Ondanks het individuele opleidingsrecht van vijf dagen, zijn slechts vier op de tien werkende Belgen (41,1%) van plan om dit jaar minstens vijf dagen opleiding te volgen. Eén op de tien (9,7%) wil dit jaar geen enkele dag opleiding volgen. Niet in elk bedrijf kunnen werknemers ook effectief vijf opleidingsdagen volgen als ze dat zouden willen: iets meer dan vier op de tien ondernemingen (43,7%) biedt de mogelijkheid aan om minstens vijf opleidingsdagen te volgen.
Het is niet eenvoudig om voor alle functies in alle ondernemingen minstens vijf dagen aan opleiding aan te bieden, zoals de Arbeidsdeal uit 2022 voorschreef. Het nieuwe federale regeerakkoord behoudt nu wel het individueel opleidingsrecht, maar wil dat flexibeler invullen, zodat de mismatch weggewerkt kan worden tussen wat werknemers willen en wat werkgevers kunnen aanbieden. “Dat is goed nieuws, want niet voor elke functie of activiteit zijn vijf opleidingsdagen per jaar, per werknemer ook wenselijk”, aldus de experten van Acerta Consult.
Vijf opleidingsdagen per werknemer
De jaarlijkse deadline voor bedrijven om hun opleidingsplan in te dienen, nadert. Tegen eind maart moeten ondernemingen met minstens 20 werknemers zo’n plan voorleggen. Hoewel de Arbeidsdeal uit 2022 voorschreef dat werkgevers hun werknemers minstens vijf opleidingsdagen per jaar moeten aanbieden, geeft momenteel 43,7% van de ondernemingen hen die mogelijkheid. Zowat de helft (49,2%) biedt een kleiner pakket (1 tot 4 dagen) aan. Kanttekening daarbij is wel dat de verplichting enkel geldt voor (middel)grote ondernemingen, terwijl ons land ook heel veel kleine kmo-werkgevers telt. Dat zien we ook in de cijfers: vooral bij kleinere ondernemingen ligt het aantal opleidingsdagen per werknemer per jaar iets lager (gemiddeld 1 tot 2 dagen). De Arizona-regering zet alvast een eerste stap richting administratieve vereenvoudiging en is van plan de vooropgestelde registratieplicht in de Federal Learning Account voor de werkgevers af te schaffen en te vervangen door een minder administratief belastend systeem.
Annelies Baelus, experte opleidingen bij Acerta Consult. “De discrepantie tussen het aanbod van werkgevers enerzijds, en de wil van werknemers om gebruik te maken van hun individueel opleidingsrecht anderzijds, is opvallend. Het zijn volgens onze cijfers vooral 55-plussers (40,7%) en arbeiders (42,9%) die afgelopen jaar geen enkele opleiding gevolgd hebben. Mogelijk is dat omdat ze er het nut niet van inzien voor hun huidige job of functie óf omdat het aanbod niet beantwoordt aan wat ze nodig hebben. Daarom is het belangrijk dat opleidingen optimaal aansluiten bij het werk dat iemand doet of zal moeten doen in de toekomst. Het is zeker ook raadzaam om te kijken of het opleidingsaanbod matcht met de kennis of vaardigheden die iemand nodig heeft om zijn of haar job in de toekomst nog goed te kunnen uitoefenen. Soms zijn opleidingen ook nodig om medewerkers nieuwe functies te kunnen laten opnemen in de organisatie, of gewoon om relevant te blijven in het licht van een snel veranderende bedrijfsomgeving. Wanneer werkgevers dat in de verf kunnen zetten én hun opleidingsbeleid daarrond kunnen opbouwen, zullen die opleidingen mogelijk ook als zinvoller ervaren worden én zal de bereidheid om die opleidingen te volgen groter zijn. Want niet voor elke functie of activiteit zijn vijf opleidingsdagen per jaar per werknemer ook nodig. In het regeerakkoord wordt dit ook nog eens onderstreept en kondigt men aan dat er door de Arizona-regering maatregelen zullen genomen worden, die ervoor moeten zorgen dat de opleidingsrechten flexibeler moeten ingevuld kunnen worden en dat er gefocust zal worden op de werknemers die dat het hardst nodig hebben.”
