Uit cijfers van HR-dienstverlener Securex blijkt dat Belgische werkgevers nog steeds erg beperkt gebruik maken van het systeem van de thuiswerkvergoeding. Amper 6 op 100 werkgevers biedt het aan. Dat is een verviervoudiging ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. 1 op 10 werkgevers (11%) registreerde thuiswerkdagen in 2021. Thuiswerkvergoeding bedraagt gemiddeld 78 euro per bediende (tussen maart 2020 en augustus 2021). Werkgevers kunnen maximum 129,48 euro belastingvrij toekennen (tijdelijk verhoogd naar € 144,31).
Sinds maart 2020 kunnen werkgevers een thuiswerkvergoeding toekennen aan hun werknemers die vrij is van belastingen. De fiscus en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) legden het maximum bedrag van een thuiswerkvergoeding vast op 129,48 euro per maand. In het tweede en derde kwartaal van 2021 heeft de federale overheid het maximumbedrag tijdelijk verhoogd naar € 144,31 euro per maand. De werknemer heeft er recht op als hij in de betreffende maand gemiddeld minstens één werkdag per week effectief aan thuiswerk doet. Het kan dan om één volledige dag per week gaan, of om enkele uren per dag. Ook een volledige week telewerken per maand is voldoende. De thuiswerkvergoeding dekt de bureaukosten die de werknemer thuis voor rekening van zijn werkgever maakt. Dit zijn bijvoorbeeld kosten voor de inrichting en het gebruik van een bureau (huur, afschrijvingen), printer- en computermateriaal, kantoorbenodigdheden en nutsvoorzieningen (water, elektriciteit, verwarming, onderhoud, verzekering, onroerende voorheffing…) in de privéwoning van de werknemer.
Tijdens het tweede en het derde kwartaal van dit jaar betaalden gemiddeld iets minder dan 6 op 100 werkgevers (5,6%) thuiswerkvergoedingen aan hun bedienden. In dezelfde periode vorig jaar was dat nog 1,5%. We stellen dus bijna een verviervoudiging vast, maar het actuele percentage ligt nog steeds erg laag. Het percentage bedienden dat een thuiswerkvergoeding ontvangt, evolueerde op erg gelijkaardige wijze (van 1,65% naar 5,6%).
De uitbetaalde thuiswerkvergoedingen bedragen sinds maart 2020 tot augustus 2021 gemiddeld 78 euro per werknemer en per maand, dat is 60% van het voorziene maximumbedrag van 129,48 euro en 54% van het tijdelijk verhoogde maximumbedrag van 144,31 euro. Slechts 5% van de werkgevers die thuiswerkvergoeding voorzien, betaalden het maximumbedrag, of meer. Werkgevers die thuiswerkvergoeding voorzien, betalen die maandelijks uit aan 70% van al hun bedienden. Dit percentage is stabiel sinds eind vorig jaar.
11% van werkgevers registreert thuiswerkdagen
Het aantal werkgevers dat registreert op welke dagen hun bedienden thuiswerken, ligt een stuk hoger, nl. 11%. Niet elke onderneming die thuiswerkdagen registreert, betaalt dus een officiële ‘thuiswerkvergoeding’. Een deel van deze werkgevers betaalt al een andere vergoeding die thuiswerkkosten dekt (bijv. een forfaitaire onkostenvergoeding) of stelt materiaal ter beschikking (bv. laptop, telefoon, headset…) waardoor een thuiswerkvergoeding minder aan de orde is. Andere werkgevers registreren thuiswerk dan weer om kosten te besparen: voor die dagen kunnen ze namelijk de vergoeding voor woon-werkverkeer schrappen, terwijl een thuiswerkvergoeding als alternatief niet verplicht is. Niet alle werkgevers die thuiswerk organiseren, registreren dit.
“Niet elke werkgever die thuiswerk registreert, doet dat systematisch elke maand. De voorbije maanden werd de kloof tussen het percentage werkgevers dat telewerk registreert en het percentage werkgevers dat telewerk vergoed, kleiner. Vermoedelijk worden de vergoedingen meer en meer afgestemd op de registratie. Maar lang niet alle telewerk wordt geregistreerd. Sommige bedrijven kiezen er ook voor om extra kosten die de werknemer maakt op een andere manier te vergoeden”, verduidelijkt Heidi Verlinden, Research Project Manager bij Securex.
Woon-werkvergoedingen blijven voorlopig stabiel
We vermoeden dat sommige werkgevers na verloop van tijd een deel van de woon-werkvergoedingen zullen vervangen door een thuiswerkvergoeding. Voorlopig lijkt dat echter nog niet het geval: ruim de helft van de werkgevers voorzien woon-werkvergoedingen (53%) voor ongeveer 70% van hun bedienden. Op die manier krijgen 43% van alle bedienden een woon-werkvergoeding. Deze drie percentages zijn ongeveer stabiel over de hele bestudeerde periode (januari 2020 tot augustus 2021).
Heidi Verlinden van Securex besluit: “Slechts een fractie van de werkgevers voorzag tot deze zomer een thuiswerkvergoeding voor zijn werknemers, ook al organiseerde of liet een meerderheid van de werkgevers thuiswerk toe. Thuiswerkvergoeding is nochtans een eenvoudige manier om het woon-werkverkeer te beperken: meer productiviteit, loonoptimalisatie, een kleinere klimaatimpact en employer branding in één klap.”
“Het beperkte gebruik van de fiscaalvriendelijke telewerkvergoeding door werkgevers is natuurlijk opvallend, maar we mogen ook niet vergeten dat ondernemers hun werknemers ook op andere manieren tegemoetkomen voor thuiswerk. De thuiswerkvergoeding is maar één puzzelstukje in de complexe materie van diverse vergoedingen die door werkgevers kunnen worden toegekend. Denk maar aan materiaal ter beschikking stellen, andere vergoedingen zoals forfaitaire onkostenvergoedingen, flexibele uurroosters en internetabonnementen”, reageert Monica De Jonghe, Directeur-Generaal van VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen).
Werkgevers die een hoger bedrag willen aanbieden kunnen beter wel opletten: “Werkgevers die hun werknemers meer dan het forfaitair bedrag aanbieden moeten kunnen aantonen dat het om werkelijk gemaakte kosten gaat. Anders wordt het bedrag als gewoon loon gezien, en moeten op dat gedeelte van het loon gewoon belastingen en sociale bijdragen betaald worden,” waarschuwt Els Vanderhaegen, Legal Expert bij Securex nog.
Bron: deze resultaten zijn indicatief en gebaseerd op data van het sociaal secretariaat van Securex. Het is mogelijk dat werkgevers tijdens de komende weken nog correcties doorgeven, maar voor dit type data is de kans hierop heel beperkt. Het is mogelijk dat sommige verschillen of evoluties niet statistisch significant zijn. De steekproef telt 25.887 ondernemingen en 198.438 werknemers in de privésector. Bedrijfsleiders, studenten, flexi-jobbers en gepensioneerden werden uitgesloten. We beperken ons tot bedrijven met maximaal 1000 werknemers.