Op 21 februari 2018 brachten de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeidsraad (hierna de Raden) op verzoek van mevrouw M. De Block, Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, een unaniem advies uit over het wetsontwerp betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding (beter bekend onder de benaming “Cash for cars”).
In dit advies dringen de Raden er bij de regering op aan om ervoor te zorgen dat er naast een mobiliteitsvergoeding ook een mobiliteitsbudget komt.
De Raden zijn immers van mening dat de mobiliteitsvergoeding vanuit een duurzaam mobiliteitsoogpunt slechts zinvol is indien er ook een mobiliteitsbudget komt dat gebaseerd is op het unaniem advies dat de Raden op 7 april 2017 uitbrachten. Bovendien kan door de invoering van een mobiliteitsbudget naast een mobiliteitsvergoeding volgens de Raden worden tegemoetgekomen aan de opmerking van de Raad van State dat de mobiliteitsvergoeding op onvolkomen wijze tegemoetkomt aan de mobiliteitsdoelstellingen die ze beoogt.
Inderdaad, een mobiliteitsbudget bevat voor de werknemer een grotere stimulans om duurzame mobiliteitskeuzes te maken dan een mobiliteitsvergoeding; moedigt multimodaliteit aan, terwijl de mobiliteitsvergoeding dat niet doet; moedigt zowel vóór als na de toekenning van een bedrijfswagen duurzame mobiliteitskeuzes aan, wat de mobiliteitsvergoeding niet doet; ontmoedigt (para-)fiscaal het inruilen van een bedrijfswagen voor een privéwagen, wat niet het geval is bij een mobiliteitsvergoeding; en leidt tot duurzamere verplaatsingen in het algemeen.
Bovendien dringen de Raden er bij de regering op aan om :
- haar werkzaamheden m.b.t. het mobiliteitsbudget zo spoedig mogelijk af te ronden en hun te raadplegen over het wetsontwerp betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget;
- een statistische opvolging te voorzien van zowel de mobiliteitsvergoeding als het mobiliteitsbudget, opdat de beide systemen zouden kunnen worden geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd;
- extra antimisbruikmaatregelen te voorzien die het voor werknemers onmogelijk maken om het mobiliteitsbudget te combineren met een mobiliteitsvergoeding of met meer dan 1 bedrijfswagen.
Tot slot formuleren de Raden m.b.t. het wetsontwerp zelf een aantal specifieke beschouwingen en verduidelijkingsvragen over: de voorwaarden waaraan een werknemer moet voldoen om een mobiliteitsvergoeding te kunnen aanvragen ; de arbeidsrechtelijke behandeling van de mobiliteitsvergoeding ; de juridische gevolgen van de mobiliteitsvergoeding t.o.v. de CAO n°19 octies van de Nationale Arbeidsraad of gunstigere sectorale CAO’s ; de fiscale behandeling van de mobiliteitsvergoeding.
Bron : NAR