Twee op drie restaurants en cafés maken in 2023 gebruik van flexi-jobs, maar ook de helft van alle hotels en een kwart van de bakkerijen en kleinhandelzaken, zo analyseerde SD Worxop basis van de meest recente loondata van september 2023 bij 37.000 werkgevers met meer dan 1,1 miljoen medewerkers. Het zijn bijna uitsluitend kmo’s met minder dan 50 werknemers die er gebruik van maken, om pieken in het werk op te vangen.
Het flexi-jobsysteem creëert sinds december 2015 flexibele werkgelegenheid voor gepensioneerden en mensen die minstens 4/5 werken. Het fiscaal gunstige regime gold eerst enkel in de horeca, maar ondertussen ook voor andere sectoren (zie lijst). Het wordt vanaf 2024 verder uitgebreid naar twaalf nieuwe sectoren, meer bepaald: onderwijs, Kinderopvang, publieke sport- en cultuursector, autosector (PC 112), eventsector, land- en tuinbouw (PC’s 144-145), rijscholen (PC 200), begrafenisondernemers (PC 320), vastgoed (PC 323), verhuizing (PC 140.05), voeding (een aantal subsectoren). Het systeem is fiscaal voordelig, met een brutoloon dat gelijk is aan het nettoloon en de werknemer betaalt geen belastingen of sociale bijdragen, maar er is een inkomensplafond van 12.000 euro vanaf volgend jaar. Als flexi-jobwerknemer bouw je bovendien ook sociale rechten op (werkloosheid, pensioen).
Grootste vraag naar flexibiliteit bij kmo’s
Voor 95% zijn het kmo’s met minder dan 50 werknemers die gebruik maken van het statuut flexi-jobs. Het zijn vooral de kleinste kmo’s waar de grootste vraag is naar flexibele arbeid: 85% van de gebruikers heeft minder dan 20 werknemers. In dat segment van kleine kmo’s gaat het gemiddeld om 1 op tien van de kmo’s, die nood heeft aan flexi-jobs. Een kleine minderheid situeert zich bij de grotere organisaties, maar daar heeft het relatief gezien minder succes. Enkel bij organisaties met meer dan 1000 werknemers doet ook een op de tien op flexi-jobs beroep.
Niet alle sectoren kunnen er gebruik van maken (zie lijst). Het meest succes heeft het flexibele regime bij de cafés en restaurants: twee op de drie maken er gebruik van; gevolgd door de hotels (56%) en een kwart van de bakkerijen voedingsproductie en in de detailhandel.
De meeste werkgevers die het gebruiken, maken deel uit van de horeca (PC 302 > 53% van alle werkgevers) en van de zelfstandige kleinhandel (PC 201 >31%). Bij de top tien sectoren die het gebruiken, zitten ondertussen ook de PC 33001 (federale gezondheidsinstellingen) en de PC 33004 (ondersteunende gezondheidsdiensten), samen goed voor 5 % van alle werkgevers die er gebruik van maken; in totaal komt 2% van alle flexi-jobbers uit die twee sectoren. Dat aantal is nog heel beperkt, maar te verklaren door het feit dat deze sectoren pas sinds 2023 beroep kunnen doen op flexijobs (behalve voor zorgfuncties).
West-Vlaanderen is kampioen flexi-jobs
De werkgevers die er gebruik van maken komen vooral voor in Vlaanderen (86%). Maar als je rekening houdt met het aantal werkgevers in elke regio, dan zijn de verschillen minder groot: 7% van alle werkgevers in Wallonië maakt er gebruik van in 2023; tegenover 12% van de Vlaamse werkgevers en 3% van de Brusselse werkgevers.
In Vlaanderen heeft het regime relatief het meest succes in West-Vlaanderen (14% van alle werkgevers daar), Antwerpen en Oost-Vlaanderen (met elk 12% van de werkgevers daar); Limburg volgt met 11% van de werkgevers in Limburg.
Annelies Rottiers kmo-adviseur van SD Worx: “De meeste mensen die met een flexi-job bijverdienen, zijn tussen de 25-30 jaar, maar ook de 30-35 jarigen en de 60 plussers zijn goed vertegenwoordigd. Als je rekening houdt met het aantal mensen in elke leeftijdscategorie, dan heeft het regime relatief gezien het meest succes bij de 60 plussers. Deze mensen vangen de pieken in werk op in vooral horeca, kleinhandel en bakkerijen. Het is naast interim-arbeid en studentenarbeid een mogelijke oplossing bij seizoengebonden pieken. West-Vlaanderen gebruikt het vandaag het meest.”
Overzicht van sectoren vandaag
Sinds 2015:
– Horecasector (PC 302)
Vanaf 2018 werd het systeem van flexi-jobs reeds uitgebreid met volgende sectoren:
– PC voor de handel in voedingswaren (PC 119)
– PC voor de zelfstandige kleinhandel (PC 201)
– PC voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202)
– PSC voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01)
– PC voor de grote kleinhandelshandelszaken (PC 311)
– PC voor de warenhuizen (PC 312)
– PC voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen (PC 314)
– Werkgevers en werknemers die vallen onder het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en consumptiesalons bij een banketbakkerij, opgericht in de schoot van het PC voor de voedingsnijverheid, subsector voor industriële broodbakkerijen (PC 118.03)
– PC voor de uitzendarbeid (PC 322.00) indien de gebruiker ressorteert onder een van de bovengenoemde paritaire comités of onder het sectoraal fonds
Sinds 01/01/2023 wordt de lijst verder uitgebreid met volgende sectoren:
– PC 223 nationaal paritair comité voor de sport
– PSC 303.03 voor de exploitatie van bioscoopzalen
– PC 304 voor het vermakelijkheidsbedrijf ( niet voor artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies)
– Zorgsector: PC330 voor gezondheidsinrichtingen en -diensten (niet voor zorgfuncties)
– Openbare instellingen of diensten in de sector gezondheidszorg met de NACE-code 86101, 86102, 86103, 86104, 86109, 86210, 86901, 86903, 86905,86906,86909, 87101, 87109, 87301 of 87302 Voor deze sector is er een specifiek minimum flexi-loon van 11,49 euro/uur (te indexeren). (niet voor zorgfuncties)
Bron: analyse op basis van de meest recente loondata van SD Worx tot en met september 2023 bij 37.000 werkgevers met meer dan 1,1 miljoen medewerkers in de privésector.