Regeringspartij N-VA gaat dan toch voluit voor de afschaffing van de ecocheques. Eerder noemde Kamerlid Wim Van der Donckt het voorstel van CD&V en MR om te kiezen voor elektronische cheques nog “de meest aangewezen piste”. Maar collega Jan Spooren zet nu de puntjes op de ‘i’: “het standpunt van N-VA blijft dat de ecocheques zo snel als mogelijk moeten worden afgeschaft en omgezet in een netto-vergoeding”.
De Raad van State waarschuwde eerder dit jaar voor mogelijke problemen met het gelijkheidsbeginsel als de ecocheques vervangen zouden worden door een fiscaal voordelige nettovergoeding, die net als de rest van het loon gewoon op de rekening van de werknemer gestort zou worden.
In een tweede advies spreekt de Raad van State zich niet ten gronde uit en haalt ze de juridische onzekerheid dus ook niet weg. MR en CD&V namen daarop samen de vlucht vooruit door te pleiten voor een snelle overstap naar elektronische ecocheques. Ook dat zou de kostprijs stevig drukken en de rompslomp doen dalen, argumenteren ze. Ook de sociale partners spraken zich al in die zin uit.
“Standpunt van N-VA blijft: ecocheques afschaffen”
N-VA-parlementslid Wim Van der Donckt – die staatssecretaris Zuhal Demir sinds dit voorjaar vervangt in de Kamer – had gisteren wel oren naar de piste. “Ik vrees dat de omzetting in een nettovergoeding toch moeilijk haalbaar zal zijn. In die optiek lijkt het voorstel van CD&V en MR me toch de meest aangewezen piste”, reageerde hij. “We moeten toch ergens al een stap vooruit zetten.”
Maar collega Jan Spooren stuurt bij en benadrukt dat N-VA niet van haar lijn afwijkt. “Het standpunt van N-VA blijft dat de ecocheques zo snel als mogelijk moeten worden afgeschaft en omgezet in een netto-vergoeding”, luidt het in een persbericht van de Kamerfractie. “Dit moet vanzelfsprekend op een juridisch sluitende manier gebeuren. We kunnen op basis van het advies van de Raad van State de nodige aanpassingen aanbrengen in het wetsvoorstel dat werd ingediend vanuit de meerderheid.”
Ook Open Vld zit op die lijn. Door de afschaffing pas op 1 januari 2019 te laten ingaan, zou er volgens Kamerlid Egbert Lachaert genoeg tijd overblijven voor een eventuele uitspraak ten gronde van het Grondwettelijk Hof.
Bron: De Morgen