Wat heeft de bevolking fundamenteel nodig? Wanneer men deze vraag stelt aan het Amerikaanse volk, stellen analisten vast dat zolang er eieren zijn voor het ontbijt en benzine voor de SUV’s, alles in orde is. Het komt simpelweg neer op koopkracht.
In onze contreien is dat niet anders. Dat is geen verrassing in de huidige context van een latente oorlogseconomie. Toch praten we in onze bedrijven maar weinig over geld, de verdeling van rijkdom, een eerlijke beloning voor werknemers… Of als we er al over praten, dan is dat in de context van bezuinigingen. Het handhaven van het nulloeiingsniveau, het verlagen van de belastbare basis of het beheersen van de kosten waar we ons zo druk om maken.
Zou het niet hoog tijd zijn om onze aanpak te veranderen?
Sociale en loonverantwoordelijkheid nemen
De signalen zijn zo duidelijk. Op termijn zal de overgrote meerderheid van de werknemers meerdere inkomstenbronnen hebben. Om een eenvoudige reden: omdat één salaris niet voldoende is om aan min of meer redelijke behoeften en wensen te voldoen. Werknemers willen eieren en olie. Ze willen ook comfort thuis, vrije tijd, vakanties en nog veel meer. Dat is legitiem. Zijn hun werkgevers bereid te horen dat zij een rol te spelen hebben om deze verwachtingen te ‘verwezenlijken’?
Begrijpen wat immaterieel is en vervolgens beslissen om het nodige te doen (of niet) om het aan de mensen om ons heen aan te bieden. Werken aan de werknemerservaring zonder ons in de eerste plaats zorgen te maken over de koopkracht van de mensen die met ons werken, zou een grove fout zijn. Een ontkenning van verantwoordelijkheid.
Het goede nieuws is dat de meeste leidinggevenden die we ontmoeten oprecht hun medewerkers beter willen belonen voor hun inspanningen. Ze moeten nu ophouden zich te verschuilen achter de arbeidskosten, die we trouwens beter de (normale) kosten van solidariteit zouden kunnen noemen…
Geld staat weer bovenaan het verlanglijstje van werknemers
De context en de periode waarin we ons bevinden, zijn van groot belang. Wanneer de economische situatie verslechtert, wordt het onderdeel ‘beloning’ weer belangrijker in de ranglijst van prioritaire verwachtingen van werknemers ten opzichte van het bedrijf.
Hoewel we vandaag de dag niet in oorlog zijn, moeten we toch rekening houden met de voortdurende dreiging van meerdere conflicten die onze levenskwaliteit kunnen beïnvloeden. Dat is belachelijk in vergelijking met mensen die onder dodelijke drones leven en rouwen om het verlies van dierbaren. Toch blijft het beangstigend in vergelijking met de relatief rustige periodes die we tot nu toe hebben gekend. De opeenvolging van crises weegt zwaar op de middelen en de geest van degenen die niet in staat zijn om deze opeenvolgende schokken op te vangen. Kunnen we dan wel doen alsof we dat niet horen?
Eenvoudig principe: verdeling van inkomsten op basis van bijdrage
Er zijn oplossingen, mits er financiële middelen beschikbaar zijn. Onze diepe overtuiging? Het is tijd om de verdeling van de resultaten en middelen van onze organisaties te herzien. Of dat nu gebeurt via werknemersaandeelhouderschap of door een grootschalige uitbreiding van variabele beloningsinstrumenten, onder andere, er moeten meer medewerkers worden betrokken bij de verdeling van de vruchten van het collectieve werk.
Deze aanpak stuit op een belangrijk cultureel vraagstuk: het principe van resultaatgerichte beloning veronderstelt dat we ons kunnen verzoenen met het ondernemersrisico (en het directe gevolg daarvan, namelijk de mogelijkheid van mislukking). Het is aan het bedrijf om het variabele deel van de beloning (dat overigens veel gunstiger belast zou moeten worden!) te ‘beveiligen’. Hoe? Door middel van een voorbeeldig strikt beheer.
Ten slotte geldt dit principe van delen alleen wanneer we samen significante resultaten hebben behaald. Dat is een vanzelfsprekendheid in elk sociaal model. Het gaat om een collectieve benadering die overigens gemakkelijk kan samengaan met het tijdperk van individualisering en personalisering van beloningspakketten waarin we ons vandaag de dag bevinden.
Laten we dus overgaan tot een moderne versie van kapitalistische solidariteit. Deze doet een beroep op nobele ideeën (vrijgevigheid, rechtvaardigheid, sociale vooruitgang…) die worden gekaderd door een reality check van prestaties die meer dan ooit nodig is: herverdeling is gebaseerd op ons vermogen om waarde te genereren, veel waarde… “Voor een dappere geest is niets onmogelijk”.
Jean-Paul Erhard