Op 1 september begint de ochtendrush na de grote vakantie weer helemaal. En dat vertaalt zich traditiegetrouw in de start van opnieuw heel wat verkeersellende, die steeds maar blijft toenemen. Begin dit jaar nog werd er elke werkdag een uur lang bijna 1.000 kilometer file in België gemeten. Nochtans raakten thuiswerk en flexibele uren sinds de coronacrisis helemaal ingeburgerd. Bovendien kunnen steeds meer werknemers een mobiliteitsbudget benutten, waardoor het openbaar vervoer en de (bedrijfs)fiets worden gepromoot. Maar… heeft dit allemaal een effect?
Bekijken we cijfers uit het Jobat Salariskompas van vóór de Covid19-epidemie dan stelden we vast dat zo’n 60% met de wagen naar/van het werk pendelde. Recente cijfers tonen nóg een stijging: op dit moment rijden 76,7% werknemers met de auto naar/van hun werk.
We beroepen ons op het Jobat Salariskompas, een permanent beschikbare tool waarin mensen hun totale loonpakket kunnen vergelijken met anderen, maar ook een permanent lopend onderzoek waarin wordt gepeild naar de evoluties in het loon en de extralegale voordelen van de Belg door de jaren heen.
Hoe pendel je meestal naar je werk? (* Meerdere antwoorden mogelijk.)
- Met de auto – 76,76%
- Met de fiets – 19,99%
- Met het openbaar vervoer – 10,50%
- Te voet – 2,95%
Wat valt op? Vooral bedienden (79,33%) en arbeiders (73,10%) gebruiken de wagen, terwijl dat bij ambtenaren slechts de helft (50,95%) is. Traditiegetrouw gebruiken ambtenaren veel meer het openbaar vervoer: 27,83% versus 9,72% (bedienden) en 4.98% (arbeiders). Ook studenten gebruiken vaker het openbaar vervoer (24,30%), al merken we ook bij hen dat vooral de auto het populairst is (35,21%) om naar hun (studenten)job te pendelen.
Wie fietst er dan naar het werk? Daar ‘wint’ de ambtenaar (36,38%) alweer, gevolgd door studenten (26,76%), arbeiders (26,38%) en bedienden (18,29%).
Extra’s onder de loep
Bekijken we via het Jobat Salariskompas de extralegale voordelen rond mobiliteit meer in detail, dan valt er een kleine evolutie op naar meer bedrijfsfietsen (+4,76% ten opzichte van vorig jaar) en het uitbetaald krijgen van een fietsvergoeding (+6,23%), maar in de totaliteit van het loonpakket blijven deze allebei eerder bescheiden: 14,99% van de werknemers kan genieten van een leasefiets, terwijl 24,27% van zijn/haar werkgever een fietsvergoeding ontvangt.
Wat betreft een vergoeding voor woon-werkverkeer merken we een meer duidelijke evolutie: als 5 jaar geleden bijna de helft van de werknemers deze kreeg, is dat vandaag nog slechts 36,4% het geval. Of dat volledig ten voordele van een mobiliteitsbudget gaat? Niet helemaal, op dit moment kan 7,03% hiervan genieten. Vorig jaar was dit nog 4,98% dus zeker een stijging, maar eerder bescheiden.
Waaraan besteden we ons mobiliteitsbudget dan? Steeds vaker aan een tankkaart of laadpas, zo blijkt! Deed vorig jaar 29,48% dit al, dan gebruikt vandaag 40,12% van de werknemers deze extra om op kosten van de baas te kunnen rondrijden met de eigen auto.
Maar het populairste extralegale voordeel in België is en blijft toch de bedrijfswagen. Momenteel heeft 42,50% van de werknemers er een. En dat cijfer groet nog elk jaar een heel klein beetje. (Ter vergelijking: in 2020 was 39,88% van de werknemers de gelukkige bestuurder van een bedrijfswagen, nvdr.) Natuurlijk heeft dat z’n gevolgen…
Meer dan halfuur onderweg
Onderzoeken we de gemiddelde reistijd van al die pendelaars, dan stellen we vast dat iets meer dan 1 op de 2 werknemers (50,82%) langer dan een halfuur onderweg is (heen en terug) naar/van het werk: 15,36% doet er minder dan 45 minuten over, 15,10% minder dan een uur, terwijl 20,36% méér dan een uur onderweg is voor het werk.
Gemiddelde pendeltijd per dag (heen en terug)
- 0 – 15 minuten – 20,20%
- 16 – 30 minuten – 28,98%
- 31 – 45 minuten – 15,36%
- 46 – 60 minuten – 15,10%
- 61 – 90 minuten – 9,82%
- + 90 minuten – 10,54%
Maar… tegenwoordig kan iedereen toch (makkelijker) van thuis werken? Die stelling gaat zeker niet voor iedereen op! Iets minder dan de helft van de Belgisch werknemers (47,53%) kan niet van thuis werken. Zij die dat voordeel wél hebben, doen dat gemiddeld slechts 1 keer (17,59%) of 2 keer (18,89%) per week.
Actuele thuiswerkdagen
- Geen – 47,53%
- 1 per week – 17,59%
- 2 per week – 18,89%
- 3 per week – 10,93%
- 4 per week – 3,01%
- 5 per week – 2,05%
Kortom: we verplaatsen ons nog steeds massaal om te gaan werken. Bij voorkeur met de auto. En als het even kan nog het liefst van al op kosten van de werkgever, met een bedrijfswagen onder de kont. Daarmee is aanschuiven in de file net iets aangenamer, toch?
Bron: Jobat