Vandaag is het precies 30 jaar geleden dat de definitieve wet op de uitzendarbeid werd gestemd. De wet regelt onder meer de juridische verhoudingen, de motieven en de duur van de uitzendopdrachten.
De wettelijke bescherming zorgt ervoor dat de uitzendkracht hetzelfde sociale statuut heeft en dezelfde sociale voordelen geniet als de andere werknemers op het vlak van vakantiegeld, pensioen, recht op kinderbijslag. Dit statuut is dus vergelijkbaar met dat van om het even welke werknemer, met dit verschil dat de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid voor een bepaalde duur gesloten wordt.
De sector heeft in die dertig jaar een hele evolutie afgelegd. In 1987 waren er 107.707 uitzendkrachten aan de slag (= 19.889 VTE’s). Dertig jaar later vinden 652.338 uitzendkrachten (109.399 VTE’s) via uitzendwerk hun weg naar de arbeidsmarkt. Uitzendwerk is het belangrijkste aanwervingskanaal en veel uitzendkrachten stromen via uitzendwerk snel door naar een meer duurzame job. Ook voor kansengroepen is uitzendwerk een lage drempel naar de arbeidsmarkt en opent het systeem deuren die anders vaak gesloten blijven.