Werken maakt voor de grootste groep studenten deel uit van het dagelijks leven. 77% van de studenten werkt als jobstudent tijdens de zomervakantie en 72% werkt als jobstudent tijdens de rest van het jaar. Nooit eerder was het verschil zo klein. 66% van de studenten combineert werk in beide periodes.
72% (tegenover 63% vorig jaar) van de respondenten werkt als jobstudent tijdens de rest van het jaar. Dat is een stijging met 9 pp. ten opzichte van vorig jaar. Nooit eerder lag het aandeel zo hoog. En nooit eerder was het verschil zo klein tussen de zomer (77%) en de rest van het jaar. Bij de eerste meting in 2004 werkte 30% van de studenten tijdens het schooljaar. Bij wie tijdens het schooljaar werkt, loopt het werkpatroon zoals steeds sterk uiteen. 34% werkt tijdens één van de andere, kortere vakanties, 32% werkt regelmatig op vaste uren tijdens het weekend en/of de week en 27% werkt onregelmatig.
“De verklaring voor de stijging moeten we zoeken bij de steeds flexibelere wetgeving. Daarnaast speelt de laatste jaren ook de krapte op de arbeidsmarkt een belangrijke rol. En ook corona bleek één van de drijvende factoren te zijn: zo werden er – zeker in het najaar van 2021 – heel wat studenten ingezet om de vele quarantaine-gevallen bij bedrijven op te vangen. Hoewel studenten een belangrijke strategische reserve zijn, zou een verdere uitbreiding van het aantal uren geen goed idee zijn. Het huidige kader is ruim voldoende”, klinkt het bij Wim Van der Linden, external communication advisor bij Randstad.
Nieuwe jobs die veel actualiteit halen blijven beperkt.
De sectoren die het meest een beroep doen op studenten zijn overduidelijk de horeca (22%), de detailhandel (19%) en de overheid/social profit (8%). Productiebedrijven (7%) en vrije tijd (7%) vervolledigen de top 5, die trouwens ongewijzigd blijft ten opzichte van vorig jaar.
Magazijnier (12%) bevestigt zijn nummer één positie van vorig jaar en is de populairste studentenjob. Kassier(ster) (9%) en administratief bediende (9%) vervolledigen de top 3. Opvallend: nieuwe jobs zoals (fiets)koerier (2%) die veel actualiteit halen blijven beperkt.
Hybride werken vindt blijvend ingang.
Het lijkt erop dat thuiswerken, al dan niet in een hybride werkvorm, blijvend zijn ingang heeft gevonden binnen studentenarbeid. De coronapandemie zorgde er vorig jaar voor dat telewerk zijn intrede deed bij studenten. Ook nu heeft bijna één op vier studenten (24%) het afgelopen jaar telewerk toegepast. Het aandeel dat 100% telewerk deed daalde van 19% naar 13% maar het aandeel dat hybride heeft gewerkt bleef stabiel (11%).
Plotselinge opstoot werken zonder contract was tijdelijk.
In vergelijking met de bevraging van vorig jaar is het aantal studenten zonder contract duidelijk terug afgenomen naar het niveau van de jaren voordien. De plotselinge opstoot werken zonder contract in de vorige studie was blijkbaar gelinkt aan corona. Nu bevinden we ons opnieuw op een normaal, maar nog steeds hoog niveau.
Vorig jaar werkte 26% nog zonder contract. Dit jaar gaat het om 19%. Ook bij de studenten jonger dan achttien ging het de afgelopen jaar de verkeerde kant uit. Vorig jaar werkte maar liefst 43% zonder contract. Dat was bijna een verdubbeling ten opzichte van 2017 (22%). Dit jaar duiken we terug onder dat niveau (21%). Het grootste aandeel studenten zonder contract vinden we in ‘vrije tijd’ (29%). Ook in kleine bedrijven (maximaal tien werknemers) loopt dit aandeel op (51%).
Bron: jaarlijkse studentenstudie van Randstad Research bij 1.000 studenten.