Een jaar na het ‘recht op deconnectie’ worden nog zes op de tien Vlamingen (61%) buiten de werkuren gecontacteerd door hun leidinggevende. Meestal gaat het om berichtjes (66%), gevolgd door telefoontjes (55%) en mails (47%). Dat blijkt uit een onderzoek van Protime, marktleider in onder meer tijdregistratie, bij 1.000 Vlaamse bedienden. Toch staan ruim vier op de vijf Vlamingen (82%) achter het deconnectierecht én ervaart 21% minder werkstress sinds de invoering ervan.
“Werknemers zijn meer dan ooit op zoek naar flexibiliteit en een goede balans tussen werk en privé. Het deconnectierecht kan hen hierbij helpen. Zeker nu meer dan één op de drie (35%) niet meer volgens een vast uurrooster werkt en 13% zelfs een totale flexibiliteit heeft wat betreft de gewerkte uren en dagen. Dit is een logische evolutie, maar dan zijn er duidelijke afspraken nodig over bereikbaarheid,” zegt Gille Sebrechts, CEO van Protime.
Op 1 april was het een jaar geleden dat de arbeidsdeal inging, met daarin het recht op deconnectie. Werknemers van bedrijven met meer dan twintig personeelsleden, kregen daarbij het recht om niet te moeten reageren op telefoontjes, berichtjes of mailtjes die buiten de werkuren toekomen. Uit onderzoek blijkt dat het voor zo’n zes op de tien Vlamingen (61%) nog niet lukt om onbereikbaar te zijn na hun werktijd. Bijna een derde (30%) krijgt af en toe tot vaak ‘werk’-telefoontjes, -berichtjes of -mails ’s avonds of in het weekend, terwijl dit zelden voorvalt bij 31% van de Vlamingen.
Is het recht op deconnectie dan een goed initiatief? Zeker wel volgens meer dan vier op de vijf Vlamingen (82%). Het zorgt voor minder stress bij zo’n vijfde van de werknemers (21%) en 29% staat vandaag meer op zijn/haar strepen wanneer hij of zij buiten de werktijd gecontacteerd wordt.
Een deconnectierecht op maat van de werknemers
Een derde van de respondenten (33%) geven in het onderzoek aan dat ze geen behoefte hebben aan strikte regels. Nog opmerkelijker is dat bijna twee keer zoveel werknemers uit de generatie X (38% – geboren tussen 1965 en 1980) deze opvatting delen in vergelijking met de generatie Z (20% – geboren na 1997).
“Iedereen is anders. Terwijl de één er geen graten in ziet om tussen de soep en de patatten nog wat werkmails te beantwoorden of met zijn baas te bellen, maakt de ander een strikte scheiding tussen werk en privé. Of terwijl een kwart zich identificeert als avondmens, voelt 43% zich ’s ochtends het meest energiek1. Nu al geniet 13% van de Vlaamse bedienden van een totale flexibiliteit in hun werkuren en -dagen, een aantal dat naar verwachting nog zal stijgen. Dit maakt het voor organisaties uitdagender om een evenwicht te vinden tussen het betrokken houden van werknemers en het voorkomen van overbelasting,” zegt Gille Sebrechts, “Duidelijke richtlijnen over bereikbaarheid buiten de werktijd kunnen helpen bij het bevorderen van een gezonde werkcultuur, evenals tijdregistratietools die inzicht geven in de werktijd en hoe deze het best kan worden benut door de werknemers.”
Positieve impact van het deconnectierecht
Veel werknemers ervaren nu al positieve effecten van het deconnectierecht. Zo geeft een kwart aan minder vaak gebeld te worden. Bij de vrouwen loopt dit zelfs op tot 28%, tegenover 21% bij de mannen. Bovendien nam het aantal e-mails en berichtjes na de werktijd af voor respectievelijk 19% en 22% van de respondenten.
Lode Godderis, professor arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven, benadrukt het belang van het deconnectierecht in het aanpakken van psychosociale risico’s zoals burn-out en het bevorderen van een gezonde werk-privébalans. Hij onderstreept echter dat deconnectie alleen niet voldoende is om het probleem van ‘oververbinding’ aan te pakken.
“Een te hoge werkdruk en een gebrek aan focus tijdens de werkuren kunnen leiden tot situaties waarin werknemers zich gedwongen voelen om buiten de normale werkuren door te werken, wat de noodzaak van deconnectie vergroot. Organisaties moeten daarom ook investeren in het creëren van een cultuur die rusttijden respecteert en een gezonde balans tussen werk en privéleven bevordert, naast het implementeren van deconnectiemaatregelen.”
Bron & Methodologie: het online onderzoek werd uitgevoerd door onderzoeksbureau iVOX in opdracht van Protime tussen 4 maart 2024 en 18 maart 2023 bij 1.000 Vlaamse bedienden. Het onderzoek is representatief op geslacht, leeftijd en diploma. De maximale foutenmarge bij 1.000 Vlamingen bedraagt 3,02%.