De gemiddelde start-up creëert dubbel zoveel jobs als de gemiddelde kmo in ons land. Bijna negen op de tien kmo’s zijn eenmanszaken, bij de start-ups is dat amper 1,4 procent. Dat blijkt uit een bevraging van Start it @KBC, een van de grootste accelerator van het land. Die bevraging werd voor de tweede keer bij meer dan 150 van zijn start-ups georganiseerd.

Samen met het aantal jobs en de stijgende verkoop nemen ook de investeringen in start-ups toe, de rol van de overheid blijft zeker in een vroeg stadium cruciaal om startende bedrijven te laten groeien.

De impact van start-ups op de werkgelegenheid wordt stevig onderschat. In de gemiddelde start-up werken 4,8 mensen, in de gemiddelde kmo is er volgens cijfers van de Europese Commissie een personeelsbestand van 2,5 mensen. Amper 1,4 procent van de start-ups bestaat uit één persoon (de oprichter), terwijl Unizo aangeeft dat 88 procent van de Belgische kmo’s een eenmanszaak is.

Start-ups blijven ook volop nieuwe jobs creëren. Ze geven in de bevraging aan dat ze in hun team het komende jaar gemiddeld twee extra aanwervingen plannen. Voor de hele Belgische community van Start it @KBC, bestaande uit meer dan 500 actieve start-ups, zou dat betekenen dat er in 2020 zo’n 1.050 vacatures komen.

Lode Uytterschaut, oprichter en CEO van Start it @KBC, licht toe: “Die cijfers liggen in lijn met het advies dat we aan onze start-ups geven om zich te omringen met een team. Om een succesvolle start-up uit te bouwen, heb je verschillende skills nodig: je moet je product bouwen, je moet het verkopen, je moet de cijfers in de gaten houden… Weinig ondernemers kunnen dat allemaal zélf. Het is moeilijk om een nieuw product of een nieuwe dienst in de markt te zetten. Het is keihard werken, je krijgt gegarandeerd met tegenslagen te maken. Op die momenten helpt het als je kan terugvallen op co-founders of een team voor mentale steun en bijkomende expertise.”

De start-ups die deelnamen aan de bevraging realiseerden sinds hun opstart samen al voor 83,9 miljoen euro aan sales. Gemiddeld 540.000 euro per start-up. Die gemiddelde verkoop sinds hun start ligt fors hoger dan vorig jaar, wat niet onlogisch is gezien er voor veel start-ups een extra jaar aan sales bij kwam.

Tom Simonts, Senior Financial Economist bij KBC, reageert op de cijfers: “We zien een exponentiële groei van de omzet van start-ups en dat is goed nieuws. Het is cruciaal voor start-ups om zo snel mogelijk te verkopen want dat is de meest betrouwbare en stabiele vorm van inkomsten. De overheid zou die verkoop verder kunnen stimuleren, liefst in de vorm van een steunmechanisme dat het risico voor klanten ‘verzekert’, Zo zullen meer bedrijven en consumenten de sprong wagen om te kopen van een start-up, zonder zich zorgen te moeten maken over eventuele latere leveringen of dergelijke… Met zo’n steunmechanisme zet je nog meer de turbo op de economische waardecreatie.”

“Betalende klanten zijn voor een start-up nog altijd de meest duurzame vorm van financiering”, bevestigt Lode Uytterschaut. “Start-ups die investeerders willen aantrekken, hebben bovendien een serieus voordeel als ze met de verkoopcijfers in de hand kunnen bewijzen dat er een markt is voor hun producten of diensten.”

Subsidies trekken andere investeringen aan

Ruim 165 miljoen euro, zoveel haalden de bevraagde start-ups al op aan investeringen. Er zijn uiteraard uitschieters – start-ups die puur met eigen geld groeien en start-ups die bijzonder hoge bedragen ophaalden -, maar de gemiddelde start-up trok voor bijna 450.000 euro aan investeringen aan. Ook dat cijfer zit in de lift.

Risicokapitaal blijkt bij de startups de belangrijkste vorm van externe financiering. Dat is niet onlogisch, want bij risicokapitaal liggen de bedragen doorgaans ook een pak hoger dan bij pakweg business angels of bankleningen. Opvallend is wel dat bijna alle start-ups (83 procent) eerst al andere investeringen hadden aangetrokken voor ze aanklopten voor risicokapitaal. Die eerste investeringen kwamen meestal van de overheid (VLAIO, Innoviris, …), in de vorm van subsidies.

“Dat toont aan dat de overheid nog altijd een belangrijke rol speelt in het financieren van start-ups in een vroeg stadium”, benadrukt Uytterschaut. “Dat is een belangrijk inzicht om mee te nemen in een besparingsoefening.”