De digitale kloof tussen werknemers van Belgische bedrijven blijft groot. Ze neemt twee vormen aan: die tussen jong en oud, en tussen hoger- en lagergeschoolden. Zo kijken 55-plussers en jongeren onder de 35 fundamenteel anders naar technologie op het werk. Terwijl jongeren vinden dat ze hun werk beter kunnen doen door alle nieuwe technologieën, zegt een op de vier ouderen dat ze door de toename van technologische toepassingen niet altijd goed begrijpen wat ze feitelijk aan het doen zijn. Ook opmerkelijk is dat arbeiders en laaggeschoolden zich allerminst zorgen maken over automatisering of robotisering: slechts 2 op de 10 werknemers zonder middelbaar diploma vrezen dat hun job vatbaar is voor robotisering.
Dat blijkt uit een bevraging van TriFinance, uitgevoerd door iVox bij een groep van 1000 werknemers, representatief voor de Belgische beroepsbevolking op leeftijd, gender, opleiding en regio.
Digitaal is het nieuwe normaal, maar niet voor iedereen
De helft van de Belgische werknemers spendeert zowat de hele dag voor een computerscherm. In specifieke dienstensectoren zoals IT, media, banking, financiële dienstverlening en consulting, maar ook bij de overheid zijn dat bijna 9 op de 10 werknemers.
Zes op de tien arbeiders zeggen dan weer dat ze tijdens een typische werkdag zelden of nooit computerwerk verrichten. Vaak gaat het dan om werknemers uit sectoren als de voedingsindustrie, metaal, textiel, distributie en transport. Ook 70% van de werknemers uit de non-profit spendeert weinig of geen tijd voor de computer.
Er is een duidelijke samenhang tussen digitale arbeid en opleiding, functie en salaris. Een hele dag computerwerk is normaal voor 60 procent van de universitairen en bedienden met een hogeschooldiploma, net als voor 67% van het middenmanagement. Van wie meer dan 4000 euro bruto verdient, werkt zo goed als 9 op de 10 werknemers de hele dag digitaal.
De digitale kloof tussen jong en oud blijkt niet zozeer uit het aantal jongeren of ouderen dat met computers werkt. Van de jongeren onder de 35 brengt zes op de tien zijn hele werkdag aan de computer door, maar ook bij de 55-plussers is dat nog vier op de tien.
‘Computerwerk is het nieuwe normaal,’ zegt Jean-Marie Bequevort, expert in interne audit en bedrijfsorganisatie bij TriFinance. ‘Een logisch gevolg van de digitalisering van de economie die zich in uitgesproken mate in de dienstensector, maar ook bij de overheid manifesteert. We leven in een kenniseconomie en het is van het allergrootste belang dat we de digitale kloof tussen jong en oud en tussen hoger- en lageropgeleiden wegwerken. De komende jaren moeten we de shift maken van mapping people to jobs naar mapping skills to work.’
Uit het onderzoek blijkt namelijk dat 1 op de 4 oudere werknemers door alle nieuwe technologieën het gevoel heeft minder goed te begrijpen wat hij of zij feitelijk aan het doen is. Evenveel 55-plussers voelt zich een ‘hersenloze machine’ door de routineuze taken die ze op de computer moeten uitvoeren.
Tegenover jongere werknemers vinden 55-plussers dubbel zo vaak (18-34: 13%, 55-64: 26%) dat ze alleen nog maar met machines werken in plaats van met mensen. Ze ervaren ook een grotere machteloosheid tegenover technologie op de werkvloer en vier op de tien 55-plussers zeggen dat ze de constante introductie van nieuwe technologie niet kunnen volgen.
Het technologiebeeld van jongeren onder de 35 jaar is totaal anders. Daar zegt de helft (48%) dat nieuwe technologie hen juist meer inzicht geeft in hun werk. Bijna een op de twee (46%) vindt ook dat ze dankzij de technologie hun werk beter kunnen doen. Jongere werknemers geven ook vaker aan dat ze de technologie die ze gebruiken tijdens de werkuren effectief beter willen begrijpen. Opmerkelijk is dat 4 op de 10 jongeren door de toename van technologische oplossingen meer tijd hebben voor omgang met collega’s en andere mensen.
‘De digitale kloof wordt vooral duidelijk bij de mindset en het technologiebeeld van de diverse leeftijdsgroepen,’ zegt Toon Borré, data-expert bij TriFinance. ‘Oudere medewerkers hebben het duidelijk moeilijk om de technologische ontwikkelingen bij te benen. Anderzijds slagen bedrijven er niet altijd in de digitale transformatie door te trekken naar hun bedrijfscultuur. Bedrijven waar een digitale en een datacultuur heerst, zullen er alles aan doen om hun mensen, van welke leeftijd ook, te doen begrijpen dat digitale technologie en data essentieel zijn voor het bereiken van de organisatiedoelstellingen. Dat betekent ook opleiding en bijscholing waar nodig.’
Arbeiders vrezen digitalisering niet.
Opmerkelijke vaststelling is ook dat arbeiders en lager geschoolden zich allerminst zorgen lijken te maken over automatisering en robotisering: slechts 2 op de 10 werknemers zonder middelbaar diploma vrezen dat hun job in aanmerking komt voor robotisering. 4 op de 10 blue-collar workers zijn van mening dat robitisering überhaupt geen bedreiging vormt voor hun baan.
‘Hoewel digitale technologie een grotere rol opeist onder hooggeschoolde werknemers, wordt aangenomen dat de automatiseringsgolf het hardst zal toeslaan in sectoren met meer laag- en middengeschoolden,’ zegt Alexander Van Caeneghem, business unit leader CFO Services bij TriFinance. ‘Hoe gaan we deze mensen klaarstomen voor de automatiserings- en robotiseringsgolf? Nu zien we nog dat blue-collar workers weinig tijd spenderen met ICT-toepassingen, maar is dat nog realistisch binnen vijf jaar, in een tijdperk waarin technologische ontwikkeling quasi exponentieel verloopt? De terugval van ons land op de Europese index Digitale Economie en Maatschappij 2018 is volgens de SERV niet het gevolg van achteruitgang in België, maar van een grotere vooruitgang in andere landen in onze referentiegroep. Een inhaalbeweging is dus nodig.’