Opleidingsappetijt
Ondanks dat elke werknemer in ons land nu recht heeft op minstens vijf opleidingsdagen, is er niet bij elke werkende Belg veel animo om zijn/haar kennis bij te spijkeren via opleidingen. In 2023 volgde 43% van de werknemers geen enkele opleidingsdag; vorig jaar was dat nog 31,1%. Dit jaar geeft 9,7% van de werknemers aan dat ze geen enkele opleidingsdag zullen opnemen. Daartegenover staat dat vier op de tien werknemers (41,1%) wel van plan zijn om dit jaar minstens vijf opleidingsdagen op te nemen. 23,5% ‘weet het nog niet’. Het feit dat globaal genomen 2 op 3 werknemers dit jaar een opleiding wil volgen (variërend van één dag tot meer dan vijf), contrasteert dan weer met de verwachtingen van de werkgevers: 52,5 % denkt immers dat een minderheid of zelfs niemand van hun mensen van plan is om dit jaar alle vijf opleidingsdagen effectief op te nemen.
Annelies Baelus: “De vaststelling dat drie op de tien werknemers in 2024 geen enkele opleidingsdag volgden, maar vier op de tien dit jaar minstens vijf dagen willen opnemen wijst mogelijk op een mismatch tussen vraag en aanbod. De uitdaging zal vooral zijn om te zoeken naar hoe werknemers zélf vragende partij kunnen worden om een vorm van opleiding te volgen, en voor de werkgevers om in een aanbod te voorzien dat relevant én nodig is. En dat verschilt naargelang de persoonlijke groeiambities, de functie, de activiteit en moet bovendien passen in het loopbaanpad van werknemers en de organisatiedoelstellingen. Ook de opmars van Artificiële Intelligentie en de snelle technologische veranderingen op de werkvloer vergen extra opleidingen. De boodschap luidt dus: stem elkaars noden nog beter op elkaar af. Hoe dan ook blijft ‘langer werken’, en in het kielzog daarvan ook ‘levenslang leren’, onafwendbaar op de arbeidsmarkt dezer dagen.”
Regeerakkoord
Wat brengt de toekomst op vlak van opleidingen? Het nieuwe federale regeerakkoord stelt alvast dat een individueel opleidingsrecht blijft behouden, maar zal dat flexibeler en deels collectief laten invullen. Hoe dat concreet in wetgeving zal worden gezet, is nog onduidelijk.
Annelies Baelus: “Vandaag moet het opleidingsbudget gelijkwaardig worden verdeeld over alle mensen. Dat wil zeggen dat iedere werknemer individueel recht heeft op vijf opleidingsdagen (mogelijk sectoraal te verhogen). Daardoor kan het aanbod minder rekening houden met de concrete behoeften van de individuele medewerkers. Met als gevolg dat wanneer iemand bijvoorbeeld een zevendaagse opleiding volgt, dat voor de werkgever twee dagen extra budget betekent, bovenop de vijf wettelijk vastgelegde dagen. Vroeger kon men door de collectivisering van de opleidingsdagen over alle werknemers heen, makkelijker rekening houden met de reële noden van de werknemers, vandaag is iedereen gelijk voor de wet: vijf dagen. Het heeft zonder twijfel een invloed op het opleidingsbeleid en -budget bij werkgevers, omdat het voor een werknemer zo mogelijk lastiger wordt om een opleiding te mogen volgen van meer dan vijf dagen.”
Bron: de gegevens komen van de jaarlijkse Spiegelbevraging die Acerta Consult door het onderzoeksbureau Indiville laat uitvoeren bij een representatief staal van meer dan 500 Belgische werkgevers en nog eens bij meer dan 2.000 werknemers. De data van de bedrijven werden gewogen om representatief te zijn voor België naar het aantal werknemers in de actieve ondernemingen met minstens vijf werknemers. De data van de werknemers werden gewogen om representatief te zijn voor België naar statuut, leeftijd, geslacht en taal.