Ongeveer de helft van de kmo’s toont interesse in buitenlandse arbeidskrachten, als vacatures niet ingevuld geraken. Voor één op de drie kmo’s – die over de grenzen heen kijken – speelt nationaliteit geen rol. Kmo’s in ‘Industrie en bouw’ hebben het meest te maken met knelpuntberoepen (62%) t.o.v. de dienstensector (38%). Vandaag kijken vooral kmo’s voor gespecialiseerde arbeidersprofielen naar het buitenland. Voor bediendenfuncties blijven (Belgische) freelancers de meest gekozen optie, naast stagiairs en studenten. Maar ook voor hooggeschoolde knelpuntvacatures kan het een oplossing zijn.
Kmo’s actief in ‘Industrie en bouw’ geven het meest aan dat vacatures lang openstaan of niet ingevuld geraken (41%). Vacatures betreffen vaak een knelpuntberoep (62%).
Wanneer kmo’s mankracht nodig hebben, kijken ze niet alleen naar binnenlandse oplossingen. Een op zeven kmo’s in de sectoren ‘Industrie en Bouw’ overwegen het vaakst kandidaten uit het buitenland (14%). Daarnaast denken ze ook aan studenten (12%), freelancers (12%), andere oplossingen, zoals onderaannemers (ook 12%) en interim (11%). 45% kijkt voorlopig niet uit naar extra profielen.
In top 3 van de oplossingen voor gespecialiseerde arbeidersprofielen
De uitdagingen bij het invullen van vacatures zijn breed verspreid over alle arbeidersberoepen. Uit de bevraging blijkt dat vooral kmo’s die gespecialiseerde arbeiders in dienst hebben, moeite hebben met het vinden van geschikt personeel. Zo’n 40% meldt dat vacatures lang openstaan of niet ingevuld geraken. Bij organisaties die alleen bedienden tewerkstellen, speelt dit probleem slechts bij 20%. Bovendien is bij drie kwart van deze kmo’s met openstaande vacature(s) sprake van een knelpuntberoep.
Voor arbeidersprofielen behoren buitenlandse werknemers tot de top drie oplossingen (13%). Flexijobs (18%) en studenten (15%) vervolledigen de top 3. Minder vaak denken deze kmo’s aan kandidaten van buiten de provincie (2,5%), gepensioneerden (3%) en stagiairs (4%).
Anders voor bedienden
Kmo’s die enkel met bedienden werken, kijken vooral naar freelancers (18%), stagiairs (15%) en studenten (13%) als ze moeilijk kandidaten vinden. De minst voor de hand liggende oplossing voor bedienden zijn sollicitanten uit het buitenland (6%), kandidaten van buiten de provincie (5%) en gepensioneerden (5%).
Kmo’s overwegen andere nationaliteiten
Ongeveer de helft van de kmo’s (52%) toont geen interesse in buitenlandse arbeiders of specialisten, maar de andere helft heeft wel interesse. Voor de kmo’s die wel openstaan voor buitenlandse arbeidskrachten, speelt nationaliteit doorgaans geen rol (33%). Vier op tien kmo’s heeft op vandaag geen ervaring met buitenlandse werknemers. Kmo’s hebben de meest positieve ervaringen met werknemers uit Frankrijk (9%), Polen (5%), Nederland (5%) en Roemenië (4%).
Anneleen Verstraeten, kmo consultant bij SD Worx: “Kmo’s verkennen diverse oplossingen om schaarse arbeidskrachten te vinden, variërend van freelancers en studenten, tot stagiairs, flexi-jobbers, uitzendarbeid en het aanwerven van buitenlands talent. De keuze voor een bepaalde oplossing hangt af van de regio, de sector en het vereiste profiel. Een derde van de kmo’s (33%) die over de landsgrenzen heen zoekt, maakt zich geen zorgen om de nationaliteit van de kandidaat. Toch is er een voorkeur voor kandidaten uit Europese buurlanden, met Frankrijk als populairste. Taal blijft een cruciale factor voor succesvolle samenwerkingen.”
Er is nog een tweede reden: “De populariteit van Europese nationaliteiten bij werkgevers is ook deels te danken aan het feit dat er minder administratie nodig is. Zo is er geen speciale werkvergunning nodig, zoals dat wel het geval is voor kandidaten van buiten de EU. Voor een werkgever is het aanwerven van een Fransman net zo eenvoudig aan het aanwerven van een Belg. Er is wel bijzondere aandacht vereist wanneer deze werknemers in hun thuisland blijven werken. Dan zijn er gevolgen voor sociale zekerheid en fiscaliteit”, vult Jo Lavrysen, Specialist Internationale Tewerkstelling bij SD Worx, aan.
“Voor een werkgever is het in principe niet complexer om bijvoorbeeld een Fransman of Nederlander aan te werven, dan een Belg. Maar er zijn we een paar voorwaarden.”
Wanneer is het de moeite om buiten de EU te kijken?
Voor bepaalde profielen kan het ook zeker lonen om verder te kijken dan de EU, al bestaat er zeker koudwatervrees bij een deel van de Belgische kmo’s, omwille van de formaliteiten en de doorlooptijd.
Jo Lavrysen van SD Worx: “Het verkrijgen van de gecombineerde vergunning kent een doorlooptijd van enkele maanden. Bovendien is het niet voor elk profiel mogelijk om een vergunning te verkrijgen en vaak heeft de werknemer ondersteuning nodig om zijn registratie bij de gemeente en mutualiteit in orde te brengen.” Toch kan het de moeite zijn om deze piste te volgen.
De specialist van SD Worx vult aan: “Eens de vergunning in orde is en de werknemer in België correct aangemeld is, wordt deze beschouwd als een gewone werknemer. Wel moet de werkgever erover waken om de voorwaarden van de gecombineerde vergunning (bv. minimumloon, specifieke functie) ten alle tijde te blijven respecteren.”
Bron: SD Worx