Volgens de nieuwe voorjaarsprognoses van de NBB zou de economische groei in de periode 2025-2027 dicht bij 1% per jaar blijven. Dat is een zwakkere prognose dan in het najaar, vooral als gevolg van beleidswijzigingen en de verslechterde internationale omgeving. Toch zouden er in die periode zo’n 100.000 jobs bijkomen. De inflatie daalt verder en zou dit jaar onder 2% zakken. Deze prognoses houden voor het eerst rekening met de maatregelen uit het federale regeerakkoord. Ondanks de besparingsmaatregelen loopt het begrotingstekort verder op tot 5,6% van het bbp in 2027.
De Belgische economie groeide met 1% in 2024. Volgens de nieuwe voorjaarsprognoses blijft dat groeitempo nagenoeg ongewijzigd in de projectieperiode. De economische bedrijvigheid zou toenemen met 1% in 2025 en met 1,1% in 2026 en 2027. De bbp-groei werd in cumulatieve termen met ruim een half procentpunt neerwaarts herzien ten opzichte van de najaarsprognoses. Dat is vooral het gevolg van beleidswijzigingen en de minder gunstige internationale omgeving, onder meer door de omvang en de volatiliteit van de Amerikaanse handelsbeperkingen.
Internationale omgeving en binnenlandse beleidswijzigingen remmen groei
De Amerikaanse beleidskoers bracht naast een neerwaartse herziening van de mondiale handelsvooruitzichten ook een ongeziene piek van onzekerheid teweeg. In het basisscenario van deze prognoses werd uitgegaan van verdere onderhandelingen, die voor Europa zouden landen op een tariefverhoging met 10 procentpunt op de goederenuitvoer naar de VS, bovenop de reeds bestaande tarieven en met behoud van de huidige uitzonderingen, zoals voor farmaceutische producten. Er wordt aangenomen dat de EU geen vergeldende handelsmaatregelen zal treffen en dat de handelsonzekerheid geleidelijk normaliseert.
Op binnenlands vlak werd er eind januari een nieuwe federale regering gevormd, die onder meer inzet op arbeidsmarkt- en pensioenhervormingen. Deze maatregelen remmen, samen met andere besparingen, vanaf 2026 de economische groei wat af, terwijl de voordelen voor de economie naar verwachting grotendeels buiten de huidige projectieperiode zullen vallen. Dat wordt overigens maar gedeeltelijk gecompenseerd door de verwachte extra defensie-uitgaven.
De groei van de binnenlandse private vraag blijft vrij constant terwijl de netto-uitvoer blijft wegen op de bbp-groei
De bijdrage van de binnenlandse private vraag blijft vrij constant in de ramingsperiode. De gezinsconsumptie nam fors toe in 2024 en vertraagt geleidelijk, ook omdat de groei van de koopkracht duidelijk terugvalt. Die neemt met gemiddeld 0,6% per persoon per jaar toe over de projectieperiode, maar dat gemiddelde wordt vooral opgedreven door 2025, waar het vertraagde indexeringseffect (op een moment dat de inflatie alweer afneemt) de koopkracht tijdelijk opstuwt. Daarnaast blijft de strikte toepassing van de loonnorm de loongroei beperken, terwijl vanaf 2026 ook de begrotingsmaatregelen op de koopkrachtgroei wegen, net als – vanaf 2027 – de prijsverhogingen van fossiele brandstoffen door de inwerkingtreding van het EU ETS2-systeem.
De groei van de bedrijfsinvesteringen is recent duidelijk afgekoeld en de bijzonder lage capaciteitsbezettingsgraad in de verwerkende nijverheid wijst op weinig nood aan uitbreidingsinvesteringen. In deze ramingen blijft de investeringsgroei positief, maar duidelijk lager dan het langjarig gemiddelde. In de tweede helft van de projectieperiode zou de groei van de bedrijfsinvesteringen weer wat aantrekken, naarmate de algemene onzekerheid begint weg te ebben.
Ook de woninginvesteringen, die de afgelopen jaren sterk zijn gedaald, zouden een trage groei kennen, wat een bescheiden en onvolledig herstel betekent. Eind 2027 zouden de woninginvesteringen in reële termen nog zowat 10% lager liggen dan eind 2019.
De vooruitzichten voor de Belgische uitvoer werden neerwaarts herzien ten gevolge van de buitenlandse vraag. De Belgische economie wordt wellicht relatief minder sterk getroffen want de helft van onze uitvoer naar de VS bestaat uit farmaceutische producten, die in het basisscenario voor deze prognoses vrijgesteld zijn van tarieven. In de loop van 2026 zou de Belgische uitvoergroei geleidelijk weer aantrekken, in lijn met het herstel van de wereldhandel, al valt er nog steeds een zeker verlies aan marktaandeel te verwachten, in lijn met het historische gemiddelde. De invoergroei overtreft evenwel de uitvoergroei en de netto-uitvoer blijft gedurende de hele ramingsperiode de activiteit drukken.
100.000 jobs
De nieuwe federale regering zet in op arbeidsmarkthervormingen, waarvan het belangrijkste kanaal binnen de projectieperiode de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd is. Dat moet zorgen voor bijkomende jobs, maar brengt wellicht ook een wat lagere productiviteitsgroei met zich mee. Anderzijds zorgen de wat zwakkere economische groei en de onzekerheid voor minder vraag naar arbeid. Al bij al worden tussen 2025 en 2027 naar verwachting zowat 100 000 jobs gecreëerd, zowat 10 000 meer dan in de najaarsprognoses. De werkloosheidsgraad blijft heel laag, nabij 6%.
Inflatie onder 2%
De inflatie is recent gedaald tot 3%, maar blijft wat hoger dan in het eurogebied door volatiele elementen zoals de energie- en voedingsprijzen. De internationale olie- en gasprijzen zijn onlangs weer afgenomen en worden verwacht bij te dragen tot een mildere energie-inflatie. De duurdere euro maakt ook de invoer van andere grondstoffen en goederen relatief goedkoper. Al bij al zou de totale inflatie snel onder 2% terugzakken in de loop van het najaar. Ze veert tijdelijk weer even op in 2027 wanneer het ETS2-emissiehandelssysteem van kracht wordt, met onder meer een weerslag op brandstofprijzen.
De loonkostengroei ligt gemiddeld dicht bij 2% in de periode 2025-2027 en het verloop ervan wordt, net als de voorbije jaren, nog steeds bijna uitsluitend bepaald door het indexatie-effect. Volgens de berekeningen van het secretariaat van het CRB is er in 2025 en 2026 geen marge voor conventionele loonstijgingen boven op de index. We gaan ervan uit dat daar ook in 2027 nog geen ruimte voor zal zijn.
Begrotingstekort loopt verder op
Deze prognoses houden voor het eerst rekening met het nieuwe (federale) overheidsbeleid. In vergelijking met de najaarsprognoses van de Bank, zorgen de nieuwe maatregelen voor een lichte verbetering van het begrotingssaldo tegen 2027. In vergelijking met 2024, zou het tekort evenwel nog verder oplopen, tot 5,6% bbp in 2027. De primaire uitgavenratio wordt weliswaar licht teruggedrongen, maar de rentelasten stijgen en de inkomsten zouden teruglopen in verhouding tot het bbp. De schuldratio zwelt aan tot 112,7 % bbp in 2027.
Bron: NBB