NL | FR | LU
Peoplesphere

Coronacrisis zorgt voor meer dynamiek op de arbeidsmarkt.

Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert voor het eerst de arbeidsmarkttransities op basis van de Enquête naar Arbeidskrachten. Het longitudinale karakter van de enquête laat toe om de dynamiek op de arbeidsmarkt te meten. De data geven antwoord op vragen als: is iemand die op een bepaald moment aan het werk is, een kwartaal of jaar later nog steeds aan het werk, of werd hij/zij werkloos of inactief?

De arbeidsmarkt ondervond vooral tussen het eerste en tweede kwartaal van 2020 veel effect van de coronacrisis. Tussen het tweede en het derde kwartaal van 2020 lijken de transities weer terug in lijn met de vorige transities te liggen.

Dit zijn de belangrijkste resultaten:

– Het grootste deel van de werkenden is in vergelijking met vorig kwartaal nog aan het werk (95,7%). In vergelijking met vorig jaar zien we echter dat iets minder mensen aan het werk blijven op de arbeidsmarkt.
– In vergelijking met vorige kwartalen zijn er meer werklozen die werkloos blijven, ook onder de hoger opgeleiden. Terwijl vorig kwartaal veel werklozen inactief werden, gaan ze nu weer volop werk zoeken.
– Veel inactieven blijven inactief: in vergelijking met vorig kwartaal is 89,5% van de 15-74-jarigen nog steeds inactief. In vergelijking met vorig jaar is dat nog 87,9%.

Meer dan de helft nog werkloos na 3 maand

In vergelijking met het tweede kwartaal van 2020, behoudt 95,7% van de 15-74-jarigen hun job in het derde kwartaal. Dat is een hoog aandeel, maar men moet er rekening mee houden dat ook technisch werklozen en mensen die minder uren werken, nog steeds hun job behouden. Van de werkenden vorig kwartaal werd 1% werkloos en 3,3% inactief.

Van de werklozen van vorig kwartaal is in het derde kwartaal 52% nog steeds werkloos, 22,5% heeft een job gevonden en 25,6% is inactief geworden.

Van de inactieven van vorig kwartaal is 89,5% nog steeds inactief, 4,5% is werkloos geworden en 6,0% is aan het werk.

Hooggeschoolden blijven vaker werkloos na 3 maand

Als we naar de specifieke groepen gaan kijken, dan zien we weinig verschillen tussen de transities van mannen en vrouwen. In Brussel en Wallonië zijn er wel meer mensen die werkloos blijven na drie maanden en niet de transitie naar werk maken in vergelijking met Vlaanderen. In Vlaanderen is 32,9% van de werklozen terug aan het werk in vergelijking met drie maand geleden, terwijl dat in Brussel maar 10,2% en in Wallonië 19,1% is.

Jongeren zijn mobieler op de arbeidsmarkt dan 30-plussers: zij geraken sneller aan een job – ze blijven minder inactief en werkloos. Anderzijds blijven jongeren ook iets minder vaak aan het werk: 91,3% van de jongeren die vorig kwartaal aan het werk waren, is drie maanden later nog aan het werk, terwijl dit bij 30-plussers 96,6% is.

Normaal gezien vinden hooggeschoolden vrij snel terug een job als ze werkloos zijn: nu ligt het percentage dat werkloos blijft, hoger bij de hoog- dan de middengeschoolden (54,1% vs. 46,1%). Hooggeschoolden blijven echter nog steeds minder vaak inactief dan lager geschoolden.

Als we naar de nationaliteit kijken (Belgisch versus niet-Belgisch), dan vinden we de grootste verschillen bij de werklozen. Niet-Belgen blijven vaker werkloos dan Belgen (64,0 vs. 48,9%); ze maken minder vaak de transitie naar werk én naar inactiviteit.

