Internationale instellingen (NATO, Raad van Europa…) in België zijn voor een gemiddelde Belg veel aantrekkelijker om voor te werken dan een grote publieke organisatie of een groot privébedrijf. Dat is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek van Randstad bij 15 000 respondenten naar de aantrekkelijkheid van grote werkgevers in dit land. Internationale instellingen hebben een gemiddelde aantrekkelijkheid van 62%.
Dit betekent dat 62% van de ondervraagden graag tot zeer graag voor een internationale instelling zouden willen werken. Ter vergelijking, de farmaceutische sector haalt als meest aantrekkelijke privésector 46%. Het gemiddelde van de publieke organisaties/bedrijven bedraagt 41%. Het feit dat internationale instellingen competitief moeten zijn op de hooggeschoolde internationale arbeidsmarkt zorgt er logischer wijze voor dat ze inzake arbeidsvoorwaarden ver boven de nationale standaarden uittronen.
Sinds 2000 onderzoekt Randstad de employer brands van de grootste Belgische bedrijven. De voorbije jaren heeft het onderzoek zich uitgebreid naar andere segmenten van de arbeidsmarkt. Na de publieke sector en de social profit werden dit jaar de grote internationale instellingen mee opgenomen in het onderzoek. Net zoals eerder de publieke en de social profit sector blijken ook de internationale instellingen het inzake employer branding gemiddeld genomen goed te doen. Meer nog, kijken we naar de gemiddelde sectorscores dan winnen de internationale instellingen afgetekend met een aantrekkelijkheidssscore van 62%, voor de farmaceutische sector 46%, de media 41% en de publieke sector 41%.
De aantrekkelijkheid van de internationale instellingen geldt voor man en vrouw, jong en oud en voor de verschillende kwalificatieniveaus. De aantrekkelijkheid is ook niet alleen gebaseerd op de hoogte van de salarissen. Ook wat betreft de toekomst- en loopbaanmogelijkheden, de werkzekerheid, de inhoud van de jobs, de opleidingsmogelijkheden, de zorg voor milieu en maatschappij, de financiële gezondheid en de kwaliteit van het management scoren de internationale instellingen uitstekend. Alleen inzake werksfeer (media) en de balans werk-privé (publieke sector) moeten de internationale instellingen andere sectoren laten voorgaan
De sterke prestatie van de internationale instellingen is gedeeltelijk te verklaren omdat ze inzake het aantrekken en behouden van talent moeten concurreren met andere internationale instellingen wereldwijd. Daarmee distantiëren ze zich duidelijk in positieve zin van nationale bedrijven en organisaties.
Het oorspronkelijk Belgisch onderzoek naar de aantrekkelijkheid van werkgevers heeft zich de voorbije jaren ontwikkeld tot een wereldwijd onderzoek in 23 landen met maar liefst 225 000 respondenten en 6 000 bedrijven. Een eerste interessante vaststelling is dat werknemers wereldwijd grotendeels dezelfde verwachtingen hebben inzake aantrekkelijk werkgeverschap. Een competitief loonpakket, werkzekerheid, een goede werksfeer en een goede balans werk-privé zijn overal ter wereld toonaangevend. Werken met de nieuwste technologieën, een bewuste omgang met milieu en maatschappij, internationale loopbaanmogelijkheden en de kwaliteit van het management zijn dat overal veel minder.
Een tweede interessante vaststelling is dat werknemers wereldwijd de grote privébedrijven ook gelijkaardig evalueren. In een grote meerderheid van de landen zijn de kwaliteit van het management en de financiële gezondheid de twee sterkste componenten van de bedrijven. Bijna overal ter wereld scoren de zorg voor milieu en maatschappij, de balans werk-privé en het werkklimaat het zwakst. Ook in België is dit het geval. Eén van de weinige uitzonderingen is Japan waar de grote bedrijven nog steeds het meest gewaardeerd worden voor hun werkzekerheid en hun salarispakket.
Interessant is ook dat de IT sector wereldwijd de meest aantrekkelijke sector is voor de technologiesector en de life sciences sector. Deze laatste sector is al vele jaren de meest aantrekkelijke in België.