemkers, Senior Pension Consultant bij Mercer.
In een wereld waar de geboortecijfers dalen en de levensverwachting stijgt, bevinden de pensioensystemen zich op een crisispunt, stelt Mercer. President en CEO Pat Tomlinson: “Deze demografische trends vormen voornamelijk uitdagingen voor het wettelijke pensioen, waar meer gepensioneerden meestal gelijk staat met hogere bijdragen. Landen moeten dit probleem aanpakken voor het te laat is. Het garanderen van een sterke afstemming tussen private en publieke pensioenregelingen, meer werknemers laten aansluiten bij een aanvullend pensioenplan en het aanmoedigen van een hogere arbeidsparticipatie voor wie op oudere leeftijd wil werken, zijn slechts enkele manieren om de langetermijnresultaten voor gepensioneerden te verbeteren.”
Shift van ‘defined benefit’ naar ‘defined contribution’
Steeds meer pensioensystemen wereldwijd schuiven op van toegezegde pensioenregelingen, de zogenaamde ‘defined benefit’ (DB), naar toegezegde bijdrageregelingen of ‘defined contribution’ (DC). Maar wat is de impact daarvan? “De voortdurende verschuiving naar pensioenregelingen met vaste bijdragen brengt veel uitdagingen op het gebied van financiële planning met zich mee. Uitdagingen die regelrecht terechtkomen op de schouders van de gepensioneerden van morgen”, aldus Margaret Franklin, president en CEO van CFA en CFA Institute. “DC-plannen vereisen dat individuen complexe financiële planningsbeslissingen nemen die een aanzienlijke impact kunnen hebben op hun financiële omstandigheden, terwijl veel mensen niet goed voorbereid zijn om die beslissingen te nemen. Het rapport legt een aantal lacunes bloot voor het bieden van financiële zekerheid en advies op lange termijn. De behoefte aan financiële adviseurs is andermaal duidelijk.”
B-score voor België
In de wereldranking die Mercer jaarlijks opstelt – intussen voor de 16e keer – blijft het Nederlandse pensioensysteem het beste ter wereld met een totaalscore van 84,8%. IJsland en Denemarken blijven respectievelijk tweede en derde. Ons land strandt op de 15e plaats in de Global Pension Index, goed voor een B-classificatie met een score van bijna 69%. In deze totaalscore spelen drie factoren mee: adequaatheid (of het pensioensysteem doet wat het moet doen, 81,8%), duurzaamheid (hoe houdbaar en betaalbaar is het stelsel op de lange termijn, 40,1%) en integriteit (of het systeem doet wat het moet doen, 87,4%).
Senior Pension Consultant Dirk Kemkers: “Het Nederlandse pensioenstelsel is nog steeds het beste systeem, omdat het overgaat van een DB-structuur naar een meer individuele DC-benadering. Daarnaast kent het systeem een sterke regelgeving en biedt het deelnemers begeleiding. Ook België kent een zeer goede omkadering van het wettelijk pensioen en een breed veld van dekkingen, maar vergeleken met Nederland liggen de pensioenreserves op een laag niveau. Dat vertaalt zich in een mindere score voor ‘duurzaamheid’ en daardoor ook geen top 10 notering.”
Volgens Kemkers zou in ons land de focus voor de werknemer moeten liggen op de periode na pensionering en zouden we daar best nu al mee rekening houden.“Aangezien gepensioneerden bijna uitsluitend een aanvullend pensioenkapitaal ontvangen, dat na de pensionering moet worden belegd ongeacht het over een DB- of een DC-pensioenplan gaat. De werknemer met een DC-pensioenplan heeft tijdens de loopbaan vandaag eerder een beperkt aantal vrijheidsgraden omdat deze meestal niet de mogelijkheid heeft tot extra aanvullende bijdragen, ook biedt een Belgische DC-regeling normaal geen individuele investeringskeuzemogelijkheden aan vanwege het Belgisch wettelijk minimumrendementsgarantie op DC-plannen wat volledig ten laste is van de werkgever. Er ligt dus vooral een druk op de werkgever om binnen de context van de minimale rendementsgarantie een behoorlijk netto reëel rendement (netto rendement na inflatie) te behalen. Het verplicht toekennen van een minimum DC-bijdrage voor alle werknemers moet daarnaast nog steeds worden geïntroduceerd, ook al spreekt de federale overheid al meer dan 10 jaar over een minimumbijdrage van 3%. De uitbreiding van de tweede pijler, met een pensioendekking voor iedereen en een verplichte minimumbijdrage voor alle werkenden in België, zal niet alles oplossen maar toch een eerste belangrijke stap vooruit zijn in een beter pensioenstelsel.”
Bron: Mercer en CFA Institute – 16e jaarlijkse ‘Global Pension Index’