Werklozen blijven vaker werkloos na 3 maand

De Enquête naar de Arbeidskrachten is sinds 2017 een panel. We beschikken nu over een voldoende lange reeks om deze transities op een rij te zetten. Als we gaan kijken naar de evolutie van de transities per kwartaal, dan zien we dat deze vrij stabiel zijn, al heeft de lockdown die startte in maart duidelijk gevolgen voor de arbeidsmarkt: het aantal werklozen dat niet meer actief op zoek ging naar een job piekte in het tweede kwartaal van 2020, en het aantal werklozen dat een job vond daalde duidelijk. Slechts 12,2% van de werklozen in het eerste kwartaal van 2020 is werkend geworden in het tweede kwartaal van 2020, dit is het laagste percentage sinds het begin van de metingen in 2017. 39,8% van de werklozen in T1 2020 werd inactief in T2 2020 omdat ze niet meer actief zochten of niet beschikbaar waren om binnen de twee weken te beginnen werken. In T3 normaliseert de situatie zich weer en bedraagt het percentage dat van werkloos naar inactief overgaat 25,6%. Het afgelopen kwartaal lijken de cijfers echter wel weer genormaliseerd.

Meer dan 4 op de 10 nog werkloos na een jaar

Als we het arbeidsmarktstatuut uit het derde kwartaal 2020 gaan vergelijken met het derde kwartaal 2019, zien we dat 91,5% van de werkenden een jaar later nog steeds aan het werk is; 6,3% wordt inactief, 2,2% wordt werkzoekend. 87,9% blijft inactief, 8,8% van de inactieven vorig jaar is nu aan het werk en 3,3% is werkloos geworden en zoekt dus actief een job en is beschikbaar om binnen de twee weken te beginnen werken. We zien vooral een grote wijziging in de transitie bij de werklozen: er zijn veel werklozen die werkloos blijven (41,1%) – dit cijfer was aan het dalen maar is nu terug op de hoogte van de transities tussen 2018 en 2019. We zien ook dat er tegelijk minder werklozen de transitie maken naar werk (29,3%) en ook minder werklozen inactief worden (29,6%).

Mannen blijven vaker werkloos dan vrouwen

Mannen zijn niet alleen vaker werkzoekend dan vrouwen, we zien ook dat ze langer werkloos blijven: 46,5% van de mannen is na een jaar nog werkloos, tegenover 34,7% bij de vrouwen. Vrouwen maken wel vaker de transitie naar inactiviteit dan mannen (34,5 vs. 25,5% van de mannen). Op een jaar tijd zien we ook grote verschillen tussen de regio’s: in Vlaanderen is 30% na een jaar nog werkloos, terwijl dit in het Waals Gewest nog 45,6% is en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 51,5%.

Als we gaan kijken naar de -30-jarigen: dan zien we ook hier veel meer beweging op de arbeidsmarkt: van de jongeren blijft 26,5% werkloos, 78,2% aan het werk en 81,2% inactief, terwijl dit bij de 30 tot 74 jarigen respectievelijk 47,5, 94,4 en 90,7% is. Hoogopgeleiden blijven ook minder vaak werkloos dan lager opgeleiden: na een jaar is nog 34,2% van de hoogopgeleiden werkloos, terwijl dit voor de laag- en middenopgeleiden 44,2 en 43,8% is. Hoogopgeleiden blijven vaker aan het werk en blijven minder vaak inactief. Terwijl op korte termijn (3 maanden) er een verschil is in het percentage dat werkloos blijft tussen Belgen en niet-Belgen, zien we als we over een heel jaar gaan kijken, dat Belgen even vaak werkloos blijven dan niet-Belgen. Niet-Belgen zullen wel iets vaker inactief worden als ze veranderen van statuut dan Belgen, die vaker aan het werk gaan.

Over tijd

Als we de transitiematrices van de jaartransities op een rij zetten, dan zien we vrij veel stabiliteit, met uitzondering van de werklozen: daar doen de transities naar werk, inactiviteit en werkloosheid steeds haasje over. Terwijl vorig kwartaal de jaartransitie nog aangaf dat werklozen eerder inactief werden, zijn ze dit kwartaal vaker op zoek naar werk.

 

Bron – Methodologische informatie: De hier gepresenteerde cijfers maken deel uit van een nog te verschijnen analyse die dieper ingaat op de methodologie van arbeidsmarkttransities. Ze zijn het resultaat van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK), een enquête die geharmoniseerd is op Europees niveau. De definities over werkgelegenheid en werkloosheid die worden gehanteerd zijn die van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB), waardoor vergelijkbaarheid van de resultaten op internationaal vlak wordt gewaarborgd. We maken het onderscheid tussen drie IAB-arbeidsmarktstatuten: werkend, werkloos en inactief.

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.